Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Het ontslagrecht

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Het ontslagrecht

3 minuten leestijd Arcering uitzetten

Het ontslagrecht staat op dit moment in het teken van de verandering. Dit neemt niet weg, dat de regeling van het ontslag thans nog is zoals die altijd is geweest.

Het ontslag is geregeld in het arbeidsrecht, dat is neergelegd in de artikelen 1637 tot en met 1639 van het Burgerlijk Wetboek en in het Buitengewoon Besluit Arbeidsverhoudingen (B.B.A.) van 1945.

Hoofdbeginsel van het ontslagrecht is dat voor een ontslag een vergunning is vereist van de direkteur van het Gewestelijk Arbeidsbureau. Deze vereiste is neergelegd in het B.B.A. Ingevolge het BBA. 13 voor de beëindiging van een arbeidsovereenkomst steeds vergunning vereist van de directeur van het Gewestelijk Arbeidsbureau (G.A.B.) Dat geldt niet alleen voor de werkgever, doch ook voor de werknemer. Ingevolge hetB.B.A. moet ook de werknemer, wil hij een dienstverband beëindigen, daarvoor toestemming hebben van de direkteur van het G.A.B. Het is echter duidelijk, dat dit in de praktijk zelden speelt. Als een werknemer bij een baas weg wil, zal door die baas vrijwel nooit gezegd worden dat de werknemer maar eerst toestemming moet gaan vragen om weg te kunnen. Dat zal zeker niet gebeuren nu op de arbeidsmarkt het aanbod de vraag verre overtreft. Hooguit een enkele maal gebeurt het weleens, dat een werkgever een werknemer niet laat gaan, alvorens toestemming van de direkteur van het GAB is verkregen.

Wanneer een ontslagvergunning is verkregen (later zal nog worden ingegaan op de gronden waarop een ontslagvergunning kan worden verleend) zal bij het ontslag uiteraard de opzegtermijn in acht moeten worden genomen.

In een aantal gevallen is geen toestemming van de direkteur van het GAB voor ontslag nodig, namelijk wanneer er sprake is van een dringende reden die een ontslag op staande voet rechtvaardigt. In dat verband somt artikel 1639 van het Burgerlijk Wetboek een aantal gevallen op die onder andere als zo'n dringende reden kunnen worden aangemerkt, zoals:

- wanneer blijkt dat de werknemer de werkgever heeft misleid bij het totstandkomen van de arbeidsovereenkomst door opzettelijk valse inlichtingen te verstrekken. - het zich ondanks waarschuwingen overgeven aan dronkenschap of ander liederlijk gedrag door de werknemer. - het zich schuldig maken aan diefstal, verduistering of bedrog door de werknemer. - hardnekkig weigeren van de werknemer om te voldoen aan redelijke bevelen of opdrachten hem door de werkgever verstrekt.

Zo staan er in het gemelde artikel 12 mogelijke gevallen opgesomd, die als dringende reden voor ontslag op staande voet kunnen worden aangemerkt. De vraag of een konkreet geval bij een van die formuleringen is onder te brengen, heeft aanleiding gegeven tot talloze procedures om daarover uitsluitsel te verkrijgen.

Sprang-Capelle

J. P. de Man

Dit artikel werd u aangeboden door: Reformatorische Maatschappelijke Unie

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van maandag 1 oktober 1984

RMU Contact | 12 Pagina's

Het ontslagrecht

Bekijk de hele uitgave van maandag 1 oktober 1984

RMU Contact | 12 Pagina's