Nummer 98

David moet vluchten. Hij verstopt zich in de spelonk van Adullam. Daar komt zijn familie bij hem. En nog meer mensen die zich een poosje schuil moeten houden. Welke mensen, dat ontdek je als je de puzzel oplost.

Zoek 1 Sam. 22 op. Beantwoord de volgende vragen. Kies uit twee mogelijkheden het juiste antwoord. De woordstukjes tussen haakjes vormen de oplossing.

01. Hoe heette de spelonk waarin David ontkwam? Aser (voor) Adullam (tot)

02. Bij welke koning bracht hij zijn ouders in veiligheid? Moab (hem) Amnon (haar)

03. Welke profeet zei dat hij niet in de vesting mocht blijven? Gad (ga) Jesaja (dicht)

04. Naar welk woud ging David toen? Libanon (kom) Chereth (ver)

05. In welke plaats zat Saul onder het geboomte? Mizpa (ter) Rama (der)

06. Hoe noemde Saul zijn knechten? Zonen van Jemini (den) Isaï (en)

07. Volgens Saul was David opgestookt tot lagenlegger (al) houthakker (geen)

08. Hoe heette de vader van Achimelech? Abjathar (me) Ahitub (le)

09. Wat had Achimelech aan David gegeven? Teerkost (man) niets (vrouw)

10. David is in het huis van Saul eerlijk (die) oneerlijk (dat)

11. Tot wie zei Saul dat zij de priester moesten doden? Knechten (elf) trawanten (een)

12. Wilden zij dat? Wel (niets) niet (schuld)

13. Hoeveel mannen werden gedood? 85 (ei) 95 (ij) 14. Welke priester ontsnapte? Ahitub (ker) Abjathar (ser) 15. Hoe luidde de naam van de Edomiet? Doëg (had) Abner (werd)

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.