Bekijk het origineel

Bekijk het origineel
Voedselhulp Ethiopië „ernstig bemoeilijkt"
Slechts deel van konvooien komt op gang
ROME (AFP/RTR) - De voortdurende strijd In Ethiopië, en met name de sluiting van de haven van Assab, heeft de voedselhulp voor de acht miljoen mensen die in het land met de hongerdood bedreigd worden ernstig bemoeilijkt. Dat heeft James Ingram, de directeur van het Wereldvoedselprogramma (WVP), gisteren in Rome meegedeeld.
Hij zou vandaag naar Londen reizen om daar met de leiders van het Eritrese Volksbevrijdingsfront (EPLF) te bespreken hoe de voedselhulp weer op gang gebracht kan worden. Eritrea, in het noorden van Ethiopië, is een van de gebieden die het zwaarst door de honger getroffen zijn.
Dit jaar is er in Ethiopië 1,4 miljoen ton voedsel nodig om te voorkomen dat een miljoen Soedanese vluchtelingen en zeven miljoen Ethiopiërs van honger sterven, aldus het WVP. Tot nu toe is er pas 327.000 ton voedsel verdeeld.
Het WFP, een organisatie van de Verenigde Naties, is belast met de distributie van de hulp in Ethiopië. Met name de sluiting van de haven van Assab, waar meer dan de helft van de hulp wordt aangevoerd, belemmert de hulpoperatie.
Wanhopig
Medewerkers van de verschillende 'internationale hulporganisaties in Ethiopië probeerden gisteren wanhopig de aanvoerlijnen voor de hulp te herstellen. Functionarissen van de VN zeiden dat de voedselkonvooien in het noorden, waar al jaren een burgeroorlog woedt, langzaam weer op gang komen nadat zij door de snelle opmars van verzet gestaakt moesten worden.
In het oosten, waar meer dan een miljoen Ethiopische boeren en Somalische vluchtelingen honger lijden, worden door de penibele militaire situatie echter nog steeds alle hulpzendingen geblokkeerd. Regeringstroepen hebben daar de steden Harar en Dire Dawa in handen, de voornaamste distributiecentra in het oosten.
In Addis Abeba zitten honderden ziekenhuispatiënten en slachtoffers van de gevechten van dinsdag, toen het verzet de stad innam, zonder voedsel en medische verzorging omdat de leden van medische staf wegens een uitgaansverbod hun huizen niet mag verlaten.
Nederlanders
In Ethiopië verblijven nog enkele tientallen Nederlanders. Onder hen bevinden zich twaalf paters van de congregatie der Lazaristen, twee mensen van de Nederlandse ambassade in Addis Abeba (de ambassadeur mr. J. J. Jonkman en de attaché V. J. M. Vermeer), zeven medewerkers van de organisatie Artsen zonder Grenzen, van wie drie in de Ethiopische hoofdstad en vier in de Ogaden, een medewerker van de evangelische hulporganisatie Tear Fund en een medewerker van de Stichting Nederlandse Vrijwilligers, beiden ook in Addis.
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van donderdag 30 mei 1991
Reformatorisch Dagblad | 20 Pagina's

Bekijk de hele uitgave van donderdag 30 mei 1991
Reformatorisch Dagblad | 20 Pagina's