Nieuwe stelsel sociale zekerheid 1 januari 1987 van kracht

De belangrijkste verandering per 1 januari 1987 is de vervanging van de bestaande Werkloosheidswet (WW) en de Wet Werkloosheidsvoorziening (WWV) door één nieuwe Werkloosheidswet (NWW). De nieuwe Werkloosheidswet kent een uitkering gebaseerd op het laatstverdiende loon en een vervolguitkering. De duur van de op het loon gebaseerde uitkering is afhankelijk van het aantal jaren dat iemand heeft gewerkt en geacht kan worden te hebben gewerkt. De uitkeringsduur varieert van een halfjaar tot vijf jaar. De hoogte van de uitkering is net als in het oude stelsel 70% van het laatstverdiende loon (tot een bepaald maximum).

Na de op het loon gebaseerde uitkering heeft men gedurende een jaar recht op een vervolguitkering van 70% van het vdminimumloon. Het inkomen van een partner speelt ook bij de vervolguitkering geen rol. Na deze vervolguitkering kan men een beroep doen op de bijstand. Dan wordt wel rekening gehouden met het inkomen van een partner.

Mensen die 50 jaar of ouder zijn op het moment dat zij werkloos worden, komen niet in de bijstand. Zij kunnen een uitkering krijgen op basis van de nieuwe Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte werkloze werknemers (10AW). Het verschil met een bijstandsuitkering is onder andere dat zij hun vermogen (bijvoorbeeld spaargeld of een eigen huis) niet hoeven aan te spreken. Voor mensen die op of na het bereiken van de 57V'2-jarige leeftijd werkloos worden, loopt de vervolguitkering door tot de 65-jarige leeftijd; zij komen niet in de lOAW of de bijstand.

De duur en de hoogte van de arbeidsongeschiktheidsuitkeringen veranderen in het nieuwe stelsel niet. De uitkering blijft 70% van het laatstverdiende loon (tot een bepaald maximum) tot het 65ste jaar. Wel wordt per 1 januari 1987 het werkloosheidsdeel in de arbeidsongeschiktheidsuitkeringen afgeschaft. In het oude stelsel konden de mensen die gedeeltelijk arbeidsongeschikt en gedeeltelijk werkloos waren, in aanmerking komen voor een volledige arbeidsongeschiktheidsuitkering. In het nieuwe stelsel krijgen de mensen voor het deel dat zij niet arbeidsongeschikt, maar werkloos zijn, een werkloosheidsuitkering. Na afloop van deze gedeeltelijke werkloosheidsuitkering komen zij evenals oudere werklozen in aanmerking voor de lOAW, ook als zij jonger dan 50 jaar zijn.

Voor arbeidsongeschikten van 35 jaar en ouder die op 31 december 1986 al een uitkering ontvangen, blijven de oude regels gelden.

Arbeidsongeschikten jonger dan 35 jaar die al een uitkering ontvangen, worden binnen twee jaar herkeurd. Deze herkeuring kan leiden tot een nieuw arbeidsongeschiktheidspercentage.

Om te voorkomen dat mensen met een NWW-, AAW/WAO- of Ziektewetuitkering onder het voor hen geldende sociaal minimum komen, is er een afzonderlijke Toeslagenwet. De Toeslagenwet, die de bestaande minimumdagloonregeleningen en de grondslagen in de AAW vervangt, vult de uitkering aan tot het sociaal minimum. Voor alleenstaanden is dit 70% van het minimumloon, voor éénoudergezinnen 90% en voor twee partners samen 100%.

Ongehuwd of samenwonenden (met een gezamenlijke huishouding) worden vanaf 1 januari 1987 in de lOAW, AOW, Toeslagenwet en bijstandwet gelijkgesteld met gehuwden. Het maakt daarbij niet uit of het gaat om een vrouw en een man of om twee mannen of twee vrouwen die samenwonen.

Voorlichtingscampagne

In november ging een uitgebreide voorlichtingscampagne over het nieuwe sociale-zekerheidsstelsel van start. Omdat veel instanties met de uitvoering van de sociale-zekerheidswetten te maken hebben, is de voorlichtingscampagne gezamenlijk opgezet. Bij de campagne zijn betrokken de bedrijfsverenigingen, de Raden van Arbeid, de Gemeentelijke Sociale Diensten, het Voorlichtingscentrum Sociale Verzekering en het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid.

Mensen met een uitkering kregen in de loop van november persoonlijk bericht van hun uitkeringsinstantie over wat er in hun geval al of niet verandert.

Pagina-grote advertenties in de landelijke dagbladen vestigden de aandacht op de stelselherziening en kondigden een informatiegids aan die iedereen eind november in de brievenbus kreeg. De oplage van deze informatiegids is 6, 5 miljoen. De huisaan-huis verspreide gids bevat in 32 pagina's de hoofdlijnen van het herziene stelsel, alsmede een wegwijzer naar wat er in grote trekken verandert voor de verschillende categoriën uitkeringsgerechtigden. Vanaf 1 december liggen de informatiegidsen ook op postkantoor en bibliotheek.

Alle uitkeringsinstanties hebben telefoonnummers beschikbaar gesteld, waar iedereen met vragen terecht kan. Deze nummers staan vermeld in de informatiegids. Daarnaast komt er een algemene informatielijn voor mensen die niet weten waar ze met hun vragen terecht kunnen.

Een speciale folder voor buitenlanders bevat de hoofdlijnen van het stelsel in het Turks, Marrokaans, Spaans, Portugees en Engels. In de folder is aangegeven waar buitenlanders voor hulp en informatie terecht kunnen.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen