Bekijk het origineel
Bekijk het origineel
Da Costa wilde geen kunst om de kunst, het ging hem om de eetbare honing
Derde deel in serie Christelijk Erfgoed over tijdzang "De chaos en het licht"
„Kan het zijn dat de lier die sinds lang niet meer ruischte/ die sints lang tot geen harten in dichtmuzijk sprak,/ weer opeens van verrukking en hemellust bruiste,/ en in stroomende galmen het stilzwijgen brak", zong Da Costa in 1840 in de voorzang van zijn "Vijf en twintig jaren". Hij heeft die vraag niet alleen zelf beantwoord door direct het bewijs te leveren, maar is de jaren daarna ook blijven zingen. Profetisch bleef hij de lier bespelen. Ter gelegenheid van het verstrijken van de eerste eeuwhelft verscheen zijn laatste grote tijdzang, "De chaos en het licht", waarvan nu in de serie Christelijk Erfgoed een heruitgave verscheen.
Premium Artikel
Dit artikel is exclusief leesbaar voor abonnees met een RD-abonnement, een zesdaags abonnement op het RD of op de e-paper. Dit artikel lezen? Log in op uw EMG-account of neem een abonnement.
Inloggen Neem (proef)abonnementBekijk de hele uitgave van vrijdag 2 juni 1989
Reformatorisch Dagblad | 24 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van vrijdag 2 juni 1989
Reformatorisch Dagblad | 24 Pagina's