Vakantiewoning gezocht
Vier blaffende honden in een hok-voor-één en 22 kittens in een kleine kamer. Medewerkers lopen zich de benen uit het lijf en tijd voor pauze is er niet. Vakantietijd is voor velen een tijd om te ontspannen, maar in Dierenopvangcentrum De Ark wordt met man en macht doorgewerkt.
Het asiel ligt midden in de bossen bij Harderwijk. Ondanks de stortregen is het geblaf van tientallen honden al ver voor de oprijlaan te horen. Met zijn eigenwijze gebrabbel heet een papagaai alle klanten welkom. Naast hem staat een terrarium van waaruit een baardagaam roerloos voor zich uit kijkt. Aan de balie staan twee mensen. Beiden komen hun hond ophalen. De een komt terug van vakantie, de ander was zijn hond kwijt.
„Ik doe dit werk al zeven jaar. Twee dagen in de week van acht tot twee uur”, vertelt een van de vele vrijwilligers, Fia. Samen met een andere vrijwilligster is ze bezig met het schoonmaken van een van de drie kattenverblijven. Ze verschonen het water, boenen de vloer en reinigen de kattenbakken. „Het schoonmaken gebeurt elke dag. In de vakantietijd moeten we meer hokken schoonmaken, omdat we dan de zogenaamde pensionkatten hebben. Deze worden hier tegen betaling opgevangen. Daarnaast zijn er in deze tijd van het jaar natuurlijk kittens.”
Het geblaf van de honden is onafgebroken te horen. De pasgeboren poezen en katers trekken zich er niets van aan. Voor de deur van elke ruimte staat een bak met desinfectiemiddel. „Elke keer als we een ruimte ingaan of verlaten, moeten we daar even in staan. Als er zó veel dieren bij elkaar zitten, is de kans op infectieziekten extra groot. Vandaar deze preventiemiddelen”, legt Anita Kaptein, assistent-beheerder van het asiel, uit. Het verblijf van de kittens is ongeveer 3 bij 6 meter. Verzorger Jessica zit tussen de diertjes op de grond en vertroetelt ze. „Als ze binnenkomen zijn ze nog heel schuw, maar ze zitten hier nu een aantal weken en zijn heel gezellig geworden.”
Na het bezoek aan de kittens is het pauze, maar echt druk is het niet in de kantine. Bijna iedereen werkt door. Anita Kaptein, een van de zes vaste krachten, maakt tussen de bedrijven door even tijd vrij en deelt haar asielervaringen. „Ik begon hier in 1999 als vrijwilliger en nu ben ik assistent-beheerder. In al die tijd heb ik het nooit rustig gehad. Als je ’s avonds denkt klaar te zijn, krijg je een telefoontje over een vastgebonden hond of komt de dierenambulance een geredde kat brengen. Je loopt de hele dag van hot naar her. Als ik een stappenteller bij me zou hebben, zou de rook eruit slaan.”
„Er zijn ook mensen die hun eigen hond komen brengen alsof hij op straat gevonden is. Dat komt vooral vlak voor de zomervakantie veel voor. Het is dan fijn als ze kinderen bij zich hebben. Na één vraag aan het kind weet je of de ouders de waarheid spreken: „Wat een lieve hond, hoe heet hij?” Blijkt het inderdaad hun eigen hond te zijn, dan kun je nog niets doen. Als wij een dier niet aannemen, staat het morgen op straat, en dat willen we helemaal niet. In de crisis kwam dit soort gevallen duidelijk meer voor. Mensen zetten alle zeilen bij om rond te komen en kunnen niet meer voor hun huisdier zorgen.”
Intussen is het gestopt met hozen, maar regent het nog steeds. Voor honden geen ideaal weer om in het buitenverblijf rond te lopen, dus zitten ze binnen in de schoongemaakte kennels. Aan elke kennel hangt een papier met informatie over de desbetreffende hond. „Op het papier staan gegevens van de eigenaar, de naam van de hond en de periode dat wij hem opvangen. Ongeveer 80 procent van de honden die hier zitten, vangen wij op voor vakantiegangers”, schreeuwt Fia boven het geblaf uit.
Op elk papier zit een sticker. Allemaal groene en één gele. „Wij werken hier met een stickersysteem. Hokken met een groene sticker zijn voor iedereen veilig. Een gele houdt in dat alleen vaste medewerkers het hok mogen betreden. Een rode betekent gevaar voor iedereen.” Eén blik in het hok met de gele sticker maakt veel duidelijk. Een rottweiler kijkt grommend tussen de tralies door.
Het is eindelijk gestopt met regenen. De buitenverblijven staan blank, maar één ding staat als een paal boven water: terwijl half Nederland met een drankje op het terras zit, wordt hier gestreden voor het welzijn van de achtergebleven huisdieren.
#geefommij
Per jaar worden ruim 40.000 honden en katten opgevangen in een asiel. De drie zomermaanden zijn goed voor ruim een derde van dat totaal: 13.500 huisdieren. Deze piek wordt veroorzaakt door de gebruikelijke geboortegolf in het voorjaar, maar natuurlijk ook door vakantiegangers die hun huisdier hier onderbrengen. Door middel van de campagne ”#geefommij” hoopt de Dierenbescherming een steuntje in de rug te krijgen om deze periode goed door te komen.
Volgens Niels Dorland van de Dierenbescherming is de campagne ook gestart om het imago van asieldieren op te poetsen. „Uit onderzoek blijkt dat 40 procent van de Nederlanders denkt dat dieren in het asiel iets mankeren. Onterecht. Er zijn mensen die hun hond niet meer aankunnen omdat hij agressief gedrag vertoont. Dit hoeft niet altijd aan de hond te liggen. De thuissituatie of de manier waarop met een hond wordt omgegaan, kan ook verkeerd zijn.”
Naast dat de Dierenbescherming een poging tot imagoverbetering doet, houdt ze natuurlijk ook de hand op. De organisatie krijgt van de gemeente alleen de eerste twee weken een vergoeding voor zwerfdieren, terwijl de gemiddelde verblijfsduur van zo’n dier minimaal een maand is. Dorland: „Niet alleen het verblijf in een asiel kost geld. Veel dieren hebben medische zorg of therapie nodig voordat ze ergens kunnen worden ondergebracht.”
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van donderdag 6 augustus 2015
Reformatorisch Dagblad | 16 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van donderdag 6 augustus 2015
Reformatorisch Dagblad | 16 Pagina's