Lastige opdracht voor OJEC

Onder invloed van het OJEC heeft een aantal christelijke kerkgenootschappen zijn kerkorde veranderd met betrekking tot de plicht van het bedrijven van zending onder de joden. Ook werd door middel van studies en publicaties aandacht besteed aan allerlei vormen van kerkelijk antisemitisme en anti-judaïsme, met name in het godsdienstonderwijs en in vormingswerk.

Misstanden

Gedurende vele eeuwen ging het christendom met de in zijn omgeving levende joodse gemeenschap om door middel van beschimping, verbanning en vervolgingen. Talloze verkeerde visies ontwikkelde het over het jodendom als godsdienst. Met alle kwalijke gevolgen van dien. Het ligt dan ook voor de hand dat de werkzaamheden van het OJEC zich primair richtte tot de christelijke gesprekspartner. Het OJEC vond dat daar de misstanden lagen.

Daarnaast werd er ook aandacht besteed aan het bestrijden van vooroordelen die bij de joodse gemeenschap bestaan met betrekking tot de kerken. Vooroordelen die, alhoewel niet altijd terecht, historisch gesproken voldoende grond bevatten om nog steeds voort te bestaan en die kennelijk een lang en hardnekkig leven beschoren zijn.

Wie wel en wie niet?

Recentelijk besloot het Israëlische parlement, de Knesset, om het Israëlische Opperrabbinaat de officiële zeggenschap te geven over de vraag welke normen te hanteren met betrekking tot de vraag wie wel en wie geen jood is.

Daarbij gaat het om joodse wettelijke regels zoals het volgen van uitsluitend de moederlijn en het erkennen van proselieten van slechts hen die zijn toegetreden volgens de joods-wettelijke regels van het jodendom. Dit ter uitsluiting van de vrijzinnige methode van acceptatie, zoals de liberale joodse gemeenschappen die toestaan.

Dit besluit van de Knesset zit de liberale rabbijnen in Nederland heel erg hoog. Zo hoog dat zij recent in een advertentie in het Nieuw Israëlietisch Weekblad hun volgelingen opriepen krachtig te protesteren. In de advertentie wordt Israël afgeschilderd als een land dat steeds meer wordt gemaakt tot een joods „fundamentalistische staat”. En dat komt door de „chantage” van de „ultra-orthodoxe” partijen.

Herinneringen

De door de liberale rabbijnen gebruikte uitdrukkingen aan het adres van de joodse orthodoxie in Israël, en in de diaspora, roepen herinneringen op. Herinneringen aan de oude karikaturen, zoals die nog helemaal niet zo lang geleden in Oost-Europa veelal in de pers verschenen wanneer het ging om de jood. Herinneringen hoe in oude tijden de oude wetsgetrouwe jood door de kerk werd afgebeeld. Beschimpt vanwege zijn wetsgetrouwe gedrag. Beschuldigd als bedrieger en chanteur.

Het is deze karikaturale voorstelling die mij deed besluiten om maar eens contact op te nemen met het OJEC. Ook deze vorm van anti-judaïsme moet aan de kaak worden gesteld. Anti-judaïsme moet worden bestreden. Of het nu van christelijke of van joodse zijde komt. Het OJEC gaf echter geen thuis. Deze affaire wordt beschouwd als een interne joodse aangelegenheid. Het OJEC bemoeit zich slechts met joodschristelijke betrekkingen.

Ingrijpen

Zoals gezegd rekende het OJEC het onderzoek naar anti-judaïstische tendensen in de samenleving tot een van zijn taken. Deze keer gaat het om een zaak van een flagrant anti-judaïsme veroorzaakt door het vrijzinnige deel van de joodse gemeenschap. Wil het OJEC geloofwaardig overkomen dan zal het nu ook moeten ingrijpen.

Het kan natuurlijk niet zo zijn dat alleen antisemitisme of anti-judaïsme van christelijke zijde aan de orde komt. Deze negatieve tendensen dienen ten allen tijde bestreden te worden. Ja, ook wanneer zij van joodse zijde komen.

Door zich slechts bezig te houden met antisemitisme of anti-judaïsme van christelijke zijde en het ‘joods’ antisemitisme of anti-judaïsme ongemoeid te laten, plaatst het OJEC zichzelf wel in een heel merkwaardige hoek. Ik kan mij goed voorstellen dat de christelijke gesprekspartners het met een dergelijke eenzijdige houding wel eens heel moeilijk kunnen krijgen.

Lastige opdracht

Dat deze opdracht lastig kan zijn, is duidelijk. Uiteindelijk is de ‘aangeklaagde’ in dit geval een van de bij het OJEC aangesloten organisaties. Maar ook dat is geen nieuw fenomeen. De rooms-katholieke kerk, maar ook de reformatorische kerken die bij het OJEC zijn aangesloten zijn ooit wel eens door het OJEC in het beklaagdenbankje gezet. Zij bleken echter volwassen genoeg om de beschuldigingen onder ogen te zien en de consequenties daar uit te trekken. Nu is het de beurt aan de joodse liberalen. Anti-judaïsme is anti-judaïsme, waar het ook vandaan komt.

In deze zaak wens ik het OJEC veel wijsheid toe.

De auteur is rabbijn.

Het OJEC volhardt in de mening dat liet in de onderhavige kwestie om een interne joodse aangelegenheid gaat en is daarom niet bereid te reageren

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen