Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Klassenverkleining in het onderwijs

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Klassenverkleining in het onderwijs

4 minuten leestijd Arcering uitzetten

Het kabinet investeert 270 miljoen gulden in verkleining van de klassen in de onderbouw (de groepen 1 tot en met 4) van de basisschool. Met Ingang van 1 augustus 1997 is dit bedrag jaarlijks beschikbaar. Hiervan Is ongeveer 220 miljoen bestemd voor uitbreiding van de formatie en het resterende bedrag van 50 miljoen gulden voor de hulsvesting en materiële instandhouding.

Sectie Onderwijs

Al vanaf augustus vorig jaar is er 100 miljoen gulden gekomen voor de inzet van onderwijsassistenten als formatieversterking in de onderbouw/. Samen met de bovengenoemde 220 miljoen zal dit bedrag naar de scholen gaan als "formatie voor speciale doeleinden". Het geld voor de onderw/ijsassistent blijft gaan naar de scholen van 185 of meer leerlingen, het extra geld voor de klassenverkleining is bestemd voor alle scholen. Het totale bedrag wordt geoormerkt voor de onderbouw en moet rechtstreeks ten goede komen aan het onderwijs in de groep.

Op maat

In oktober vorig jaar heeft de commissie-Van Eijndhoven een advies uitgebracht aan staatssecretaris Netelenbos over klassenverkleining in het basisonderwijs. Deze commissie ging uit van een stapsgewijze invoering van het verkleinen van de groepen. Het kabinet heeft, in tegenstelling tot dit advies, niet gekozen voor maximering van de groepsgrootte. Dit zou namelijk kunnen leiden tot het ontstaan van wachtlijsten en een verminderde keuzevrijheid voor ouders. Bovendien leidt klassenverkleining niet automatisch tot beter onderwijs! Klassenverkleining zal moeten leiden tot onderwijs op maat. Uit verschillende onderzoeken is de afgelopen jaren steeds weer gebleken dat scholen op zichzelf wel goede vorderingen maken op het gebied van zorgverbreding, maar dat zij nog moeite hebben met differentiatie in de groep. Met name in de onderbouw bleek het doelgericht werken voor verbetering vatbaar.

Maatregelen

Om de kwaliteit van het onderwijs te verbeteren, moeten, naast het toekennen van de extra formatie, aanvullende maatregelen getroffen worden. Voor de optimale ontplooiing van de leerling moeten scholen regelmatig en systematisch de vorderingen registreren. Een voorwaarde hierbij is dat er duidelijkheid is over de te bereiken doelen en de capaciteiten van de leerling. Verbetering van onderwijs wordt gerealiseerd door maatregelen op de volgende onderwerpen:

methoden: scholen moeten worden geïnformeerd over de kwaliteit van lesmethoden. Er wordt gewerkt aan een methodegids voor rekenen en taal, waarbij wellicht een keurmerk verleend wordt aan methoden die aan de kwaliteitscriteria voldoen. leerlingvolgsystemen: aan de hand hiervan kunnen leerkrachten beslissen welke volgende stap kan worden gezet in de ontwikkeling van het kind. Ook de systemen zullen van een keurmerk worden voorzien. tussendoelen: om leerlingvolgsysteem en methoden goed op elkaar aan te doen sluiten, is het formuleren van tussendoelen van groot belang. In eerste instantie gaat het om het uitwerken van de kerndoelen van taal, rekenen en wiskunde in tussendoelen. scholing en begeleiding: om doelgericht op de leerlingen in te kunnen spelen, is het nodig dat er op Pabo's en in de nascholing aandacht wordt besteed aan onderwijs op maat (klassenmanagement en zorgverbreding). kwaliteitszorg en verantwoording: scholen beschikken over een systeem van kwaliteitszorg. Zij moeten zich verantwoorden over de wijze waarop de extra formatie wordt besteed en de manier waarop deze bijdraagt aan verbetering van de kwaliteit in de onderbouw. De onderwijsinspectie zal hierop toezicht houden.

Vanaf het schooljaar 1998/'99 zullen scholen tevens in de schoolgids aan de ouders moeten verantwoorden hoe ze prioriteit aan de onderbouw hebben gegeven en wat de resultaten daarvan zijn.

De eerste stap

De concrete invulling van de extra formatie is afhankelijk van de schoolsituatie. De keuze zal (mede) bepaald worden door de mogelijkheid voor huisvesting, de hoeveelheid extra formatie en de werkwijze van de school. Het Procesmanagement Primair Onderwijs biedt in een brochure ("De eerste stap") enkele modellen aan voor het inzetten van de extra formatie. De modellen gaan uit van de volgende varianten: Kleinere groepen: permanent, voor een deel van het schooljaar, voor een deel van de week of de dag.

Extra personeel in de groep: onderwijzend personeel, de onderwijsassistent. In genoemde brochure worden deze modellen uitgewerkt. Enkele voorbeelden: - enkele dagen of dagdelen per week wordt een combinatiegroep gesplitst; • - het eerste half jaar wordt groep drie gesplitst, het tweede half jaar komt er een instroomgroep voor vierjarigen; - er wordt, parallel aan de groep, in kleine groepjes lesgegeven in rekenen en taal/lezen aan zorgkinderen; - de extra leerkracht geeft individueel les aan uitvallers; - de extra leerkracht komt ook in de groep, zodat de groepsleerkracht zich bezig kan houden met zorgkinderen; - de extra leerkracht neemt de groep over, terwijl de groepsleerkracht met (een) zorgkind(eren) buiten de klas aan de slag gaat; - de extra leerkracht observeert (zorg)kinderen; - de onderwijsassistente werkt in de klas met een groepje kinderen; - de onderwijsassistente houdt resultaten van de leerlingen bij; - de extra leerkracht neemt de groep over, terwijl de groepsleerkracht tijd heeft voor structureel overleg met bijvoorbeeld de interne begeleider.

Uiteraard zijn nog vele varianten mogelijk. Een school mag op grond van eigen afwegingen een model kiezen of aanpassen. Zij moet wel altijd aangeven op welke wijze zij een en ander heeft gerealiseerd. Ook is het bij de keuze van belang om rekening te houden met het perspectief op de langere termijn, wanneer meer stappen zullen worden gezet naar klassenverkleining.

J. de Jong-Slagman

Dit artikel werd u aangeboden door: Reformatorische Maatschappelijke Unie

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van maandag 1 september 1997

RMU Contact | 28 Pagina's

Klassenverkleining in het onderwijs

Bekijk de hele uitgave van maandag 1 september 1997

RMU Contact | 28 Pagina's