Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Uitkeringen voor weduwen en wezen

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Uitkeringen voor weduwen en wezen

5 minuten leestijd Arcering uitzetten

Het ministerie voor Sociale Zaken en Werkgelegenheid verzorgt regelmatig voorlichtende uitzendingen die zeer verhelderend kunnen werken. Onlangs ging het over uitkeringen voor weduwen en wezen. Ook het overwerk kwam aan de orde.

Wij willen eerst iets vertellen over de uitkeringen voor weduwen en wezen. Daarna gaan wij in op de vraag in hoeverre een vergoeding voor overwerk wordt meeberekend voor de verschillende sociale verzekeringsuitkeringen. Tenslotte behandelen wij - zoals gebruikelijk - in onze vragenrubriek vragen van luisteraars.

Wij beginnen vandaag met een wellicht minder plezierig onderwerp, namelijk de uitkeringen die er zijn voor weduwen en wezen nadat hun echtgenoot respectievelijk hun ouders zijn overleden. De sociale verzekeringswet die dit soort uitkeringen regelt is de Algemene Weduwen- en Wezenwet, de AWW. De AWW is een zogenaamde volksverzekering, d.w.z. in het algemeen is iedereen die hier in Nederland woont of werkt, voor deze wet verzekerd. Welke nationaliteit iemand heeft, is niet van belang. De wet kent drie verschillende uitkeringen. Voor weduwen is er het weduwenpensioen of de tijdelijke weduwenuitkering en voor wezen is er het wezenpensioen.

Om te beginnen de uitkeringen voor de weduwe.

Voorwaarde is dat haar man op het moment van overlijden verzekerd was. Het weduwenpensioen is er voor de weduwe die op het moment van overlijden van haar man, 40 jaar of ouder is. Ook bestaat er recht op weduwenpensioen als zij jonger is, maar dan moet er een kind zijn, of zij moet zwanger zijn, of arbeidsongeschikt. Voldoet zij niet aan deze voorwaarden, dan heeft zij slechts recht op een tijdelijke weduwenuitkering. Wat is eigenlijk het verschil tussen die twee uitkeringen?

Het verschil zit hem in de uitkeringsduur. Het weduwenpensioen kan tot het 65e jaar doorlopen, tenzij de weduwe hertrouwt, want dan vervalt het, terwijl de tijdelijke weduwenuitkering veel beperkter in tijd is, de uitkeringsduur is namelijk afhankelijk van de leeftijd van de weduwe.

Is zij op het moment van overlijden van haar man jonger dan 27 jaar, dan duurt de uitkering maar zes maanden. Voor elk jaar dat zij ouder is dan 26,

loopt de uitkering één maand langer door, met een maximum van 13 maanden. In totaal kan de tijdelijke weduwenuitkering dus niet langer dan 19 maanden duren, dwz. de zes die zij altijd krijgt plus de 13 maanden die maximaal mogelijk zijn.

Het is een hardnekkig misverstand te denken dat een weduwe die een tijdelijke weduwenuitkering heeft, na afloop daarvan een weduwenpensioen zou kunnen krijgen, als zij 40 jaar wordt. Dat is absoluut niet waar. Als de tijdelijke uitkering is afgelopen, kan de weduwe - als zij niet voldoende inkomen heeft om in de noodzakelijke bestaanskosten te voorzien - bij de sociale dienst een bijstandsuitkering aanvragen. Een weduwenpensioen zit er dus niet voor haar in.

Wat nog wel eens wordt vergeten, is dat ook een gescheiden vrouw - als zij niet is hertrouwd - in bepaalde gevallen voor een weduwenpensioen in aanmerking kan komen. Die voorwaarden zijn; zij moet zowel op het moment van de echtscheiding als het moment van overlijden van haar inmiddels ex-man aan de voorwaarden voor het recht op weduwenpensioen voldoen.

Tegenwoordig komt het wel eens voor dat de vrouw het inkomen inbrengt - de kostwinner is - terwijl de man thuis het huishouden doet. In dat verband wordt ons daarom ook nog wel eens gevraagd of de achtergebleven man na het overlijden van zijn vrouw ook in aanmerking kan komen voor een weduwenpensioen. Vooralsnog luidt het antwoord op deze vraag: nee. Er zijn plannen om ook de weduwnaar in de toekomst een pensioen te geven, maar of dit doorgaat en zo ja wanneer ..., daar is voorlopig nog niets zinnigs over te zeggen.

Wezen-pensioen

Is zowel vader als moeder overleden, dan heeft de wees - in het algemeen tot zijn 16e jaar - recht op een wezenpensioen. Voorwaarde is dan wel dat de ouder die het laatst overleed, voor de AWW verzekerd moet zijn geweest, d.w.z. in Nederland moet heb­

ben gewoond of gewerkt. Ook oudere wezen kunnen een wezenpensioen krijgen. Jongeren van 16 tot 27 jaar hebben recht op een wezenpensioen als zij nog op school zitten of studeren. Invalide kinderen van 16 en 17 jaar hebben ook recht op zo'n pensioen. Invalide betekent in dit verband dat je door ziekte of handicap niet in staat bent om tenminste 55% te verdienen van wat gezonde leeftijdsgenoten kunnen verdienen. Soms kan ook een broer of zus die het grootste deel van zijn of haar tijd besteed aan de verzorging van een jongere broer of zuster een wezenpensioen krijgen.

Aanvragen voor het wezenpensioen, de tijdelijke weduwenuitkering en het wezenpensioen moet worden ingediend bij de Raad van Arbeid. Formulieren zijn behalve daar ook bij de meeste postkantoren verkrijgbaar. Wilt u meer weten over de pensioenen en uitkeringen van de AWW, dan kunt u via Postbus 51 de speciale AWW folder aanvragen. De hoogte van de diverse uitkeringen treft u aan in de folder Stand van Zaken die ook via Postbus 51 is te bestellen.

Overwrerk en sociale verzelceringen

Het volgende onderwerp gaat over de vraag in hoeverre een vergoeding voor overwerk in iemands sociale verzekeringsuitkering wordt meegeteld. Veel mensen denken dat zo'n vergoeding altijd wel wordt meeberekend, want je betaalt er immers toch ook premie over. Helaas wü dat laatste nog niet altijd zeggen dat het voor de uitkering meetelt. Dat blijkt wel uit het volgende.

Wordt een werknemer ziek en krijgt hij een Ziektewetuitkering, dan geldt dat overwerk in het algemeen niet meetelt voor de hoogte van de uitkering. Wij moeten hier volledigheidshalve wel aan toevoegen dat verschillende bedrijfsverenigingen hierop een uitzondering hebben gemaakt waardoor in bepaalde gevallen die vergoeding weer wel voor de hoogte van de uitkering wordt meegenomen.

Voor wat betreft de WAO, dat is de uitkering waarvoor iemand in aanmerking komt als hij langer dan één jaar arbeidsongeschikt is, is de volgende regeling van toepassing.

Dit artikel werd u aangeboden door: Reformatorische Maatschappelijke Unie

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zondag 1 december 1985

RMU Contact | 16 Pagina's

Uitkeringen voor weduwen en wezen

Bekijk de hele uitgave van zondag 1 december 1985

RMU Contact | 16 Pagina's