Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Geboekstaafd

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Geboekstaafd

10 minuten leestijd Arcering uitzetten

Vier antipelagiaanse geschriften, door Aurelius Augustinus, vertaald door Izak Wisse en Raf Debaene. Uitgave van uitgeverij Klement/Pelckmans, Zoetermeer, 2014, ISBN 978 90 8687 125 4 (Nederland), 978 90 289 7558 3 (België); 414 blz., € 47.50.


Geen strijd heeft de Westerse Kerk (voor en na de Reformatie) zo diepgaand beïnvloed als die tussen Aurelius Augustinus (354-530) en de monnik Pelagius (390-418). Het springende punt waar het toen om draaide is - ook in ons land - nog steeds actueel: heeft de mens een vrije wil om voor het goede te kiezen?
Theologen, filosofen en neurologen komen met regelmaat bijeen om deze vraag te bespreken. Meer theologisch toegespitst gaat het om de verhouding tussen menselijke verantwoordelijkheid en Goddelijke genade, een punt waarover bijvoorbeeld gereformeerden en evangelischen van mening verschillen.
Reden genoeg dus voor uitgeverij Klement/Pelckmans te Zoetermeer om vier anti-pelagiaanse geschriften van Augustinus in het Nederlands te vertalen en uit te geven. Izak Wisse en Raf Debaene vertaalden Over de straf voor en de vergeving van de zonden (411), Over de menselijke natuur en de genade, (415), Over de voorbestemming van de heiligen (428) en Over het geschenk van de volharding (429).
De geschiedenis – ook de kerkgeschiedenis – wordt in zekere zin geschreven door de winnaars. Een uitgave met antipelagiaanse geschriften is daar in wezen een symptoon van. Wel zetten de inleiders van het boek (Anthony Dupont en Mathijs Lamberigts) de controverse tussen Augustinus en Pelagius in een historisch kader en pleiten ze daarbij voor eerherstel voor Pelagius.
Tot voor enkele decennia werd hij vooral door de bril van Augustinus gelezen en beoordeeld. Recent wetenschappelijk onderzoek laat echter, volgens hen, zien dat de historische werkelijkheid nogal afwijkt van de dogmatische zwart-witschema’s die altijd zijn gehanteerd. Zo was Pelagius niet zo heterodox als men dacht, maar sloot hij in zijn denken over genade aan bij de orthodoxie van de Oosterse Kerk.
De inleiders leggen er eveneens de vinger bij dat het idee van de erfzonde, zoals Augustinus dat introduceerde, een novum was in de theologie. Geen wonder dus dat Pelagius daar wat vragen bij had. Verder moet zijn nadruk op de verantwoordelijkheid van de mens niet gezien worden als een ontkenning van Gods genade, maar als reactie op het noodlotsdenken van de Manicheërs in zijn tijd (p.24- 27).
Bij het lezen van het boek is het ook goed te bedenken dat Augustinus’ opvattingen over zonde en genade behalve door de controverse op zich ook gekleurd zijn door zijn eigen verleden. Kan iemand die zodanig verslaafd was aan de ‘vleselijke begeerten’ als Augustinus ergens anders uitkomen dan bij de overtuiging dat de wil door God bevrijd moet worden om het goede te kunnen doen?
En dan is daar een Pelagius die weliswaar vanwege zijn ‘dwalingen’ door de kerk is veroordeeld, maar tegelijkertijd ook groot respect afdwong vanwege zijn voorbeeldige en ascetische manier van leven. Het was de ‘drive’ van deze verguisde monnik om de verslapping in de kerk aan te pakken, bang als hij was voor te goedkope genade. Hij riep ook op tot een authentiek christelijk leven.
De suggestie van de inleiders om de visies van Augustinus en Pelagius niet langer als elkaar uitsluitend, maar als elkaar aanvullend te zien (p.27), is het overdenken waard bij en na het lezen van dit boek.

Drs. Tera Voorwinden - Hofman, Montfoort


‘Het Vaticaan. Alle schilderijen’, door Anja Grebe (inleiding door Ross King). Uitgave van Kok/VBK-media, Utrecht, 2014. ISBN 978 90 4352 318 9. Gebonden met stofomslag in cassette, 512 blz., prijs t/m 24 december € 55,-- daarna € 69,99.


Het Vaticaan: je denkt aan de Rooms-Katholieke Kerk, aan de paus, Sint Pietersplein . . . . Maar men mag aan meer denken: Rafaël, Da Vinci, Michelangelo, Ensor, Klee, Gauguin . . . . Inderdaad: vermaarde kunstenaars. Het Vaticaan en het Vaticaans Museum bezit een enorme collecte kunstwerken. In velerlei vormen. Wandschilderingen, schilderijen, sculpturen enz.
Wie ooit het Vaticaans en het Vatiaans Museum bezocht weet dat je nimmer alles kunt bekijken. Het is te veel. Je zou ‘dol worden’. Bij mijn bezoek enige jaren geleden verbaasde ik me niet alleen over de rijke collectie maar overigens ook over de vele (je kon bijna over de hoofden lopen) bezoekers die (domweg!) fotograferend voetjevoor- voetje door het complex liepen.
Zo nu en dan door een suppoost vermaand met de roep: ‘No flashing’. Maar ‘die Stimme’ was tevergeefs. Ik vroeg me af: wat moeten die bezoekers met al die (digitale) foto’s? Men weet niet wat het is, van wie het, wat het wil duiden. Wie zich de vliegreis naar, en de voetreis door het Vaticaan en het Vaticaans Museum wil besparen en ook niet de fotograferende toerist wil ‘uithangen’ zou deze publicatie moeten kopen.
Overigens: ook na een bezoek is dit boek de aanschafprijs zeker waard. Het geeft een inventarisatie van 976 kunstwerken (661 klassieke schilderijen en 315 andere kunstwerken). Per sectie (Pinacotheek, Borgia-appartementen, zalen van Rafaël, Sixtijnse kapel, fresco’s in paleis en bibliotheek, moderne religieuze kunst, wandkleden kaarten, sculpturen & andere kunstvoorwerpen, Domeinen van het Vaticaan) worden de kunstvoorwerpen u voorgeschoteld.
Kunsthistorica Anja Grebe heeft bij zo’n 180 meest belangwekkende schilderijen een (bescheiden) uiteenzetting geschreven. Lezend in (en bladerend door) het boek ‘loop’ je door het Vaticaan. En…. je hebt alle tijd om van de bijschriften kennis te nemen: kunstenaar met geboorte- en sterfjaar, datering kunstwerk, materiaal, catalogusnummer, afmeting. En alle afbeeldingen in fullcolour. Ik vind het een prachtige uitgave en een zeer geschikt cadeau voor de komende feestmaanden voor (ex en a.s.)Romegangers en kunstliefhebbers. Let op de introductieprijs die u € 15,-- korting oplevert.

F. van Vliet, Rotterdam


Loe de Jong, 1914-2005. Historicus met een missie; door Boudewijn Smits. Uitgave van Boom Uitgevers, Amsterdam, 2014. ISBN 978 94 6105 467 8; 960 blz., € 39,90.


Met gemengde gevoelens bekeek ik na ontvangst de vuistdikke biografie van Loe de Jong. Als de omvang van een boek de belangrijkheid van de persoon moet bepalen, dan moet Loe de Jong wel van uitzonderlijke betekenis zijn geweest.
Immers, de biografie is nog niet eens het gehele resultaat van wat Boudewijn Smits heeft verzameld en geordend. De bijlagen 8. noten; 9. English summary; 10. geïnterviewde personen en 11. geraadpleegde archieven staan niet, zoals gebruikelijk, achter in het boek, maar zijn te vinden op de website van de uitgever.
De auteur Smits, momenteel docent politieke en cultuur- en niet-westerse geschiedenis aan het Instituut voor Geschiedenis van de Rijksuniversiteit Groningen is in april van dit jaar op deze biografie gepromoveert.
Zeker in deze tijd is het voor een uitgeverij een niet te onderschatten risico om een dergelijke omvangrijke biografie uit te geven. Gezien de betrekkelijk lage prijs voor een boek van deze omvang kan het niet anders of auteur èn uitgever hebben van fondsen geld ontvangen voor zowel het onderzoek, als de publicatie. Dat is het geval, zo blijkt uit de boekgegevens.
Voor de ouderen is Loe de Jong een begrip. De oudste geïnteresseerden zullen hem nog wel kennen als de stem van Radio Oranje tijdens de Tweede Wereldoorlog. De ouderen herinneren hem als de grondlegger en directeur van het Rijksinstituut voor Oorlogsdocumentatie (van 1945 tot aan zijn pensionering in 1979), inmiddels bekend als het Nederlands Instituut voor Oorlogsdocumentatie (NIOD).
Grote bekendheid verwierf De Jong door zijn televisieserie De Bezetting, die van 1960 tot en met 1965 werd uitgezonden en massaal werd bekeken. Nog grotere bekendheid kreeg hij door uitgave van Het Koninkrijk der Nederlanden in de Tweede Wereldoorlog, die tussen 1969 en 1988 uitkwam.
Dit werk, in principe dertiendelig, bestond uit 27 banden met in totaal 16.800 bladzijden, en is werkelijk een monumentaal werk. De Jong bleek geen afstandelijke kroniekschrijver te zijn, maar hij was, zoals de titel van de nu voorliggende dissertatie terecht aangeeft: een historicus met een missie.
Die betrokkenheid levert risico’s op. Dat bleek wel op 6 november 1978, toen hij via een inderhaast belegde persconferentie de toenmalige fractievoorzitter van het CDA in de Tweede Kamer, Willem Aantjes, zonder het plegen van hoor en wederhoor, beschuldigde van lidmaatschap van de SS in de Tweede Wereldoorlog.
Het gevolg hiervan was dat Aantjes werd gedwongen af te treden als fractievoorzitter en zijn kamerlidmaatschap moest opgeven. Later bleek deze beschuldiging niet juist.
Wel bleek Aantjes zich aangemeld te hebben voor de Germaanse SS in Nederland (maar daar nooit lid van te zijn geweest). Ook suggereerde hij dat Aantjes kampbewaker was geweest, terwijl Aantjes daar als gevangene had vastgezeten.
De biograaf Smits is bepaald niet blind geweest voor de fouten van De Jong, zoals zijn onvermogen om te nuanceren, zijn onverzettelijkheid in het handhaven van eigen ingenomen stellingnames. De dissertatie bevat wel erg veel details, maar voor geïnteresseerden biedt het een schat aan informatie over één van de belangrijkste Nederlandse historici van de twintigste eeuw.

P. van de Breevaart, Hendrik-Ido-Ambacht


Gemeinschaft der Kirchen und Petrusambt. Lutherischkatholische Annäherungen, door Gruppe von Farfa Sabina. Uitgave van Evangelische Verlagsanstalt, Leipzig 2014; 194 blz.; € 19,80.


Een luthers-katholieke groep theologen uit Scandinavië, Duitsland, Frankrijk en Italië, onder de naam van de “Groep van Farfa Sabina”, belicht in deze bundel het heikele punt van het pausschap.
De groep zet uiteen dat in de meeste confessies wereldwijd de instelling van een primaat in de kerk geen onbekende zaak is. Zulk een primaat is voor het heil niet noodzakelijk, noch kenmerkend voor het wezen van de kerk. Ze heeft alleen betekenis voor de eenheid van de kerk.
Het is bekend hoe fel Luther tegen de paus was en deze als de antichrist kwalificeerde. Maar dat kwam volgens de auteurs omdat Luther in hem wezenlijke kenmerken van de antichrist aantrof: zichzelf het recht tot Schriftuitleg toekennen, het eigenmachtig toevoegen van nieuwe geloofsleringen aan het Woord van God en de oproep tot gehoorzaamheid aan hem.
Maar dit soort kenmerken zijn volgens de theologen niet onlosmakelijk met het pausdom als zodanig verbonden, maar betreffen deformaties die niet aanwezig waren tot aan de tijd van paus Gregorius I in de zesde eeuw. Het verwijt van de Reformatie is gericht tegen de goddelijke aanspraak van de paus, gefundeerd op het goddelijke recht.
Die aanspraak is behoorlijk verstevigd door Vaticanum I. Het begrip van een universele rechtsbevoegdheid blijft volgens de theologengroep de wezenlijke hindernis voor de toenadering tussen Rome en alle andere kerken.
Toch is het volgens hen niet de bedoeling van Vaticanum I om de paus tot een absolute monarch van de kerk te maken, omdat het proclameren van nieuwe leringen niet zonder de medewerking van bisschoppen kan plaatsvinden.
Dat neemt –ook volgens hen– niet weg dat Vaticanum I een nieuwe situatie heeft geschapen die het niet-katholieke christenen nog moeilijker heeft gemaakt om een positieve verhouding tot het primaat van de paus te ontwikkelen.
Vaticanum II is er volgens de groep niet in geslaagd om tot een gelijkluidende opvatting van de kerk te komen. Het concilie was niet de afsluiting of vernieuwing c.q. hervorming van de kerk, maar (slechts) “het begin van het begin ervan”.
Na een halve eeuw Vaticanum II moet de theologengroep van Farfa Sabina concluderen dat de nieuwe aanzetten van de kerk in Vaticanum II in de nieuwe kerkjuridische Codex van 1983 slechts gedeeltelijk een plaats hebben gekregen.
De paus oefent nog steeds zijn hoogste, volle en directe macht in de kerk uit.

Dr. K. van der Zwaag, Barneveld

Dit artikel werd u aangeboden door: Protestants Nederland

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van maandag 1 december 2014

Protestants Nederland | 24 Pagina's

Geboekstaafd

Bekijk de hele uitgave van maandag 1 december 2014

Protestants Nederland | 24 Pagina's