Brakel en Lewis
Calvijn, Koelman, Brakel en Kohlbrugge. Dit zijn de theologen aan wie ik het meest te danken heb. In het bijzonder tussen mijn twintigste en dertigste levensjaar ben ik meerdere malen door hun grote werken heen gekropen. Zij hebben mij geestelijk gevormd en bewaren mij voor veel theologisch gesnater, ter linker- en ter rechterzijde. Ik hoop dat jongeren nog steeds hun werken lezen. Het is een investering die je geloof kracht en vitaliteit geeft en die je beschermt tegen allerlei winden van leer.
Tegelijkertijd lees ik graag Lewis en Bonhoeffer, maar ook iemand als Tim Keller. Ook zij beïnvloeden mij en ik gebruik hun gedachtegoed in mijn werk en in columns. Je kunt je soms afvragen of dit niet wat dubbel is. Als het gaat om Schriftgezag, roeping, verkiezing, evolutie of waardering van de cultuur zit er best wat licht tussen de eerder genoemde theologen en de zojuist genoemde auteurs. Werk ik zo niet mee aan het relativeren van allerlei dogma’s en leerstellingen?
Het kan geen kwaad om deze vraag te overdenken. De huidige tijdgeest staat niet positief tegenover leerstelligheden. Het gaat toch om het hart en om wat je voelt? Bovendien behoren we als christenen tot een steeds kleiner wordende minderheid. Dan moet je niet te veel het accent leggen op verschillen. Wie dat wel doet, wordt weggezet als scherpslijper.
Deze relativerende opstelling kan schadelijke gevolgen hebben. Daarom is het nodig om altijd weer te putten uit de bronnen van onze gereformeerde traditie. Ik zeg het zonder enig voorbehoud: de gereformeerde traditie –in haar goede vorm– is zonder twijfel de rijkste expressie van het ene algemene christelijke geloof. Om die reden kan ik best zorgen hebben over mensen die hun eigen gereformeerde traditie niet meer kennen en kritiekloos Bonhoeffer of Lewis omhelzen. Lees eerst de ”Institutie” van Calvijn en pas daarna ”Navolging” van Bonhoeffer. Anders kweken we karakterloze gereformeerden die in een zogenaamd ruimdenkende en irenische gezindheid er geen problemen in zien om dwalingen bestaansrecht te geven in de christelijke gemeente.
Eigen roeping
Ondertussen blijf ik dankbaar Lewis, Bonhoeffer, Keller en vergelijkbare denkers lezen. Hun werken bevatten waardevolle noties die we kunnen benutten in de confrontatie met een seculiere tijd. We mogen Brakel en Lewis niet tegen elkaar uitspelen. Dan doen we hun allebei geen recht. Zij waren beiden oprecht christen, maar met een geheel eigen roeping en levenstaak. Brakel zag zijn taak in het zuiver houden van de gereformeerde leer en in de verdere opbouw van het kerkelijk leven. Het ging hem vooral om bescherming van de gereformeerde leer, tegenover bijvoorbeeld de labadisten. Hij was primair binnen de kerk bezig, al had hij ook scherp oog voor het publieke domein. Brakel was de herder en leraar die prekend, vermanend en troostend door het kerkelijk leven ging.
Lewis stond als het ware vóór de muren van de kerk. Hij nam stelling tegen de drogredenen van een seculiere tijdgeest. Hij ontmaskerde de voosheid van atheïstische redeneringen en bewees dat het christelijk geloof allesbehalve irrationeel is. Lewis nam stelling tegenover de wereld. Hij koos daarom bewust voor de verdediging van het christelijk geloof dat bijna alle christenen van alle tijden met elkaar gemeen hebben: onversneden christendom. Het is onredelijk om bij hem te zoeken hoe het precies zit met de uitgestrektheid van de verzoening, hoe de verhouding van rechtvaardiging en heiliging ligt of de relatie tussen verkiezing en roeping. Lewis’ blik was naar buiten gericht en niet gespitst op het inwendige leven van de kerk.
Evenzo is het niet logisch om Brakel te vragen hoe we de confrontatie met een seculiere meerderheid moeten aangaan of welke strategie een christenpoliticus vandaag de dag moet volgen. Brakels blik was kerkelijk naar binnen gericht.
Geen relativering
Daarom is het onvruchtbaar om Calvijn of Brakel te vergelijken met Lewis of Bonhoeffer. Het zijn christenen met onderscheiden roepingen. Veel wijzer is het om de woorden van Paulus in gedachten te roepen: „Want aan de één wordt door de Geest een woord van wijsheid gegeven en aan de ander een woord van kennis, door dezelfde Geest. Zijn zij soms allen apostelen? Zijn zij soms allen profeten? Zijn zij soms allen leraars?” (1 Kor. 12:8 en 29).
Dit is geen relativering, maar dankbare honorering van door God geschonken verscheiden gaven. Die geestelijke houding verdient in de breedte van de gereformeerde gezindte best wat meer navolging.
Mr. D. J. H. van Dijk, lid van de Eerste Kamer voor de SGP
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van woensdag 23 september 2015
Reformatorisch Dagblad | 16 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van woensdag 23 september 2015
Reformatorisch Dagblad | 16 Pagina's