Bekijk het origineel
Bekijk het origineel
Verzegeling met Heilige Geest is iets anders dan "plus" van 'Pinksteren'
Ook ontdekkende, zaligmakende overtuiging mag pinksterervaring heten
Dr. A. A. Hoekema —destijds verbonden aan het Calvin Theological Seminary in Grand Rapids— schrijft in zijn boek "Spreken in tongen" dat de meeste 'pinkstergelovigen' de doop met de Heilige Geest beschouwen als een (onmisbaar) „tweede werk van de genade", na de wedergeboorte. En de Nederlandse charismaticus dr. K. J. Kraan maakt in "Ruimte voor de Geest" onderscheid tussen het ontvangen van de Geest bij de wedergeboorte en een „welbewust" ontvangen van de Geest in de Geestesdoop. Hij noemt dat een „tweede zegen". Glossolalie, het spreken in tongen, zou een eerste bewijs zijn van die Geestesdoop. Het spreken over een „tweede genade" —als een bijzondere verzekering van genade, waarbij roeping en verkiezing vastgemaakt worden— is echter ook de reformatorische gezindte niet vreemd. Is er terzake van deze 'tweede zegen' iets meer te zeggen over de verhouding tussen 'Pinksteren' en onze gezindte?
Premium Artikel
Dit artikel is exclusief leesbaar voor abonnees met een RD-abonnement, een zesdaags abonnement op het RD of op de e-paper. Dit artikel lezen? Log in op uw EMG-account of neem een abonnement.
Inloggen Neem (proef)abonnementBekijk de hele uitgave van vrijdag 1 juni 1990
Reformatorisch Dagblad | 24 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van vrijdag 1 juni 1990
Reformatorisch Dagblad | 24 Pagina's