Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

WAO-boete heeft langste tijd gehad

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

WAO-boete heeft langste tijd gehad

5 minuten leestijd Arcering uitzetten

Op 1 maart 1992 trad in werking de Wet Terugdringing Arbeidsongescliil< theidsvolume. Volgens deze wet wordt aan de werkgever van een arbeidsongeschikte werknemer een boete opgelegd, ongeacht de oorzaak van de arbeidsongeschiktheid. Inmiddels is zoveel verzet gerezen tegen dit systeem en de toepassing ervan, dat het kabinet heeft besloten het boetesysteem waarschijnlijk met ingang van 1 juli 1995 af te schaffen. Onlangs heeft de Centrale Raad van Beroep (CRvB) een uitspraak gedaan waardoor het opleggen van de WAO-boete - vooruitlopend op de afschaffing van de regeling - wordt bemoeilijkt.

door mr. J. Verhoeven

Het systeem is heel eenvoudig; de werkgever is een geldelijke bijdrage (de malus) verschuldigd voor elke werknemer in zijn dienst die arbeidsongeschikt raakt (art, 591 Algemene Arbeidsongeschiktheidswet). De hoogte van de boete is - afhankelijk van het arbeidsongeschiktheidsrisico dat binnen de onderneming van de werkgever geldt - gelijk aan drie, vier of zes maanden loon. De boete wordt opgelegd ongeacht de oorzaak van de arbeidsongeschiktheid. Een boete wordt opgelegd voor een werknemer die arbeidsongeschikt raakt als gevolg van een bedrijfsongeval, maar ook voor een werknemer die arbeidsongeschikt raakt als gevolg van een sportongeval (bijvoorbeeld bij het beoefenen van motorsport).

Onvrede van werkgeverszijde

Werkgevers hebben zich via de RMU van meet af aan fel verzet tegen de - in hun ogen - onbillijke wetgeving. Hoe de regeling in de praktijk werkte illustreert het volgende praktijkvoorval. Jansen was als buitendienstmedewerker werkzaam bij Van Dijk. Jansen meldde zich op zekere dag ziek en enkele dagen later werd hij gearresteerd op verdenking van enkele gevallen van verkrachting. Voor die feiten werd hij door de strafrechter veroordeeld tot gevangenisstraf De arbeidsovereenkomst werd ontbonden door de kantonrechter, maar Jansen bleef - ook in de gevangenis - arbeidsongeschikt. De redenering van de bedrijfsvereniging was simpel: Jansen is arbeidsongeschikt en dus dient Van Dijk een boete te betalen, in dit geval zo'n ƒ 17.000, -. Dit voorbeeld kan met vele andere worden aangevuld. Wat te denken bijvoorbeeld van de werknemer die arbeidsongeschikt raakt als gevolg van een verkeersongeval waarbij komt vast te staan dat drankmisbruik als oorzaak moet worden aangemerkt? Als het aan de bedrijfsvereniging ligt, maakt dat allemaal niet uit. De oorzaak van de arbeidsongeschiktheid is niet bepalend voor de vraag of een boete moet worden opgelegd.

Uitspraken rechtbanken

Het is begrijpelijk dat vele werkgevers zich niet zondermeer hebben neergelegd bij de oplegging van een boete door de bedrijfsvereniging. In veel gevallen is beroep ingesteld tegen de beslissingen van de bedrijfsvereniging. Dat heeft geleid tot tegenstrijdige uitspraken van de verschillenderechtbanken. Door de rechtbanken te Amsterdam en Assen werd in mei 1994 een aantal beslissingen van de bedrijfsvereniging vernietigd, waarmee de sanctie van de bedrijfsvereniging ongedaan werd gemaakt. Andere rechtbanken lieten echter de beslissingen van de bedrijfsvereniging in stand.

Centrale Raad van Beroep

De bedrijfsverenigingen hebben beroep ingesteld van de beslissingen van de rechtbanken waarbij de opgelegde boeten ongedaan werden gemaakt. De Centrale Raad van Beroep, het hoogste rechtscollege voor dit soort zaken in Nederland, heeft op 15 februari 1995 in 17 beroepszaken een belangrijke uitspraak gedaan. De CRvB heeft beslist dat de bedrijfsvereniging niet kan volstaan bij het opleggen van een boete met het zondermeer verwijzen naar de aan de werknemer toegekende arbeidson­ geschiktheidsuitkering. Per individueel geval zal moeten worden gemotiveerd welke relevante feiten ten grondslag zijn gelegd aan de beslissing om de malus op te leggen. In deze motivering moeten de medische en arbeidskundige aspecten aan de orde komen en verder dient inzicht te worden gegeven in de procedure die is gevolgd gedurende het Ziektewet-jaar en het daaropvolgende jaar Verder moet de bedrijfsvereniging bij de beslissing aandacht schenken aan de mogelijkheden tot het verrichten van passende arbeid binnen de organisatie van de werkgever en reïntegratie. Tenslotte moet inzicht worden gegeven in de timing van de afschatting, mede met het oog op het gunnen van een zogeheten uitlooptermijn.

Consequenties van de uitspraak

Deze uitspraak betekent dat de bedrijfsverenigingen wel beslissingen kunnen nemen waarbij aan de werkgever een malus wordt opgelegd, maar dat daarbij nauwkeurig moet worden gemotiveerd dat en op welke gronden aan de voorwaarde voor oplegging van een malus is voldaan. De werkgever heeft recht op een eerlijk proces, dat voldoet aan de waarborgen van het Europese verdrag inzake de rechten van de mens. Dit betekent dat de werkgever ook in staat moet zijn om de juistheid van de medische beslissing (met betrekking tot de arbeidsongeschiktheid) te beoordelen. Dat botst echter met de privacy-belangen van de werknemer De werkgever zal dan ook niet zonder meer kennis kunnen nemen van het medisch dossier De rechter dient per geval te beoordelen of en in hoeverre medische en andere stukken over de werknemer in het geding kunnen worden gebracht. Wanneer een werkgever gemotiveerd bestrijdt dat aan de voorwaarden voor de oplegging van de malus is voldaan, terwijl het privacy-belang van de werknemer zich ertegen verzet dat medische stukken in het geding worden gebracht, kan dat betekenen dat de malus vervalt. Het is dan immers voor de rechter niet mogelijk om te beoordelen of de werknemer terecht arbeidsongeschikt is verklaard.

Hoe nu verder?

Het is duidelijk dat de recente uitspraak van de CRvB de mogelijkheden van de bedrijfsverenigingen tot het opleggen en handhaven van malus-beslissingen beperkt. Sommige bedrijfsverenigingen hebben al te kennen gegeven met onmiddellijke Ingang te stoppen met het opleggen van boeten. Ongetwijfeld speelt daarbij mee dat de regeling waarschijnlijk met ingang van 1 juli 1995 geheel vervalt. Eerst met ingang van die datum zal er dan een definitief einde zijn aan deze onbillijke regelgeving. Tot deze datum kunnen werkgevers nog geconfronteerd worden met de WAO-boete. Die boete zal uiteraard alleen in stand kunnen blijven wanneer is voldaan aan de eisen die de Centrale Raad van Beroep in de uitspraak van 15 februari jl. heeft geformuleerd. Voor werkgevers ligt er dan ook nog steeds een belang om de beslissingen van de bedrijfsvereniging te laten toetsen.

Mr. J. Verhoeven is als advocaat en procureur werkzaam bij Wille en Donker advocaten te Alphen a/d Rijn.

Dit artikel werd u aangeboden door: Reformatorische Maatschappelijke Unie

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 1 april 1995

RMU Contact | 38 Pagina's

WAO-boete heeft langste tijd gehad

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 1 april 1995

RMU Contact | 38 Pagina's