Sociale gerechtigheid als handelsmerk
Voormalig minister De Gaay Fortman op 85-jarige leeftijd overleden
DEN HAAG - Een blijvende, grote nadruk op sociale gerechtigheid. Dat typeerde de zaterdag overleden oud-ARP-politicus prof. mr. dr. W. F. de Gaay Fortman. Donderdag heeft in Amsterdam de begrafenis plaats, na een herdenkingsdienst in de Haagse Kloosterkerk.
De Gaay Fortman had een lange staat van dienst in de Anti-Revolutionaire Partij achter zich. Hij was verschillende keren informateur, maar zijn politieke hoogtepunt was zijn ministerschap op Binnenlandse Zaken in het kabinet-Den Uyl (1973-1977).
Samen met zijn partijgenoot Boersma, die op Sociale Zaken plaatsnam, was hij in feite de wegbereider voor dit centrum-linkse kabinet. De totstandkoming daarvan ging overigens niet zonder slag of stoot, want De Gaay Fortman aanvaardde het ambt zonder dat hij toestemming had van Biesheuvel, ARP-lijsttrekker en demissionair premier. Dat zette veel kwaad bloed. De Gaay Fortman kreeg dan ook regelmatig het scheldwoord ”rooie hond” naar zijn hoofd.
Voor De Gaay Fortman was het echter een stap uit overtuiging, hoewel zijn persoonlijke vriendschap met Den Uyl ongetwijfeld ook een rol heeft gespeeld. De toenmalige minister van binnenlandse zaken vertegenwoordigde een stroming in zijn partij die het sociale denken hoog in het vaandel had. Dat maakte hem tot een buitenbeentje in zijn partij. Zijn aristocratische uitstraling, gecombineerd met een zekere mate van natuurlijk gezag, weerhield ARP’ers er echter van hem geheel af te schrijven. Dat is met andere loyalisten wel gebeurd. Kenners zeggen dat de sociale inslag een restant is van het Réveil, waarbij De Gaay’s voorgeslacht was betrokken.
Hij trad daarom niet toe tot het centrum- rechtse kabinet van Van Agt en Wiegel in 1977. Hij vond dat daarmee zijn geloofwaardigheid in het geding zou komen.
Gereformeerd
De Gaay is opgevoed in een gereformeerd nest maar -zoals hij zelf eens heeft gezegd- niet heel streng.
Eén kerkgang per zondag was voldoende. Typerend voor de tijd dat de jonge Wilhelm Friedrich opgroeide: er kwam bij hun gezin een kerstboom in huis.
In het conflict dat de Gereformeerde Kerken in de jaren twintig verscheurde, namelijk de vraag of de slang in het paradijs nu wel of niet had gesproken, koos hij de zijde van prof dr. Geelkerken Deze hoogleraar ontkende dat de slang echt sprak tot Eva.
De Gaay Fortman had naar zijn zeggen moeite met mensen die zeggen wat ze precies geloven. „Van twijfel wordt het geloof niet zwakker, maar sterker”. Hij bleef zijn kerk wel trouw, maar hij verkeerde daarin met een bezwaard gemoed. De authentiek gereformeerde geloofsleer vond hij op een aantal punten onbijbels.
Ook in zijn partij, de ARP, verkeerde Gaius -zoals zijn vrienden hem noemden- met een bezwaard gemoed.
De partij had naar zijn mening veel sterker moeten vasthouden aan de sociale richting. Hij bespeurde bij veel partijgenoten een hang naar conservatisme.
De totstandkoming van het CDA ging hem veel te snel. Hij wilde eerst een federatie van KVP, ARP en CHU.
De eerste twee kabinetten-Lubbers waren in zijn ogen wel nodig, maar braken de verzorgingsstaat zijns inziens te veel af. Ook het derde kabinet- Lubbers, waarin niet de WD maar de PvdA de bondgenoot van het CDA was, kon in dit opzicht de goedkeuring van de eminente christen-democraat niet wegdragen. Na de kamerverkiezingen van 1994 verklaarde hij: „Mijn vrouw en ik rekenen op Wim Kok en hebben op Schutte gestemd”. De teleurstelling was groot toen de PvdA-leider besloot met de VVD in zee te gaan.
Slijtage
De oud-minister heeft ook na zijn terugtreden uit de actieve politiek nooit een blad voor de mond genomen. Het lijkt nu heel vanzelfsprekend, maar reeds in de jaren tachtig bepleitte De Gaay een oppositierol voor het CDA. Dat zou goed zijn voor zijn partij en ook voor de anderen.
„Het is niet leuk als je altijd regeert.
Er komt dan iets van slijtage in en vanzelfsprekendheid”.
Hij hekelde ook de trend om het ministerschap als een beloning te zien, bijvoorbeeld voor aan de partij verleende diensten. Dat oud-CDA-voorzitter Bukman een ministerschap op Ontwikkelingssamenwerking ‘kreeg’, was een gruwel in zijn ogen. „Een ministerschap is een opdracht, geen beloning”, luidde zijn commentaar.
Zelf heeft hij zich nooit een rasechte politicus gevoeld, hoewel hij de ARP en ook het CDA langdurig diende in verschillende volksvertegenwoordigende organen. Van 1960 tot 1973 en van 1977 tot 1981 zat hij in de Eerste Kamer. In de laatste periode overigens tegelijk met zijn zoon. Die gaf toen leiding aan de links-radicale Politieke Partij Radicalen. Vanaf 1977 zat De Gaay Fortman ook in het Europees Parlement.
De Gaay Fortman maakte zich vanaf de jaren vijftig regelmatig verdienstelijk als kabinetsinformateur. Vanaf 1947 was hij hoogleraar burgerlijk, handels- en arbeidsrecht aan de Vrije Universiteit van Amsterdam. Eind jaren zestig was hij een aantal jaren rector magnificus van de VU. De in 1911 geboren hoogleraar bereikte de leeftijd van 85 jaar.
Reacties
Na zijn overlijden afgelopen zaterdag hebben verschillende politici hun waardering uitgesproken voor De Gaay Fortman. De christen-democraten De Hoop Scheffer en mevrouw Lodders roemden zijn sociale bewogenheid. Oud-premier Van Agt, destijds minister van justitie in het kabinet- Den Uyl, heeft zijn collega vooral leren kennen tijdens de beruchte treingijzelingen. „Hij was een aristocraat, een edelman van geest”, aldus Van Agt.
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van dinsdag 1 april 1997
Reformatorisch Dagblad | 16 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van dinsdag 1 april 1997
Reformatorisch Dagblad | 16 Pagina's