Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

GEBOEKSTAAFD

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

GEBOEKSTAAFD

10 minuten leestijd Arcering uitzetten

Lam van God. Verlangen naar eenheid; door dr. C. van Sliedregt. Uitgave van de Willem de Zwijgerstichting, Postbus 295, 3740 AG Baarn. Te bestellen via de website www. willemdezwijgerstichting.nl of wdzst@kpnmail.nl. De brochure kost € 4,30 (excl.verzendkosten) – ook te verkrijgen via de boekhandel. Donateurs ontvangen in voor-en najaar een brochure voor een minimale donatie van € 7,00.


Maarten Luther was 500 jaar geleden niet uit op een kerkscheuring. De Reformatie beoogde een grote schoonmaak van de kerk. Helaas is de eenheid van de kerk niet bewaard gebleven en zijn er daarna nog vele scheuringen gevolgd. Dit brengt dr. Van Sliedregt tot de verzuchting dat het in onze tijd lijkt alsof het verlangen naar eenheid het maximaal haalbare is.
In de voorjaarsbrochure van de Willem de Zwijgerstichting denkt hij na over de eenheid van de kerk, waarbij het hem niet om eenheid zondermeer gaat, maar om één zijn in het Lam van God. In vijf hoofdstukken wordt een fijnzinnige, meditatieve exegese geboden van teksten waarin een lam centraal staat – te beginnen bij het offer van Abraham in Genesis 22 tot de bruiloft van het Lam in het boek Openbaring.
Bij de Jordaan wordt Jezus door Johannes de Doper aangewezen als het Lam van God. Aan het einde van Zijn leven zal Jezus als een Lam ter slachting geleid worden. Bij de maaltijd van het Pascha wordt een lam gegeten.
Van Sliedregt gaat vervolgens de grote vragen met betrekking tot Eucharistie en Avondmaal niet uit de weg en legt er terecht de vinger bij dat in de Rooms Katholieke Kerk ambt, eucharistie en kerk een onafscheidelijke eenheid vormen. Een spannende vraag in dit verband is, of je als protestant ook pijn voelt dat je uitgesloten bent van de deelname aan de eucharistie, omdat je op een andere wijze de aanwezigheid van Christus in brood en wijn belijdt.
Na de bijbelse verkenning sluit de brochure af met een hoofdstuk dat als titel draagt ‘ontmoeting in heden en toekomst’. Aan de orde komen onder andere de Nationale Synode en het initiatief Nieuw Sion. De initiatiefnemers hopen dat rooms-katholieken en protestanten in het kloostercomplex te Diepenveen samen stil kunnen worden voor God.
Vanuit de stilte mogen liederen gezongen worden die de eenheid versterken: Lof zij het Lam, die onze zonden op zich nam... die dood geweest is, en Hij leeft! Aan de verschillende hoofdstukken zijn gespreksvragen toegevoegd, zodat deze inhoudsvolle brochure ook geschikt is om te gebruiken voor een bijbelkring of voor het bezinningsmoment tijdens een kerkenraadsvergadering.
Prof. dr. W.H.Th. Moehn, Hilversum


Licht! De Nederlandse Republiek als bakermat van de Verlichting; door André Klukhuhn. Uitgave van Uitgeverij De Bezige Bij, Amsterdam, 2016. ISBN 978 90 2349 878 0; 254 blz.


De zeventiende eeuw staat in de Nederlandse geschiedenis bekend als de Gouden Eeuw. Het is ook een periode die in de Europese cultuurgeschiedenis samenvalt met de vroege Verlichting.
In de ons omringende landen als Frankrijk en Engeland keek men met verwondering naar de Republiek der Zeven Verenigde Nederlanden.
Want die republiek ontwikkelde zich in deze Gouden Eeuw tot een nieuwe, rijke staat, een koloniaal wereldrijk, zonder koning, zonder hof van edelen, maar met zelfbestuur van een volk.
De filosoof en scheikundige André Klukhuhn schrijft over deze periode in de geschiedenis aan de hand van personen, die gezag verwierven op hun terrein ver buiten ‘s lands grenzen.
Hij typeert dit gezag als ‘Licht’, dat zich toen zo glansrijk samenbalde in een klein gebied (de Zeven Provinciën), maar tegelijk een cruciale positie in de wereldgeschiedenis verwierf en een revolutie zonder weerga teweegbracht.
René Descartes en Baruch Spinoza domineerden de filosofie; Christiaan Huygens en Antoni van Leeuwenhoek de wetenschap; Rembrandt van Rijn en Johannes Vermeer de schilderkunst en tenslotte Joost van den Vondel, Constantijn Huygens sr. en Pieter Corneliszoon Hooft de literatuur.
Uiteraard is de keus van Klukhuhn subjectief, hoewel de door hem beschreven figuren echt wel wat hadden te vertellen. Volgens de auteur zorgden zij voor licht, Hollands licht. Op deze manier kan alleen maar geschreven worden als de oorsprong van de Gouden Eeuw, namelijk de Reformatie en de doorwerking daarvan in samenleving, bestuur, cultuur èn wetenschap volstrekt buiten beeld blijft.
En dat blijft het bij Klukhuhn. Dat nu is voor deze filosoof duidelijk een onmiskenbaar en tegelijk verwijtbare blinde vlek, waardoor zijn boek ten diepste een onjuist beeld geeft van de Gouden Eeuw.
P. van de Breevaart


Onze wereld in wording, beschouwingen bij de bijbelse scheppingsverhalen (De Genesi aduersus manichaeos & De Genesi ad literam liber unus imperfectus, door Aurelius Augustinus; ingeleid, vertaald en van aantekeningen voorzien door Leo Wenneker, Sander van der Meijs en Hans van Reisen, Uitgave van Damon, Budel, 2016, ISBN 978 94 6036 222 4, 200 blz., €29,90.


In de voorbije eeuwen zijn er Europese geleerden geweest die hebben bijgedragen aan de groeiende twijfel over het waarheidsgehalte van het eerste scheppingsverhaal. Te denken is aan Galilei (1564-1642), Darwin (1809-1882), Mendel (1822-1884) en Einstein (1879-1955). Reeds in de Vroege Kerk werd er gediscussieerd over de schepping. Te denken is aan het manicheïsme, een beweging die vanwege de organisatiestructuur een alternatieve kerk werd.
Manicheeërs zagen zichzelf als ware christenen. Ze leerden een dualisme tussen het goed en het kwaad. Dat had gevolgen voor de uitleg van de eerste drie hoofdstukken van Genesis. Het kwaad werd niet gezien als een gevolg van de zondeval. Het logische karakter van de leer van de Manicheeër sprak velen aan. Ook Augustinus is onder de bekoring gekomen van de beweging. Hij was bijna negen jaar toehoorder.
Langzamerhand werd hij teleurgesteld door de leer van Mani. Dat gebeurde toen een vriend het katholieke geloof aannam en kort hierna een bekende Manicheeër zijn vragen niet kon beantwoorden. Hij brak met de beweging toen hij onder de bekoring kwam van de prediking van Ambrosius in Milaan.
Augustinus schreef twee werken om zich tegen de Manicheeërs te verzetten. Het eerste werk getiteld De Genesi aduersus manichaeos is te dateren ergens tussen 388 en 390. Het bevat twee boeken of delen. In boek 1 staat de behandeling centraal van Genesis 1: 1-2:3 en in boek 2 die van Genesis 2: 4-3:24. Het tweede werk getiteld De Genesi ad literam liber unus imperfectus is te dateren in de jaren 393-394. Is er in het eerste werk ruimte voor de allegorische uitleg, in het tweede werk laat Augustinus zien dat scheppingsverhaal naar de letter genomen zinnig is uit te leggen.
Interessante uitleggingen komen we tegen. Hoe moeten we “In den beginne”, de eerste woorden uit de bijbel, uitleggen? Het is volgens Augustinus niet als een tijdsaanduiding te zien. Hij zegt: ‘God heeft in het begin de hemel en de aarde gemaakt, niet in het begin van de tijd, maar in Christus, omdat Hij het Woord was bij de Vader waardoor en waarin alles is gemaakt.’ Wat is scheppen? Augustinus zegt: ‘Als een timmerman iets maakt, heeft hij hout nodig dat hij zelf niet heeft gemaakt. Zo doen alle vakmensen. Maar de almachtige God had geen hulp nodig van iets wat Hij niet zelf had gemaakt om te realiseren wat Hij wilde. Want als iets wat Hij niet zelf had gemaakt Hem hielp om te maken wat Hij wilde, was Hij niet almachtig. En het is een godslastering om dat te geloven.’
Mooi is hoe Augustinus aan het einde van het eerste werk en aan het begin van het tweede werk een uiteenzetting geeft van het katholieke geloof. Wezenlijk in dit onderwijs is dat God de hemel en de aard een alles wat erin is, goed geschapen heeft, maar dat door ons toedoen het kwaad in de wereld gekomen is. Door de Heere Jezus is er vernieuwing.
Augustinus zegt: ‘Aan wie boete doen zijn de zonden vergeven die zij hebben gedaan en hun is het eeuwige leven en het Koninkrijk der hemelen beloofd.’ De uitgave van uitgever Damon is een aanrader voor allen die zich verdiepen in het scheppingsgeloof. Wel vraag ik me, al lezende, regelmatig af wat het verschil is tussen allegorese en fantasie. Regelmatig geeft de uitleg van Augustinus meer weer van het tijdsbeeld dan van de echte betekenis van de tekst.
Ds. J.H. Lammers, Ridderkerk


Harm van Riel. Een rechtse provo; door Mark Verheijen. Uitgave van Boom Uitgevers, Amsterdam, 2016. ISBN 978 90 8953 965 6; 272 blz.; €22,50.


Oud-Tweede Kamerlid en historicus Mark Verheijen heeft een mooie en lezenswaardige biografie geschreven over het meest Thorbeckiaanse lid en volksvertegenwoordiger van de na-oorlogse VVD, Harm van Riel (1907-1980). Zelfs voor niet-ingewijden in de Haagse politieke mores leest dit boek als een trein. Oudere lezers zullen zich Van Riel nog herinneren, afgebeeld met zijn onafscheidelijke sigaar van groot formaat.
Van Riel was zichzelf en bleef zichzelf, ook al veranderde alles om hem heen. Hij was authentiek, schilderachtig, eigenzinnig en conservatief, al zette hij zelf achter die laatste typering wel vraagtekens. Maar hij was beslist niet reactionair. Hij irriteerde de progressieve tak van de liberalen en mede door zijn invloed in de VVD ontstond D66 met Hans van Mierlo als vaandeldrager.
Hij was een wonderlijke figuur. Zo legde hij als voorzitter van de VVD-fractie in de Eerste Kamer de teksten van zijn bijdragen aan debatten nooit ter goedkeuring aan de fractie voor, zoals in Den Haag te doen gebruikelijk was. Samenwerking van de VVD met de PvdA was voor Van Riel onbestaanbaar.
De ‘rechtse’ liberaal geldt ook als de peetvader van de 34 jaar jongere Hans Wiegel. Wiegel zal als het te pas komt als eerste erkennen dat Van Riel zijn politieke en ideologische liberale voorbeeld is geweest. Het waren Harm van Riel, Hans Wiegel en Haya van Someren-Downer (de drie H’s) die van de VVD in de jaren 70 van de vorige eeuw een brede conservatief-liberale volkspartij wisten te maken.
P. van de Breevaart


Institutes of the Christian Religion, by John Calvin, vertaald vanuit de eerste Franse uitgave van 1541 door Robert White. Uitgave van Banner of Truth, Edinburgh, 2014. ISBN 978 18 4871 463 2; 882 blz.; £19,--.


Calvijn is vooral bekend door zijn laatste uitgave van de Institutie in 1559. Breed wordt wel erkend dat we om Calvijn echt te leren kennen ons niet tot dit werk moeten beperken. Zijn brieven, Bijbelcommentaren en preken zijn dan van groot belang. De laatste uitgave van de Institutie is feitelijk een weergave voor predikanten en studenten in theologie van de bijbelse boodschap zoals Calvijn die door intensieve bestudering van de Schrift steeds beter had leren verstaan. Zij moet dan ook in samenhang met zijn Bijbelcommentaren worden gelezen.
Met de eerste uitgave van de Institutie in 1536 trok Calvijn reeds de aandacht van velen. In deze uitgave die veel minder omvangrijk is dan de laatste uitgave, zet Calvijn met het oog op gewone gemeenteleden de kern van de bijbelse leer uiteen. Tussen de eerste en laatste uitgave van de Institutie liggen nog een aantal uitgaven.
De tweede Latijnse uitgave kwam in 1539 uit. Daarvan verscheen in 1541 een Franse editie. In 1543 verscheen een nog weer uitvoerigere Latijnse editie. Dat gebeurt opnieuw in 1550. Ook van deze versie komt een Franse vertaling uit en wel in 1551.
Nu leest niet iedereen even gemakkelijk Latijn of oud-Frans. Voor wie Engels beheerst, is het goed te weten dat bij de Banner of Truth een nieuwe vertaling verscheen van de Franse uitgave van 1541. In onderscheid met de uitgave van 1536 kunnen de uitgave van 1539 en 1541 niet meer als een louter catechetisch handboek worden gekarakteriseerd.
De relatie tussen Calvijns Bijbelcommentaren en de Institutie wordt hier al duidelijk zichtbaar. Wel merk je sterker dan in de laatste uitgave van de Institutie hoezeer Calvijn geestelijk ook een leerling van Luther was.
Wie de laatste uitgave van 1559 kent leest hier geen nieuwe dingen. In een veel korter bestek worden de hoofdartikelen van het christelijke geloof uiteengezet. Zelf ervoer ik het als verfrissend op deze manier met Calvijn kennis te maken en via hem met de bijbelse boodschap. Ik kan anderen de wijze van kennismaking alleen maar aanraden.
Dr. P. de Vries, Boven-Hardinxveld

Dit artikel werd u aangeboden door: Protestants Nederland

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van maandag 1 mei 2017

Protestants Nederland | 24 Pagina's

GEBOEKSTAAFD

Bekijk de hele uitgave van maandag 1 mei 2017

Protestants Nederland | 24 Pagina's