Kans op werk hangt sterk af van gekozen opleiding

door Mr. G. Bosch

Meneer Van Dijk, wat voor werk doet u precies?

'In opdracht van scholen adviseer ik mensen bij hun keuze voor een bepaalde opleiding of beroep. Ik doe dat aan de hand van de resultaten van tests waarin beoordeeld wordt op persoonlijkheid, capaciteiten en interessen. Mijn cliënten bestaan voor het grootste gedeelte uit leerlingen van het lager en voortgezet onderwijs.'

Wat is doorslaggevend bij uw advies: of iemand een bepaalde opleiding leuk vindt, of de kans op werk na het volgen van een bepaalde opleiding?

'In eerste instantie kijk ik wat iemand leuk vindt, maar doorslaggevend voor mij is de vraag of iemand later met een diploma in zijn zak zijn boterham zal kunnen verdienen. Dat was vroeger - een jaar of tien geleden - heel anders. Toen vond men het belangrijker dat iemand een opleiding leuk vond of niet. Nu is het vaak zo dat ik als eerste keus een opleiding adviseer die iemand aantrekt, en als tweede keus een opleiding waarmee men later naar alle waarschijnlijkheid werk kan vinden.

Het is trouwens erg belangrijk met zorg je vakkenpakket samen te stellen. Door een verkeerde keus van je vakkenpakket kun je je kansen op de arbeidsmarkt enorm beperken. Bovendien, als je eenmaal al een opleiding hebt gevolgd, is het in de praktijk moeilijk dan nog het arbeidsperspectief te verbeteren. Omscholing met hulp van het Arbeidsbureau biedt vaak geen oplossing. Aanr merkelijk gunstiger liggen de kansen echter wanneer iemand in aanmerking komt voor een opleiding binnen een bedrijf.'

Welke opleidingen geven de grootste garantie voor werk?

'Je kunt zeggen dat 90 procent van de Its'ers binnen zeer korte tijd na hun opleiding een baan vindt. Bij de mensen met een mavo-diploma ligt dat percentage veel lager. Je komt tegen dat iemand met hangen en wurgen de mavo haalt, maar dan nauwelijks aan de slag blijkt te kunnen komen. De technische beroepen staan, ook voor wat betreft het hoger onderwijs, erg in de belangstelling. HBO-opleidingen elektrotechniek, bouwkunde en metaalnijverheid zijn erg in trek. Naar afgestudeerden in deze richtingen is erg veel vraag. Ook mts'ers hebben nog steeds zeer goede arbeidsperspectieven. Dat laatste geldt ook voor heao'ers en meao'ers.

De sociale beroepen doen het momenteel wat minder. Verpleegkunde gaat nog wel; voor studenten agogisch werk en de rest van de verzorgende sector zijn de vooruitzichten niet erg rooskleurig. Pabo is zowel binnen als buiten de reformatorische gezindte bijna een garantie voor werk. Opvallend is echter het grote aantal vrouwelijke studenten op de pabo. Slechts tien procent van de studenten bestaat uit jongens. Voor vrouwen ligt hier dan ook een geweldige kans carrière te maken. In de toekomst zul je binnen het reformatorisch onderwijs steeds meer vrouwelijke adjunct-directrices aan­ treffen. Of er ook directeursposten voor hen zijn weggelegd, wacht ik voorlopig nog af.'

Welke opleiding raadt u uit principieel oogpunt af?

'De kunstacademie ligt voor mij erg gevoelig gezien het milieu op de scholen en de leefwijze van de studenten. Conservatorium ligt voor mij iets makkelijker, althans voor zover het de hoofdrichting orgel betreft. Zeevaartschool brengt mensen van onze richting vaak in de problemen omdat men gedurende de opleiding vaak langere tijd van huis is en dan ook zondags vaart. Ten slotte blijkt voor velen die uit het reformatorisch onderwijs komen, de lerarenopleiding op een algemene school een afknapper.'

Welke opleidingen kan een christen volgens u met een gerust hart kiezen?

'In de eerste plaats denk ik aan handel en administratie; vervolgens aan techniek - waarbij men zich overigens moet realiseren dat natuurwetenschappen niet neutraal zijn. Aan sociale wetenschappen zitten gevaarlijke kanten. Ik denk met name aan de dubieuze technieken gespreksvoering die vaak worden gehanteerd.'

In hoeverre moet, naar uw mening, bij de beroepskeuze het besef van een roeping meespelen?

'In evangelische kringen is de roeping tot een bepaald beroep vaak vooral een gevoel. Ik vind datje daardoorheen moet prikken. Iemand moet zeker bepaalde objectief waarneembare kwaliteiten bezitten om verantwoord te kunnen kiezen voor een bepaald beroep. Verstand en gevoel moeten in dit opzicht een evenwicht vormen. Je kunt nog zoveel willen, maar als je het niveau niet hebt, kom je gegarandeerd in een stresssituatie. Het is belangrijk om je te realiseren dat je je roeping ook op een lager niveau kunt verwezenlijken. Weliswaar is elk beroep tegelijk een roeping, maar in de praktijk ervaar je dat van een bepaald beroep pas achteraf.'

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen