Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Lijkwade past in roomse traditie

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Lijkwade past in roomse traditie

4 minuten leestijd Arcering uitzetten

Het zit de godsdienstige mens in het bloed om een zichtbaar teken van God in handen te willen hebben en dat te vereren. De Lijkwade van Turijn – het kleed waarin Jezus gewikkeld zou zijn direct na Zijn sterven – is daar een schrijnend voorbeeld van. De verering staat echter in nauw verband met een lange roomse traditie van relikwieënverering.
Paus Franciscus bezocht vorige maand de lijkwade in de kathedraal van Turijn. Het mysterieuze doek werd in Turijn van april tot juli publiek tentoongesteld. De unieke relikwie wordt sinds 1578 in een zijkapel van de kathedraal van Turijn bewaard. Slechts bij uitzonderlijke gelegenheden wordt de lijkwade publiek tentoongesteld. Toen dat in 2010 gebeurde kwamen 2,1 miljoen pelgrims naar de kathedraal. Deze zomer loopt ook in Den Bosch een tentoonstelling over deze lijkwade.
Tot op heden blijven wetenschappers het oneens over de authenticiteit van de Lijkwade van Turijn, al overheerst steeds meer de opvatting dat het doek een middeleeuwse vervalsing is. Een belangrijk argument tegen de authenticiteit van het doek is dat het slechts na de plundering van Constantinopel in 1204 in documenten van de tempeliers opduikt. Er zijn eeuwen voorbij gegaan waarin er geen historische vermeldingen zijn geweest, terwijl het onwaarschijnlijk is dat er van zo’n belangrijke getuige van de kruisdood van Christus niets bekend zou zijn. Een tweede belangrijk argument tegen de echtheid was de radiometrische dateringsmethode in 1988, waaruit zou blijken dat de Lijkwade van Turijn een product uit de Middeleeuwen was.
Paus Benedictus XVI zei in 2010 tijdens zijn bezoek aan Turijn dat de vraag naar de historiciteit van ondergeschikt belang is, omdat het doek voor gelovigen “van grote en onvervangbare waarde is als contemplatie van het lijden van Christus”. Het zit in de mens om een visueel bewijs van zijn geloof te hebben. Dat was vooral het geval in de Middeleeuwen.
De kerk werd geplaagd door een zucht naar relikwieën. Geloof en bijgeloof, christendom, mirakelgeloof en magie, alles vloeide in die tijd in elkaar over. In tijden van gevaar (ziekten, oorlog, misoogst) voerde men de relikwieën in processie rond. Door de heiligen en hun relikwieën hoopten de gelovigen de demonen krachtiger te kunnen bestrijden en bij God gemakkelijker verhoring te vinden. Er was een florerende relikwieënhandel, zelfs relikwieëntoerisme, met de meest bizarre herinneringen aan Maria, haar vermeende hemd, haren en wat niet al.
De verering van de Lijkwade kan zich ook beroepen op het Concilie van Trente. Daar wordt het geloof in de relikwieën nauw verbonden met het geloof in het vagevuur, de afbeeldingen van heiligen en aflaten.
Het Concilie belijdt: “Standvastig houd ik dat er een reinigingsoord is en dat daar de vastgehouden zielen door voorbeden van gelovigen worden geholpen; en eveneens dat de heiligen die samen met Christus heersen, vereerd en aangeroepen moeten worden, en dat zij voor Gods aangezicht gebeden brengen voor ons en dat hun relikwieën vereerd moeten worden.” Degenen die beweren dat relikwieën niet verering schuldig zijn, worden veroordeeld, “zoals de Kerk al vroeger heeft veroordeeld en ook nu veroordeelt”.
Zoals vaker in deze rubriek is gezegd: wie met één vinger naar Rome wijst, moet dat ook met twee vingers naar zichzelf doen. We hebben dan officieel geen heiligen of relikwieën, maar overal waar de godsdienstige verering zich richt op iets wat niet God is, maken we ons schuldig aan dezelfde afgoderij als in de roomse kerk. Dan roven we de eer die God alleen toekomt. Al in de vroege kerk ontstond er een tendens om de martelaren als bijzondere christenen te beschouwen en hun relieken te vereren.
De Lijkwade in Turijn bevindt zich achter kogelvrij glas, met bewakers ervoor en een dranghek. Er is een paar meter afstand. Vanzelfsprekend mocht de lijkwade niet aangeraakt worden. Wat beweegt de mens om zo ademloos en ontroerd naar zo’n lijkwade te kijken?
Gelukkig hangt het geloof niet van een relikwie af en kent de prediking, als het goed is, geen dranghekken voor het Evangelie. Het zit in de religieuze mens om het heil tast- en zichtbaar voor ogen hebben. “Zalig zijn zij, die niet zullen gezien hebben, en nochtans zullen geloofd hebben.”

Dit artikel werd u aangeboden door: Protestants Nederland

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 1 augustus 2015

Protestants Nederland | 32 Pagina's

Lijkwade past in roomse traditie

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 1 augustus 2015

Protestants Nederland | 32 Pagina's