Verwarring rond wijziging regels ziekteverzuim

door Chr. Baggerman

De invoering van de wet TZ en de invoering van de aangepaste Arbowet begin dit jaar hebben gezorgd voor verwarring en onrust bij zowel de RMU-werknemersleden als de RMU-werkgeversleden. De stafmedewerkers werden de achterliggende periode overspoeld met vragen op dit terrein. Wat betekent de verandering van de sociale wetgeving nu precies voor werkgevers en werknemers? Moeten de werkgevers zich onmiddellijk bijverzekeren voor van alles en nog wat en zijn zij direct verplicht zich aan te sluiten bij een Arbodienst? Moeten de werknemers akkoord gaan met voorstellen van de werkgever om bij ziekte wachtdagen in te voeren of ATV-dagen in te leveren om de eventuele extra kosten te minimaliseren? Zo maar enkele vragen die op ons afkwamen.

Terugdringen ziekteverzuim

De wet TZ moet de financiële betrokkenheid van de individuele werkgevers en werknemers bij het ziekteverzuim vergroten en zo het beroep op de Ziektewet terugdringen. Op deze wijze wordt beoogd bedrijven aan te spreken op hun verantwoordelijkheid voor preventie en beperking van het ziekteverzuim. Uit cijfers van de Sociale Verzekeringsraad (SVR) blijkt dat de gemiddelde premie daalt van 6, 1 naar 3, 1 procent van het brutoloon (tot aan een bepaald maximum) als gevolg van een daling van de uitkeringslasten voor de Ziektewet met 50 procent. Het werknemersdeel zakt van 1, 15 % naar 1 %, terwijl de werkgeversbijdrage van 5, 15 % naar 2, 1 % is teruggebracht.

De belangrijkste maatregel in de wet TZ is de invoering van een eigen risico voor de werkgever, die gedurende de eerste twee of zes weken van ziekte van zijn werknemer uitbetaling van het loon voor zijn rekening moet nemen. De bedrijfsvereniging neemt deze betaling de eerste weken dus niet meer voor haar rekening. Het onderscheid tussen een eigen-risicoperiode van twee of zes weken wordt niet bepaald aan de hand van het aantal werknemers. Bepalend is of het door de werkgever in zijn onderneming uitbetaalde loon minder is dan vijftien maal de gemiddelde loonsom per werknemer uit de verzameling van werknemers behorend tot dezelfde CAO (twee weken). Is het uitbetaalde loon méér dan vijftien maal de gemiddelde loonsom dan bedraagt de eigen-risicoperiode zes weken. Voor de gemiddelde loonsom in uw bedrijfstak kunt u informeren bij uw bedrijfsvereniging.

Er bestaan enkele uitzonderingen, zoals mensen die een beroep doen op de regeling voor zwangerschaps- en bevallingsverlof. Zij vallen niet onder de maatregelen en hebben recht op een uitkering van de bedrijfsvereniging van 100 procent van het loon.

Loondoorbetaling

De loondoorbetaling gedurende de eerste weken van het ziekteverzuim, waartoe de werkgever via het Burgerlijk Wetboek wordt verplicht, betreft 70 procent van het loon of tenminste het minimumloon vanaf de derde dag. In de meeste Collec­ tieve Arbeidsovereenkomsten (CAO's) is echter geregeld dat de doorbetaling 100 procent moet bedragen. Het is niet langer toegestaan om de bovenwettelijke uitkeringen (of het eigen risico) bij de bedrijfsverenigingen te (her)verzekeren. Herverzekeren op vrijwillige basis bij een particuliere maatschappij blijft wel mogelijk. Dit zal een afweging zijn voor iedere werkgever afzonderlijk. De nieuwe Arbowet verplicht werkgevers kosten en uitvoering van de controle op zieke werknemers en verzuimbegeleiding voor eigen rekening te nemen. Werkgevers kunnen deze controle en verzuimbegeleiding in eigen beheer houden. Wie niet over de benodigde expertise op dit gebied

beschikt, kan een commerciële arbodienst inschakelen of de controle tegen betaling uitbesteden aan een bedrijfsvereniging. Indien de bedrijfsvereniging meent dat de werkgever in gebreke blijft bij de uitvoering van de verzuimbegeleiding, kan zij het ziekengeld dat na deze periode aan de zieke werknemer moet worden uitbetaald, verhalen op de werkgever.

Overgangsperiode

Glanzende folders moeten de werkgevers doen geloven dat zij vanaf 1 januari 1994 bij een (commerciële) arbodienst moeten zijn aangesloten. Over een overgangsperiode van vier jaar, neergelegd in de wet, wordt niet gesproken. Voor meer risico­

volle bedrijfstakken gaat deze verplichting in per 1 januari 1996.

Op dit moment beschikt nog geen enkele arbodienst over een kwaliteitscertificaat, de voorwaarde die in de wet is opgenomen om als arbodienst te mogen fungeren. Inmiddels hebben zo'n 140 arbodiensten een verzoek tot certificering ingediend.

Indien de controle in eigen hand wordt gehouden, dient de werkgever in een verzuimprotocol aan de bedrijfsvereniging aan te geven hoe de verzuimbegeleiding gestalte krijgt. Uit dit protocol zal onder meer naar voren moeten komen bij wie binnen het bedrijf de ziekmelding plaatsvindt, wanneer een ziek gemelde werknemer in verband met controle wordt geacht thuis te zijn, wie de ziekmelding en de rapportage verzorgt enz. De formulieren voor rapportage zijn bij de bedrijfsvereniging verkrijgbaar. Bij een langere ziekteperiode dient de werkgever zelf een controle-arts in te schakelen.

Wachtdagen

Tenslotte is het als werkgever raadzaam om geen overhaaste beslissingen te nemen, geen langdurige verplichtingen met verzekeringsmaatschappijen en/of arbodiensten aan te gaan, een goede afweging te maken en geen maatregelen te nemen die in strijd zijn met een collectieve- of een individuele arbeidsovereenkomst. Het is niet toegestaan éénzijdig bij ziekte van de werknemer wachtdagen in te voeren of ATV-dagen te laten inleveren. Uiteraard is dit wel mogelijk in onderling overleg en met instemming van de werknemers tenzij een CAO van toepassing is.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen