Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Is er iets veranderd?

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Is er iets veranderd?

7 minuten leestijd Arcering uitzetten

Verandert er iets? Deze vraag stel je als argeloos lezer van het regeerakkoord van Paars II. Je hoopt dat er iets verandert, vi^ant economisch gaat het niet zo best op veel bedrijven in de land- en tuinbouw.In het bijzonder worden de varkenshouders geconfronteerd met zeer lage opbrengstprijzen die velen van hen nog nooit eerder hebben meegemaakt. En al die overheidsmaatregelen die de afgelopen 15 jaar op de land- en tuinbouw zijn afgekomen, maken een boer of tuinder ook niet vrolijkerUit het regeerakkoord blijkt echter dat er inliet overheidsbeleid niet veel verandert. De Troonrede van prinsjesdag 1999 en de daarbij behorende begroting van Landbouw bevestigen dat alleen maar. Kernwoorden voor de land- en tuinbouw zijn: leefbaarheid platteland en herstructurering.

Sectie Landbouw en Visserij

Samenhang tussen landbouw en platteland

Het regeerakkoord bevat een aparte paragraaf "Plattelandsbeleid, land- en tuinbouw en blo-industrie". De titel van deze paragraaf duidt op een nauwe verwevenheid van het beleid voor ruimtelijke ordening en het beleid voor de land- en tuinbouw. Daarnaast maakt de titel ook duidelijk dat het de" regering ernst is met het voeren van beleid rond de intensieve veehouderij. In de eerste helft van 1999 zal het kabinet komen met hoofdlijnen voor het beleid voor landbouw, veeteelt en natuur, zo blijkt uit de Troonrede.

Het beleid voor het platteland is gericht op een leefbaar platteland voor de volgende generaties. Daarvoor dienen volgens Paars II de economische concurrentiekracht, de sociale samenhang, de ecologische duurzaamheid en de culturele eigenheid te worden bevorderd. In combinatie met het beleid van vrom betekent dat een grote mate van invloed door de centrale overheid op het beleid rond de ruimtelijke indeling van Nederland. Minister Pronk heeft daarvoor al een houtskoolschets gegeven, namelijk compacte stedelijke netwerken met een beheerste ontwikkeling van enkele corridors langs belangrijke transportlijnen in oostelijke en zuidelijke richting en uitruil van functies in het landelijke gebied. IVlinister Pronk streeft dus naar beperkte woningbouw en industriële ontwikkeling in het landelijk gebied en concentratie ervan in stedelijke gebieden en langs de transportlijnen. Voor de land- en tuinbouw betekent dit dat de druk op de verwerving van grond door nietlandbouwers om in het buitengebied te bouwen en te wonen minder is.

Van grote invloed op de landbouw is de keuze van de plaats van uitbreiding van vliegveld Schiphol: bij Schiphol zelf, in de Noordzee en / of in Flevoland bij Lelystad. Als wordt gekozen voor uitbreiding in Flevoland zullen duizenden hectares vruchtbare en uitstekend verkavelde landbouwgrond moeten plaatsmaken voor landingsbanen en andere voorzieningen voor een luchthaven.

Maatschappij en landelijk

In de Troonrede wordt de aandacht gevestigd op de maatschappelijke functies van het landelijk

gebied. Deze hebben vooral betrekking op de beleving van natuurwaarden en de recreatieve en toeristische functie van het landelijke gebied. Het beleid richt zich daarom op versterking van natuurwaarden, terugwinnen van verloren gegaan natuurgebied en verhogen van de kwaliteit van de landbouwproductie. De komende vier jaren trekt de overheid veel geld, 380 miljoen gulden, uit voor het realiseren van de Ecologische Hoofdstructuur (EHS) en de ontwikkeling van natte natuur in de Zuid-Hollandse Delta, het IJsselmeer en de Randmeren. Dat geld kan worden besteed aan aankoop van gronden en voor bevordering van natuurbeheer door particulieren, onder andere door het verstrekken van beheerspremies. Dat biedt kansen voor landbouwers.

Tegenover deze hogere besteding in de EHS staat een korting op de uitgaven voor landinrichting en een bezuiniging van 10 miljoen per jaar (van 30 naar 20 miljoen) op de Groene Hart-impuls.

Herstructurering sectoren

Ontwikkelingen in de maatschappij brengen met zich mee dat de invloed van de maatschappij op de land- en tuinbouw groter en meer voelbaar wordt. De overheid vraagt aandacht voor maatregelen gericht op bescherming van de volksgezondheid, het milieu en het dierenwelzijn. Daarnaast wil ze economische versterking van de land- en tuinbouw. Het ministerie van Inv verlangt daarbij plannen van de sectoren zoals deze door de glastuinbouw, de melkveehouderij en de pluimveehouderij zijn opgesteld. Aansluiting bij maatschappelijke wensen wordt daarbij verondersteld. Zowel financieel als beleidsmatig ondersteunt de overheid dit proces van herstructurering. Voor de herstructurering van de glastuinbouw en die van de varkenshouderij wordt de komende regeerperiode respectievelijk 45 en 320 miljoen uitgetrokken. De varkenshouderij moet daarbij 20 tot 25 procent van de varkensrechten inleveren.

Milieu

Het kabinet blijft ook na verstrijking van het Meerjarenplan Gewasbescherming (MJP-G) streven naar vermindering van het gebruik van chemische bestrijdingsmiddelen in de land- en tuinbouw.

In de veehouderij gaat het kabinet voort met het MINAS-beleid. In 2000 moeten alle veebedrijven meedoen met Ml NAS (ook de paarden gaan dan onder MINAS vallen) en de plannen voor invoering van MINAS in de akker- en tuinbouw gaan verder Het ministerie is over de aanpak door het bedrijfsleven sinds 1 januari 1998 zeer tevreden. Over de aanpak van de nitraatproblematiek is er (nog) geen overeenstemming tussen de ministers Pronk (vrom) en Apotheker (Inv). De eerste wil aanscherping van de verliesnormen voor stikstof in de kwetsbare gebieden (zandgronden) en extensivering van de melkveehouderij. Apotheker heeft nog geen standpunt ingenomen. Duidelijk is wel dat vanuit de EU er steeds grotere druk op Nederland wordt uitgeoefend om de in de EU afgesproken doelstelling van maximaal 50 mg nitraat per liter grondwater te realiseren. In de EU wordt Nederland ten aanzien van nitraatuitspoeling als het meest vervuilende land aangemerkt! Wat betreft ammoniak wordt het huidige beleid (van vrom) nog

voortgezet tot 2002. Om de internationaal atgesprol< en doelstelling van 6 procent vermindering van het broeikasgas CO^ te bereil< en rond 2010 (ten opzichte van 1990) is beleid nodig om de uitstoot ervan te verminderen. Daarbij wordt ook gekeken naar de CO'-uitstoot in de glastuinbouw/. In dat opzicht streeft het kabinet naar afschaffing van de lage aardgasprijs voor de tuinders.

Dierenwelzijn en diergezondheid

Het welzijn van dieren krijgt uitdrukkelijk aandacht van de overheid. De Europese voorstellen om het welzijn van kippen in de legsector te verbeteren gaat de Nederlandse overheid niet ver genoeg. De Nederlandse regering gaat zich deze kabinetsperiode inzetten voor afschaffing van de legbatterij. Als dat niet lukt wordt een nationaal verbod overwogen. In nauwe relatie met dierenwelzijn staat diergezondheid. De regering stelt voor de sectoren meer te laten betalen voor de (preventieve) bestrijding van besmettelijke dierziekten door middel van bestemmingsheffingen. In de varkenshouderij is dat voor ziekten als varkenspest al in gang gezet met de Herstructureringswet. Ook in de rundveehouderij gaat dat gebeuren voor ziekten als mond- en klauwzeer. Het doel hiervan is te komen tot een hoger gezondheidsniveau op bedrijfsniveau.

Financiële maatregelen

Veel van de beleidsmaatregelen gericht op volksgezondheid, milieu, dierenwelzijn en landschap hebben een kostprijsverhoging tot gevolg. Daarbij komt ook de kostprijsverhoging die voortvloeit uit verdubbeling van de energiebelasting (de ecotax) per 1 januari 1999. Hiertegenover staan financiële maatregelen die de kostprijs kunnen verlagen. Daarbij wordt gedacht aan zelfstandigenaftrek, ondersteuningen bij investeringen voor verbetering van milieu (onder andere bij milieucoöperaties) en dierenwelzijn en overnameregelingen. Ook de verlaging van de inkomstenbelastingen kan hierbij worden vermeld, hoewel daar een verhoging van de sociale premies tegenover staat.

Visserij

Voor de herziening van het Europese visserijbeleid in 2002 zal de Nederlandse regering de duurzaamheid rond de visserij benadrukken. Daartoe zal ze overleg plegen met de visserijsector en de natuurbeschermingsorganisaties. Deze problematiek speelt niet alleen op Europees niveau. Ook de vismethoden wereldwijd horen hierbij aandacht te krijgen.

Beperkende regelgeving

De Nederlandse land- en tuinbouwers lopen steeds meer tegen beperkende regelgeving van de overheid aan. Dergelijke regelgeving heeft te maken met de toenemende invloed van de maatschappij op de gang van zaken in de land- en tuinbouw. Een belangrijke oorzaak is de grote afstand die er bestaat tussen de burgers in de maatschappij en de landbouw, die overigens ook een onderdeel is van de maatschappij. De burger krijgt via de media te horen en te zien wat er in de landbouw gebeurt en dat is meestal niet het meest positieve, zoals beelden van dieren in kleine hokken, gierende giertanks en grijpers met dode varkens. De vraag is nu: hoe gaan wij hiermee om? We kunnen de bedreigingen die uit de kabinetsplannen naar voren komen als uitgangspunt nemen. Met name de (negatieve) economische gevolgen van een aantal maatregelen kunnen verstrekkend zijn, mede vanuit het gegeven dat de landbouw nogal afhankelijk is van export naar andere Europese landen. Een verbod in Nederland voor het houden van kippen op batterijen en tegelijkertijd geen verbod daarop in andere landen van de Europese Unie levert ernstig concurrentienadeel op. De RMU is daarom van mening dat maatregelen zo veel mogelijk in Europees verband moeten worden genomen.

Tegelijkertijd stelt de RMU vast dat bezinning op de ontwikkelingen in de land- en tuinbouw dringend noodzakelijk is. De kabinetsplannen bevatten ook aanknopingspunten voor een fundamentele bezinning, die we moeten proberen te benutten. Ten aanzien van onze leefomgeving is daarmee al een begin gemaakt door de aanbieding op 9 september jongstleden, van het Christelijk-ecologisch Appèl aan minister Pronk (vrom). In dit appèl wordt een oproep gedaan aan overheid, politiek, bedrijfsleven, maatschappelijke actoren en het christelijk volksdeel om economie en ecologie opnieuw met elkaar te verbinden. Het bijbels rentmeesterschap wordt sterk benadrukt.

Dit artikel werd u aangeboden door: Reformatorische Maatschappelijke Unie

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 1 oktober 1998

RMU Contact | 32 Pagina's

Is er iets veranderd?

Bekijk de hele uitgave van donderdag 1 oktober 1998

RMU Contact | 32 Pagina's