Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Belastingen in de 21e eeuw

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Belastingen in de 21e eeuw

8 minuten leestijd Arcering uitzetten

In december 1997 presenteerde het kabinet de nota "Belastingen in de 21e eeuw". Het plan heeft als ondertitel "een verkenning". Met dit stuk van bijna 1000 pagina's is een discussie geopend over een ingrijpende herziening van het Nederlandse belastingstelsel. In dit artikel zal na een korte schets van de hoofdlijnen van het plan, ingegaan worden op de wijzigingen in de inkomstenbelastingheffing.

door mr. W. van Vliet

In het belastingplan staan drie begrippen centraal: verbreding, verschuiving en vergroening.

Verbreding: Afzonderlijke soorten inkomsten worden apart belast, veel aftrekposten worden afgeschaft, en aan de bijzondere behandeling van allerlei spaar- en beleggingsvormen komt een einde. Hiermee wordt de basis waarover belasting wordt geheven verbreed, waardoor de tarieven verlaagd kunnen worden. Verschuiving: Het is de bedoeling de inkomstenbelastingtarieven te verlagen, de vermogensbelasting af te schaffen en het algemene btw-tarief met anderhalf procent te verhogen tot negentien procent. Vergroening: Bij belastingheffing zal meer met milieuaspecten rekening worden gehouden. Dit wil men met name realiseren door enerzijds de regulerende energie belasting, die via de energiebedrijven wordt geheven, te verdubbelen en anderzijds fiscale milieuprikkels te creëren voor bedrijven en huishoudens.

Belastbaar inkomen

In het huidige inkomstenbelastingsysteem worden alle inkomsten bij elkaar opgeteld, en wordt rekening houdend met allerlei aftrekposten het belastbaar inkomen bepaald. Dit belastbaar inkomen wordt vervolgens belast met een progressief tarief; het tarief stijgt naar mate het inkomen stijgt. Wel kan in bijzondere situaties een bijzonder tarief van toepassing zijn. In het belastingplan worden drie afzonderlijke inkomenscategorieën geïntroduceerd, die "inkomensboxen" worden genoemd. Ruwweg worden de inkomstenbestanddelen als volgt verdeeld: Box 1: Inkomsten uit arbeid, winst uit onderneming en de eigen woning; Box 2: Inkomsten uit aandelen in de eigen BV; Box 3: Inkomsten uit vermogen. Er wordt per afzonderlijke categorie een belastbaar inkomen vastgesteld. Hierna volgt een toelichting per inkomensbox.

Inkomensbox 1

De inhoud van deze box lijkt veel op de huidige aangifte inkomstenbelasting, zonder de inkomsten uit aandelen in de eigen BV en zonder de inkomsten uit vermogen, zoals rente, dividend en huur Ten opzichte van de huidige situatie verandert er echter nogal wat. De belangrijkste gevolgen van het plan worden hierna weergegeven:

• Reiskostenaftrek en privégebruik auto. Overwogen wordt de aftrekpost voor reizen tussen woning en werk af te schaffen; wel kunnen kosten van openbaar vervoer volledig door de werkgever worden vergoed. Indien de werknemer een auto van de zaak rijdt, krijgt hij thans in principe een bijtelling bij zijn inkomen van 20 procent van de nieuwwaarde van de auto. Overwogen wordt om voortaan uit te gaan van het werkelijke privé-voordeel dat de werknemer heeft van de auto van de zaak. Er zal een geavanceerd controlesysteem nodig zijn ter vaststelling van de privé-kilometers.

Arbeidskostenaftrek. Thans is er een kostenaftrek voor iedereen die inkomsten uit arbeid geniet van twaalf procent van het inkomen met een maximum van f. 3.108, Mogelijk wordt deze verhoogd met f. 1.000. Ook is mogelijk dat er een arbeidsaftrek l< omt in de vorm van een belastingkorting die voor iedereen gelijk is, waardoor iedere werknemer, ongeacht het geldende belastingtarief, er evenveel aan overhoudt.

Eigen woning. In principe blijft het huidige systeem gelden, en zal de rente op leningen voor de woning aftrekbaar blijven. Het renteelement in kapitaalverzekeringen voor de eigen woning, zoals bijvoorbeeld aanwezig bij een spaarhypotheek, zal naar verwachting onbelast blijven. Een tweede woning valt in box 3, zodat rente van leningen voor de tweede woning niet aftrekbaar zal zijn.

Consumptieve rente-aftrek. De aftrek van rente op leningen voor bijvoorbeeld een auto Is met een overbruggingsregeling reeds beperkt tot f. 5.000 per belastingplichtige. Naar verwachting wordt de aftrekbaarheid verder beperkt; waarschijnlijk zal de aftrek verdwijnen. Wel blijft aftrek mogelijk voor leningen voor enkele met name genoemde uitgaven, waarbij thans wordt gedacht aan leningen voor studie- en ziektekosten.

Giftenaftrek. Deze blijft gezien het maatschappelijk belang gehandhaafd.

Oudedagsvoorziening. Overwogen wordt alle oudedagsvoorzieningen als één geheel te bekijken. Het gaat hierbij om pensioenen van werknemers, lijfrente-aftrek, oudedagsvoorzieningen voor ondernemers, en kapitaalverzekeringen. Met noemt dit de "oudedagsparaplu". De premies voor een redelijke oudedagsparaplu blijven aftrekbaar, waarbij gedacht wordt aan een oudedagsvoorziening van 70 procent van het laatst verdiende loon of van het gemiddeld verdiende loon.

Buitengewone lasten. De aftrek van kosten voor levensonderhoud van naaste verwanten zal waarschijnlijk vervallen. Over aftrekbaarheid van ziektekosten is nog geen standpunt ingenomen.

Tarief. De hoogte van het tarief, dat evenals in het oude systeem stijgt naar mate het inkomen stijgt, is afhankelijk van de keuze die nog moet worden gemaakt inzake het systeem van belastingvrije sommen. Hierop wordt nog nader

ingegaan.

Inkomensbox 2

In deze box worden ruwweg belast de inkomsten uit aandelen van personen die ten minste vijf procent van de aandelen van een besloten vennootschap bezitten. Het gaat hierbij zowel om dividend als om verkoopwinsten. Ook onder het huidige systeem worden deze inkomsten al los van de overige inkomensbestanddelen in de belastingheffing betrokken, tegen een belastingtarief van 25 procent, voor zover zij niet in de eerste tariefschijf vallen. In het nieuwe systeem blijft de heffing 25 procent. Voor belastingplichtigen voor wie I dit de enige inkomensbron is, vervalt de belastingvrije som.

Inkomensbox 3

Onder deze categorie vallen alle inkomsten uit vermogen. Het bijzondere hierbij is, dat niet meer wordt uitgegaan van werkelijk ontvangen inkomsten zoals rente, dividend en huur, onder aftrek van de hierbij behorende kosten en rente. In het plan wordt dit systeem losgelaten. Het is de bedoeling dat wordt uitgegaan van een vast rendement over het vermogen ongeacht of het werkelijke rendement hoger of lager is. Hiertoe dient jaarlijks de waarde van het vermogen te worden vastgesteld, waarbij in principe tegenover dit vermogen staande schulden worden afgetrokken. De eigen woning blijft hierbij buiten beschouwing, omdat deze via box 1 belast wordt. Tevens vallen er buiten pensioen- en lijfrentevermogens, voor zover zij binnen de grenzen van de bij inkomensbox 1 genoemde oudedagsparaplu blijven. Momenteel wordt gedacht aan een forfaitair rendement van vier procent van het vermogen, wat belast zal worden met een vast tarief van 25 procent. Door dit systeem maakt het voor de fiscus niet meer uit op welke wijze iemand zijn vermogen belegt. Beleggingen in vermogensgroeifondsen, aandelen of spaarrekeningen worden gelijk belast. De huidige dividend- en rentevrijstellingen vervallen.

Hiertegenover staat dat de eerste f. 37.500 vermogen per belastingplichtige niet wordt belast. Voor een echtpaar is dus f. 75.000 vermogen vrijgesteld. Door een vast tarief los te laten op inkomsten uit vermogen is het draagkrachtbeginsel voor deze inkomstenbestanddelen losgelaten, leder betaalt een gelijk tarief.

Afzonderlijke belastingheffing

Verliezen uit de ene inkomensbox kunnen niet worden verrekend met positieve inkomsten uit een andere inkomensbox. Door de splitsing kunnen fiscale negatieve inkomsten uit bijvoorbeeld met leningen gefinancierde beleggingen die nagenoeg alleen onbelaste vermogensgroei geven, niet meer ten laste van positief arbeidsinkomen worden gebracht. Tevens kan bijvoorbeeld verlies uit onderneming niet worden verrekend met vermogensinkomsten.

Bij het nieuwe stelsel kan het interessant zijn om bij aanschaf van een woning een zo hoog mogelijke hypotheek af te sluiten, of de bestaande hypotheek niet meer (extra) af te lossen, en de daardoor beschikbare gelden (veilig) te beleggen. De hypotheekrente is dan aftrekbaar van het arbeidsinkomen tegen een hoog tarief en de belegging is belast tegen een laag tarief. Een aanzienlijk nadeel kan ontstaan voor iemand die bijvoor­ beeld alleen inkomsten uit vermogen heeft en geen inkomsten uit arbeid of pensioen, daar hij geen aanspraak meer kan maken op de belastingvrije sommen van box 1, wat zich onder meer bij gemoedsbezwaarden die geen aow accepteren voor zou kunnen doen.

Belastingvrije sommen

In het belastingplan worden drie varianten aangevoerd, als systeem van belastingvrije sommen in inkomensbox 1: optie 1: Handhaving van het huidige systeem, waarbij overdracht tussen echtgenoten mogelijk is; optie 2: Vervanqina van de belastingvrije sommen door heffingskortingen, waarbij in een gezinssituatie met één inkomen de alleenverdiener een dubbele korting krijgt; optie 3: volledig vervallen van de belastingvrije sommen, met uitzondering van bepaalde groepen, zoals ouderen. In de laatste variant kunnen de tarieven fors omlaag.

De eerste twee varianten houden enigszins rekening met de gezinsdraagkracht, de laatste niet.

Daarnaast wordt in het plan ingegaan op het splitsingsstelsel, waarbij het inkomen van de echtgenoten wordt opgeteld en gedeeld door twee. Doordat echtgenoten dan gelijk worden belast wordt meer rekening gehouden met de gezinsdraagkracht.

Gezien de individualiseringsgedachte wordt dit echter niet als gewenste mogelijkheid gepresenteerd.

Gevolgen en toekomst van belastingplan

Het is de bedoeling dat de hele herziening voor de overheid budgettair neutraal verloopt. Gezien het grote aantal wijzigingen zal onvermijdelijk een herverdeling van lasten plaatsvinden, waarbij politieke keuzes een belangrijke rol gaan spelen.

Per individueel geval zal er sprake zijn van een voor- of nadeel ten opzichte van heden, waarbij van belang is uit welke bestanddelen het inkomen thans bestaat, en op welke wijze het vermogen thans is belegd.

Op het plan is veel kritiek gekomen. Op dit moment zijn de discussies met belangengroeperingen en de wetenschap in volle gang. De komende jaren zal blijken of en in hoeverre het plan werkelijkheid wordt.

Mr. W. van Vliet FB Is fiscaal adviseur en directeur bij van Ree accountants & belastingadviseurs te Doorn.

(Bron: NRC)

Dit artikel werd u aangeboden door: Reformatorische Maatschappelijke Unie

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van woensdag 1 april 1998

RMU Contact | 32 Pagina's

Belastingen in de 21e eeuw

Bekijk de hele uitgave van woensdag 1 april 1998

RMU Contact | 32 Pagina's