„Help Aramese christenen in Syrië en Irak”
Tweede Kamerleden bezoeken bijeenkomst in Enschede
ENSCHEDE. Op de dag dat twee jaar geleden jihadisten de Aramees-christelijke enclave Maalula in Syrië innamen, belegde de Aramese Federatie Nederland samen met het Platform Aram zaterdag in Enschede een dag van solidariteit met Aramese christenen in Syrië en Irak.
Arameeërs vormen een overwegend christelijke bevolkingsgroep in Mesopotamië, het land tussen de rivieren de Eufraat en de Tigris (het huidige Irak). Ze spreken Aramees, de taal van christenen, Joden en Samaritanen. Het is de taal die 2000 jaar geleden ook door Jezus Christus werd gesproken en die uitsluitend in Syrië de eeuwen heeft overleefd. Maalula is de enige stad in Syrië waar nog altijd Aramees wordt gesproken.
Al-Nusra, een aan al-Qaida gelieerde terreurbeweging, verdreef het merendeel van de christenen twee jaar geleden uit Maalula en verwoestte een groot deel van de stad. Na Maalula volgden steden zoals Mosul en Ninevé. „Om het lot van de vervolgde Aramese christenen onder de aandacht te brengen, hebben op 15 augustus op tal van plaatsen de kerkklokken geluid als bewijs van solidariteit met hen”, zei Johnny Shabo, vicevoorzitter van de Aramese Federatie Nederland.
Vogelvrij
Volgens Johnny Messo, vertegenwoordiger van de wereldraad van Arameeërs, zijn Aramese christenen in Syrië en Irak vogelvrij verklaard. Ze zijn het mikpunt van vervolging en een kwetsbare minderheid. Ze worden beschimpt als nazareeërs, aanhangers van Jezus van Nazareth, en bedreigd met onthoofding als ze zich niet tot de islam bekeren. Er zijn meer dan dertig kerken, gebedshuizen en kloosters verwoest of omgebouwd tot wapendepot of moskee. Messo voerde zaterdag in Enschede ten overstaan van enkele Tweede Kamerleden een pleidooi voor structurele hulp voor Aramese christenen. Internationale hulp komt volgens hem bij de christenen daar niet aan.
„Is het ons lot als Arameeërs in de diaspora te leven?” vroeg Aziz Beth Aho, voorzitter van de Aramese Beweging voor Mensenrechten, zich af. „We worden uit ons land, het land van onze vader Abraham, verdreven.”
„We laten het allemaal maar gebeuren”, aldus Omtzigt, Tweede Kamerlid voor het CDA. Hij wil het maatschappelijk debat aangaan over de universele rechten van de mens. De oorlog in Syrië en Irak bestempelde hij niet als een burgeroorlog, maar als een conflict waarbij één partij een andere partij de oorlog laat voeren en daarbij zelf op de achtergrond blijft.
Martelarenboeken
De beelden uit Syrië en Irak doen SGP-Tweede Kamerlid Bisschop denken aan de oude martelarenboeken. „Er wordt een nieuw deel geschreven met uit het verleden herkenbare beelden. De SGP zal er alles aan doen om de terreur in Irak en Syrië een halt toe te roepen. We zijn daarbij sterk gespitst op de positie van de Arameeërs. Al verdwijnt het kruis daar uit het straatbeeld, het geloof zal blijven leven, omdat Jezus Christus leeft. In onze gebeden zullen we de Aramese christenen niet vergeten.”
Bij de oproep tot gebed sloot VVD-Tweede Kamerlid Ten Broeke zich aan. Hij sprak van een geloofsoorlog.
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van maandag 7 september 2015
Reformatorisch Dagblad | 22 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van maandag 7 september 2015
Reformatorisch Dagblad | 22 Pagina's