Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

De administratie van Zwolse boekverkopers

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

De administratie van Zwolse boekverkopers

Begrip lezersrevolutie vormt rode draad in ”Lezen en schrijven in de provincie”

4 minuten leestijd Arcering uitzetten

Mijn dochter van zes heeft lezen geleerd. Dat is natuurlijk geen wereldschokkende mededeling, hoewel het feit op zich diep ingrijpt in zo’n jong leven. Veel opvallender is dat er plotseling in onze dagelijkse omgeving zoveel te lezen blijkt! Vanaf de achterbank van de auto worden de reclameborden langs de weg hardop voorgelezen. In de supermarkt wordt elk looppad tot een lang leesboek. Voor de ogen van een kind moet onze wereld wel van boven tot onder volgeschreven lijken. Zo vestigt m’n dochter de aandacht op een ‘lezersrevolutie’.

In het proefschrift van Han Brouwer, ”Lezen en schrijven in de provincie”, vormt dat begrip lezersrevolutie een soort rode draad. Het is de term waarmee veelal de veranderingen in het (gedrag van het) lezerspubliek in de tweede helft van de achttiende eeuw worden aangeduid. Tegen de achtergrond van de emancipatie van de middenklasse zou een schare nieuwe lezers de markt betreden hebben.

Het titelaanbod dat die lezers aantroffen, groeide sterk en nieuwe genres, zoals tijdschriften en romans, deden hun intrede. Bovendien veranderde de leesgewoonte van intensief in extensief: in de plaats van het intensief lezen van een klein boekenbestand kwam het oppervlakkig lezen van een veel groter aantal werken.

Zwolle

Brouwer vraagt zich af of die gangbare opvatting wel klopt. Volgens hem vormde het lezende publiek tot nu toe het sluitstuk van elk boekhistorisch onderzoek en daarom is de term lezersrevolutie te pretentieus. Om meer zicht op de lezers te krijgen, hanteert Brouwer een tot nu toe niet gebruikte ”droombron”: de administratieboeken van drie Zwolse boekverkopers. Voor de perioden 1777-1778 en 1847-1849 onderzoekt hij de boekverkopersboeken van Tijl, Tjeenk Willink en Waanders. Iedere klant die niet contant betaalde, is terug te vinden in deze boeken, compleet met vermelding van de aangekochte koopwaar.

Brouwer gaat zeer uitvoerig te werk. Na een uitgebreide inleiding over de stand van zaken in het boekhistorisch onderzoek bespreekt hij de drie boekverkopers. Ze worden geplaatst in de context van het Zwolse boekenbedrijf en het Zwolse boekenkopend publiek. Daarna komen lectuur en publiek aan de orde. Ook hier weer ruime aandacht voor de context van Zwolle in de desbetreffende jaren. „Eerst even de tijdgeest opsnuiven”, noemt Brouwer dat.

Brouwers werkwijze levert aardige inzichten op. De zegswijze ”Zeg mij wat uw boeken zijn en ik zal zeggen wie u bent” blijkt ook voor die tijd op te gaan wanneer voor een langere periode wordt nagegaan wat een bepaalde klant in de boekwinkel heeft aangeschaft. Het blijkt echter ook dat Brouwers droombron verschillende dingen in het ongewisse laat. Blijmoedig lost de schrijver dat probleem soms op met opmerkingen als „Laten we er een slag naar slaan” of „Zonder naïviteit vaart geen onderzoeker wel”. Zulke opmerkingen verhullen echter niet dat er een enkele keer wel heel weinig materiaal aanwezig is om een bepaalde conclusie te rechtvaardigen.

Zedenkundige roman

Desalniettemin formuleert hij halverwege zijn onderzoek een aantal hypothesen. De nieuwe genres, historische en populariserend-natuurwetenschappelijke werken, waren volgens hem geen privilege van de middengroepen. Tijdschriften werden vooral door de elite gelezen. Voor de letterkunde in het algemeen was in Zwolle weinig belangstelling, voor de moderne zedenkundige roman geen enkele. Theologische en stichtelijke werken bleven fundamenteel in het boekenpakket van de onderzochte periode. Deze hypothesen zijn op diverse punten in strijd met het gangbare beeld van de lezersrevolutie.

Brouwer concludeert dan ook ten slotte dat de term lezersrevolutie een andere inhoud moet krijgen. Allereerst wijst hij op de ontwikkeling van de lange duur, ergens vanaf de veertiende eeuw tot onze tijd toe: „De overgang van een maatschappij waarin enkelen lazen naar een maatschappij waarin iedereen leest, waarin lezen en schrijven tot een dagelijkse bezigheid zijn geworden, of het nu gaat om het lezen van winkelopschriften, het invullen van het belastingformulier, het bladeren in het spoorboekje of het raadplegen van een handleiding bij de laatste electronische snufjes. Dat is de trage revolutie, een overgang die een periode van eeuwen omvat”.

Als de term lezersrevolutie dan in meer specifieke zin op de achttiende en negentiende eeuw betrokken wordt, gaat het vooral „om de stille revolutie van de alledaagse leescultuur”. Met name in de negentiende eeuw vonden er ontwikkelingen plaats die een steeds grotere plaats gaven aan de gebruikslectuur, zoals handboeken, tijdschriften en schoolboeken. Die ontwikkeling acht Brouwer revolutionair, want ze vormt een wezenlijke breuk met de voorafgaande periode. Maar, constateert hij wat cynisch, dat is „een ontwikkeling die tot op de dag van vandaag wordt overstemd door de fanfare van de boekcultuur”.

N.a.v. ”Lezen en schrijven in de provincie. De boeken van Zwolse boekverkopers 1777-1849”, door Han Brouwer; uitg. Primavera Pers, Leiden; ISBN 90 74310 206i 360 blz.; ƒ 59,90.

Dit artikel werd u aangeboden door: Reformatorisch Dagblad

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 18 april 1997

Reformatorisch Dagblad | 36 Pagina's

De administratie van Zwolse boekverkopers

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 18 april 1997

Reformatorisch Dagblad | 36 Pagina's