Achtergronden Metaal-CAO
Op 18 april jl. bereikten werkgeversorganisaties en vakorganisaties een principe-akkoord m.b.t de CAO voor de metaal- en elektrotechnische industrie. Via een mailing bij het voorgaande RMU Kontakt is reeds informatie verstrekt over het bereikte akkoord. In dit artikel worden een aantal zaken belicht die ten grondslag liggen aan de nieuwe CAO.
Hoewel de onderhandelingen voor de CAO niet vlekkeloos zijn verlopen, zijn ons de taferelen bespaard die zich in Duitsland afspeelden. Daar lagen de partijen vechtend op de straat voor de onderhandelingen in de 'groot-metaal'. Toch waren de onderhandelingen ook In Nederland niet eenvoudig.
Verlaging loonkosten
'Een ombuiging van het loonkostenniveau en vergroting van de slagvaardigheid van ondernemingen zijn noodzakelijk om de Nederlandse metaalelektro-industrie te helpen uit haar zware crisis te komen', aldus het FME (werkgeversorganisatie). Oftewel het gaat niet goed met de metaalindustrie. 'Er is geen geld voor meer loon en werknemers moeten bereid zijn wat langer of korter te werken als het bedrijfsbelang daarom vraagt'.
'Het gaat erom de bedrijfstak weer concurrerend te maken. Pas als er meer winst wordt gemaakt zullen ondernemers investeren en dan zal ook de werkgelegenheid toenemen', zei FME-voorzitter Van den Akker aan de vooravond van de onderhandelingen.
Vernieuwing
Verlaging van de loonkosten zal niet voldoende zijn om de bedrijfstak uit het dal te halen. Er zal de nodige energie in technologische vernieuwing gestoken moeten worden. Er zullen nieuwe produkten en met name nieuwe produktieprocessen ingevoerd moeten worden, zodat de Nederlandse industrie iets extra's kan bieden. De Nederlandse metaalelektro-industrie heeft nog steeds een redelijke positie in Europa. Na jarenlange loonmatiging bereikten de Nederlandse bedrijven een jaar geleden een kostenniveau dat gelijk was aan dat van hun Duitse collega's.
'Toch vormen de Duitse collega's momenteel weer een forse bedreiging, omdat zij massaal inleenkrachten werven uit Oost-Europa en delen van de voormalige Sowjet- Unie. Daardoor liggen de gemiddelde uurlonen in die bedrijven een kwart lager dan in vergelijkbare Nederlandse bedrijven', aldus het FME in het jaarverslag 1993. Ook worden in Nederland de negatieve gevolgen gevoeld van de problemen in de Duitse economie.
Concurrentie
Daar komt nog bij dat de concurrentie tegenwoordig niet alleen uit Europa komt, maar ook van daarbuiten (o.a. Japan, Korea en Taiwan). Het is tegenwoordig gemakkelijker om produktie te verplaatsen naarlage-lonenlanden dan tien jaar geleden. In deze landen werken mensen hard om een betere levensstandaard te bereiken. In landen als Korea en Taiwan werken de mensen circa 2000 uur per jaar, tegenover een Nederlander die gemiddeld tussen de 1400 en 1500 uur per jaar werkt. Wij denken weleens dat deze landen onderontwikkeld zijn, Dat is echter niet zo. Het zijn arme landen, maar ze hebben wei het potentieel.
VUT
Naast veriaging van de loonkosten, spelen ook de gedachten over het terugdringen van andere kosten. Tijdens de onderhandelingen ging het vooral over de (hoge) kosten van de SUM (VUT in de metaaielektro). volgens de oude CAO-regeling kunnen mensen die veertig jaar in de bedrijfstak hebben gewerkt met de vut, ongeacht hun leeftijd. Dit houdt in dat mensen van 54 jaar gedurende elf jaar thuis kunnen zitten met een uitkering van 87, 5%. De vraag is gerechtvaardigd of dit de bedoeling was bij de invoering van de vut. In de loop van 1995 zal deze regeling komen te vervallen. Wel blijft de vut intact tot 1997 voor 60-jarigen en ouder. Voorts is afgesproken dat de vut-premie begrenst wordt op maximaal 8% (is momenteel 6, 4%), om zodoende de kosten enigszins in de hand te houden. De hoge kosten van de vut hebben er wel toe geleid dat zowel werkgeversorganisaties als vakorganisaties zich de komende tijd zullen buigen over een regeling ter vervanging van de bestaande collectieve vut.
Conclusie
Kortom de nieuwe CAO kenmerkt zich tot het nagenoeg bevriezen van de lonen en flink snijden in de vut. De situatie vraagt echter om deze maatregelen. De afgelopen jaren zijn er naar schatting dertigduizend banen verloren gegaan in de metaalelektro-industrie. Daarom zal er de komende jaren een pas op de plaats gemaakt moeten worden. Dus geen nieuwe kostenstijgingen. Als dat beleid enkele jaren volgehouden kan worden, zal naar verwachting de werkgelegenheid weer groeien.
Een en ander klinkt wellicht somber. Maar het is een uitdaging voor ondernemers, werknemers, overheid en politiek om te proberen dat proces te stoppen en te zorgen dat de Nederlandse industrie weer concurrerend wordt.
P. Boudewijn
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van vrijdag 1 juli 1994
RMU Contact | 28 Pagina's