Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Invoering 36-urige werkweek

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Invoering 36-urige werkweek

3 minuten leestijd Arcering uitzetten

Eind vorig jaar is een brochure verschenen, die hoogstwaarschijnlijk aan de medewerkers werkzaam in de gezondheidszorg en vallend onder de cao's voor de verzorgingshuizen en het ziekenhuiswezen reeds zijn uitgereikt,

Toch lijkt het nuttig hieruit één aspect naar voren te brengen welke een gevolg is van de invoering van de 36-urige werkweek, namelijk het fenomeen "opplussen". Dit geldt voor de werknemers die per 1 juli 1997 in deeltijd werken.

De werkgever diende voor 1 januari 1997 deze werknemers uit te nodigen om vóór 1 maart 1997 aan te geven of deze gebruik wensen te maken van de mogelijkheid tot opplussen. Dat wil zeggen dat de deeltijdwerkers hun aantal uren na de invoering van de 36-urige werkweek weer kunnen vermeerderen. Voor het berekenen van de omvang van het opgepluste contract wordt allereerst de oude arbeidsduur teruggebracht als gevolg van het verkorten van de werkweek van gemiddeld 40 naar 36 uur De nieuwe arbeidsduur komt uit op het niveau van de arbeidsduur zoals deze gold vóór 1 juli 1997 nadat daar de oude arbeidsduurverkorting op in mindering is gebracht.

Onder de oude arbeidsduurverkorting wordt door cao-partijen in dit kader verstaan;

De ene vakantiedag bij de verzorgingshuizen komt voort uit het feit dat de vakantieaanspraak per 1 juli 1997 op jaarbasis met 1 dag is teruggebracht. Een voorbeeld ter verduidelijking; Een werknemer heeft een arbeidsduur vóór 1 juli 1997 van 20 uur, dat wil zeggen een deeltijdpercentage van 50 procent (20:40). Stel: Het salaris bedraagt 50 procent van ƒ. 3.000, -is ƒ. 1.500, -

De volgende twee situaties kunnen zich per 1 juli 1997 voordoen:

1. De werknemer besluit zijn contract niet op te plussen. De arbeidsduur voor deze werknemer wordt dan teruggebracht van 20 uur naar (20 ; 40) X 36 = 18 uur per week. Ten opzichte van 36 uur is dit nog steeds een deeltijdpercentage van 50 procent (18 : 36). Het salaris blijft dan ook ongewijzigd namelijk ƒ1.500, -.

2. De werknemer besluit over te gaan tot opplussing. De nieuwe arbeidsduur door opplussing wordt berekend door de oude arbeidsduur te verminderen met de oude adv-dagen, dat wil zeggen voor de bejaardentehuizen 20 minus (92 uur: 52 weken) 50 procent is 19, 12 uur. Voor het ziekenhuiswezen is dit 20 minus (96 uur; 52 weken) maal 50 procent is 19, 08 uur De nieuwe part-time breuk wordt in het eerste geval 19, 12:36 = 53, 11 procent, waardoor het nieuwe salaris dan wordt 53, 11 procent van ƒ 3.000, -is ƒ 1.593, 30 en in het tweede geval 19, 08:36 = 53 geval, wat neerkomt op een salaris van 53 procent van ƒ 3.000, -is/1.590, -

Verlofregistratie

IVIet ingang van 1 juli 1997 is het aantal vakantiedagen vastgesteld op 23 dagen van gemiddeld 7, 2 uur. Dat is een totaal op jaarbasis van 166 uur bij een volledig dienstverband.

De verlofregistratie zal dan ook niet meer in dagen geregistreerd worden maar in uren. Dus ieder die gemiddeld 36 uur per week werkt heeft recht op verlof van 166 uur. Hoe gaat dit in zijn werk?

Er zal nu in mindering gebracht gaan worden het aantal uren dat feitelijk volgens rooster gewerkt had moeten worden. Dit geldt voor alle gevallen en voor iedereen ongeaclit liet rooster.

De doelstelling is dan ook dat iedere full-time medewerker hetzelfde aantal uren feitelijke arbeid dient te verrichten te weten 1.706 uur. Dit geldt naar rato ook voor part-time dienstverbanden.

De invulling van een 36-urige werkweek heeft voornamelijk gevolgen voor het roosteren. Maar, hoe men ook roostert, het aantal te roosteren uren kan (bij een full-time dienstverband) in beginsel nooit anders zijn dan de contractuele uren. De invulling van en de spreiding van de arbeidsduurverkorting doen hieraan geen afbreuk.

De contractuele uren worden ingeroosterd. Nu er echter vertofrechten bestaan is het verschil tussen de ingeroosterde tijd en de tijd waarop feitelijk arbeid wordt verricht gelijk aan het verlofrecht, namelijk 166 uur. Hieruit volgt dat verlofuren derhalve logisch samenvallen met uren die zonder verlof(opname) gewerkt zouden zijn.

D. C. Witter

Dit artikel werd u aangeboden door: Reformatorische Maatschappelijke Unie

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 1 februari 1997

RMU Contact | 32 Pagina's

Invoering 36-urige werkweek

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 1 februari 1997

RMU Contact | 32 Pagina's