Bekijk het origineel

Bekijk het origineel
Israël trekt leger terug uit Jenin
Aftocht valt samen met bemiddelingspoging VS
JERUZALEM (AP) - Israël heeft zijn militairen teruggetrokken uit de stad Jenin op de Westelijke Jordaanoever. Het leger heeft dat vandaag gemeld. De terugtrekking valt samen met de bemiddelingspoging van de Amerikaanse gezanten William Burns en Anthony Zinni. Zij hopen de Israëliërs en Palestijnen te kunnen bewegen het opnieuw eens te worden over een staakt-het-vuren.
Vorige maand viel het Israëlische leger als vergelding voor de moord op minister van Toerisme Rehavam Ze'evi zes Palestijnse steden binnen. Jenin was de enige stad waaruit het zich nog niet had teruggetrokken. De militairen zijn na de terugtrekking opgesteld op posities rondom de stad, meldde het leger.
Vanuit die stellingen, die zich op Israëlisch grondgebied bevinden, blijven ze de "veiligheid van de Israëlische burgers bewaken" en "terrorisme voorkomen", aldus een officiële verklaring. Met de terugtrekking uit de stad voldoet het Israëlische leger aan een van de eisen van de Amerikaanse regering, die de Israëlische invasie van vorige maand in een reeks Westoeversteden scherp veroordeelde.
De bezetting van Jenin duurde tien dagen langer dan die van de andere Palestijnse steden. Israël stelde dat het aanwijzingen had gekregen dat er Palestijnse extremisten op het punt stonden vanuit Jenin aanslagen te pleg en op doelen in Israël. Het is de afgelopen maanden meer dan eens voorgekomen dat Palestijnen na enige tijd in of rond Jenin te hebben verbleven, een zelfmoordaanslag pleegden.
Complot
Israël gaf gisteren toe dat een bom die vorige week donderdag in het vluchtelingenkamp Khan Younis in de Gazastrook vijf Palestijnse kinderen doodde, geplaatst is door het Israëlische leger.
Volgens de Israëliërs is de bom geplaatst op een plek van waaruit Palestijnse schutters verscheidene malen een legerpost en een Israëlische nederzetting onder vuur hadden genomen. Het leger was blijkbaar van plan de schutters bij de eerstvolgende gelegenheid op te blazen. Hoe de bom kon afgaan in aanwezigheid van de kinderen is onduidelijk. In eerdere berichten hadden Palestijnse functionarissen het over een Israëlische tankgranaat die was ontploft. Het Israëlische leger zei het ongeluk te betreuren.
De gewapende tak van Al-Fatah, de organisatie van de Palestijnse leider Arafat, zou hebben gepoogd een aanslag te plegen op de Israëlische premier Sharon.
In een pamflet dat gisteren werd verspreid in Ramallah op de Westelijke Jordaanoever verklaarde de groep, die zich de al-Aqsa-brigade noemt, dat een commando bestaande uit mannen de premier kortgeleden zou hebben opgewacht bij zijn huis in de moslimwijk van de oude stad van Jeruzalem.
De aanslag mislukte, niet in de laatste plaats omdat Sharon zelden gebruikmaakt van het huis. In het vlugschrift staat dat al-Aqsa zal blijven proberen de minister-president te vermoorden. Al-Fatah zegt niets met een aanslag op Sharon van doen te hebben.
Drie mannen die aan het complot zouden hebben deelgenomen, zijn intussen door Israël gearresteerd. Een van de daders leefde in een gebouw gelegen tegenover de woning van de rechtse regeringsleider. Het omstreden pand staat midden in de moslimwijk en moet dag en nacht door Israëlische soldaten worden bewaakt.
Volgens Israëlisch onderzoek wilden de Palestijnen Sharons onderkomen nabij de Damascuspoort vanuit het tegenovergelegen huis observeren en hem later vanuit het pand neerschieten. De Israëlische geheime dienst kwam de aanslag vroegtijdig op het spoor en nam drie leden van de al-Aqsa-brigade in hechtenis.
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van dinsdag 27 november 2001
Reformatorisch Dagblad | 20 Pagina's

Bekijk de hele uitgave van dinsdag 27 november 2001
Reformatorisch Dagblad | 20 Pagina's