Zalige hoop

„Verwachtende de zalige hoop en verschijning der heerlijkheid van de grote God en onze Zaligmaker Jezus Christus". Titus 2:13

Paulus spreekt over de hoop. Dat Is een deugd die de gelovigen door genade in hun hart hebben ontvangen. Die hoop vloeit voort uit het geloof. Het is een zekere verwachting van de toekomstige heerlijkheid en een begeerte om eerlang in het bezit te komen van de beloofde goederen. Toch kan Paulus hier niet het oog hebben op deze deugd van de hoop. Hij zegt immers dat de gelovigen de hoop verwachten.

Onder de hoop die men verwacht moeten wij daarom verstaan het geheel van de goederen waarop men hoopt. Deze uitdrukking komt algemeen voor in onze taal. Men zegt bij voorbeeld: Ik heb mijn hoop verkregen, of: ik zal nooit mijn hoop verkrijgen. Daarmee willen wij dan zeggen, dat wij de gehoopte zaak ontvangen hebben of dat onze hoop op bepaalde dingen verflauwt, omdat wij denken ze niet te ontvangen.
Hier betekent de hoop dus, de zaak waarop men hoopt. In de tekst staat: „Verwachtende de hoop". Die zalige hoop is niets anders dan de verschijning der heerlijkheid van de grote God en Zaligmaker Jezus Christus. Op deze verschijning wachten zij.
Johannes Groenewegen (Uit: Reveil-serie No. 74)

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.