Informatie over ontslag

Wanneer is een ontslagvergunning nodig?

Als een werkgever iemand wil ontslaan (maar ook als een werknemer zelf ontslag wil nemen) kan dat meestal alleen met toestemming van de direkteur van het Gewestelijk Arbeidsbureau (GAB). Dat wil zeggen als één van de partijen bezwaar maakt tegen het ontslag. Dus als de werknemer niet ontslagen wil worden of als de werkgever de werknemer niet wil laten gaan.

In dat geval moet de aanvrager (meestal zal dit de werkgever zijn) een met redenen omklede ontslagaanvraag indienen bij de direkteur van het GAB. In deze aanvraag moeten onder meer naam, adres, geboortedatum en datum van indiensttreding van de betrokken werknemer staan en vanzelfsprekend ook de reden van het ontslag.

De andere partij, meestal de werknemer dus, krijgt van het GAB een afschrift van deze aanvraag. Voordat de direkteur van het GAB een beslissing neemt wordt de 'tegenpartij' (doorgaans de werknemer) eerst schriftelijk om commentaar gevraagd. Zonodig volgt nog een tweede ronde van 'hoor en wederhoor'. Als tenslotte ook de ontslagcommissie, waarin werkgevers- en ""^Tknemersorganisa-

ties zitting hebben en eventueel de Arbeidsinspectie, hun oordeel hebben gegeven, neemt de direkteur van het GAB een beslissing. Tegen deze beslissing is geen beroep mogelijk. De behandeling van een dergelijke ontslagaanvraag neemt gemiddeld vier tot zes weken in beslag.

Als een ontslagvergunning wordt verleend

Zodra de direkteur van het arbeidsbureau toestemming geeft, mag het dienstverband worden opgezegd, met inachtneming van de opzegtermijn. De opzegtermijn kan pas ingaan nadat de direkteur van het arbeidsbureau toestemming heeft gegeven. Er moet dan nog wel 'rechtsgeldige' opzeggingen volgen. Wordt de vergunning geweigerd, dan blijft de arbeidsovereenkomst bestaan. Men kan dan nog wel naar de kantonrechter om ontbinding van de arbeidsovereenkomst te verzoeken.

Hoe moet er worden opgezegd?

Bij opzeggen van een baan wil één van de partijen, de werkgever of de werknemer, het dienstverband beëindigen. Deze mededeling kan mondeling of schriftelijk worden gedaan. Een schriftelijk opzegging verdient de voorkeur. Sommige CAO's staan alleen schriftelijke opzegging toe. Het is verstandig een opzegg'.ng aangetekend te verzenden.

Hoe lang is de opzegtermijn?

De opzegtermijn is minimaal net zo lang als de periode tussen twee loonbetalingen. 'Voor weekloners is dit dus een volle week. Voor maandloners is dit een maand. Het komt echter voor dat hiervan in de CAO of in een schriftelijke arbeidsovereenkomst wordt afgeweken. Ook voor bepaalde beroepen of in geval van faillissement kunnen afwijkende opzegtermijnen bestaan.

Voor informatie hierover kunt u terecht bij de Dienst Collectieve

Arbeidsvoorwaarden (Postbus 30118, 2500 GC Den Haag), de Loontechnische Dienst (Postbus 30464, 2500 GL Den Haag), de bedrijfsvereniging, vakbond of werkgeversorganisatie.

Langere opzegtermijn bij langer dienstverband

Als een arbeidsovereenkomst al enkele jaren bestaat kan een langere opzegtermijn gelden. De werkgever moet namelijk een opzegtermijn van een week in acht nemen voor elk vol jaar dat de werknemer na meerderjarigheid bij hem of haar in dienst is geweest (maximaal dertien weken).

De werknemer moet een opzegtermijn van een week in acht nemen voor elke periode van twee jaar die hij of zij na meerderjarigheid in dienst van de werkgever is geweest (maximaal zes weken).

De hoofdregel blijft echter, dat de opzegtermijn minimaal gelijk moet zijn aan de tijd tussen twee loonbetalingen. (Voor een maandloner die drie jaar bij een werkgever heeft gewerkt geldt dus een maand opzegtermijn. Met andere woorden: de langste termijn geldt. Voor een weekloner geldt in dat geval een opzegtermijn van drie weken.) Sommige CAO's kennen ook andere opzegtermijnen.

Verlengde opzegtermijn voor oudere werknemers

Voor werknemers van 45 jaar en ouder geldt een extra lange opzegtermijn. De werkgever moet namelijk een extra opzegtermijn van een week in ^cht nemen voor elk vol jaar dat de wemnemer na het bereiken van de leeftijd van 45 jaar bij hem of haar in dienst is geweest. Hierbij geldt een maximum van 13 weken.

De verlengde opzegtermijn voor werknemers van 45 jaar en ouder komt bovenop de langere opzegtermijn bij langer dienstverband. In totaal kan de opzegtermijn voor de werkgever dus 26 weken bedragen.

De werknemer die 50 jaar of ouder is heeft recht op een opzegtermijn van ten minste drie weken, zodra hij of zij een vol jaar bij een werkgever in dienst is geweest. Bij 65 jaar of ouder geldt de verlengde opzegtermijn niet.

Let op: CAO's kunnen afwijkende opzegtermijnen voorschrijven. —-

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen