Contributie vakorganisatie via de werkgever

Er zijn verschillende mogelijkheden voor de werkgever om deze inkomensachteruitgang te compenseren. Voor de mensen werkzaam bij ENECO vindt deze compensatie binnenkort plaats. De RMU is sinds kort betrokken bij het overleg van vakorganisaties met de directie.

Voordelig voor de werknemer is de vergoeding van de contributie door de werkgever: hij kan de kostenpost verhalen op de werkgever, zodat zijn netto last daalt tot nihil. De personeelslasten voor de werkgever nemen toe. De vergoeding mag aan die werknemers onbelast worden vergoed, die ook daadwerkelijk zijn.

Een betere optie is, uitgaande van een bij de werkgever in overleg met de vertegenwoordigers van werknemers via CAO-onderhandelingen vastgesteld budget voor een bepaalde werknemer of categorie werknemers, een gedeelte van dat budget niet te bestemmen voor salaris dat belast is voor onder meer de loonbelasting en sociale verzekeringen, maar als onbelaste (bruto) vergoeding voor de contributie (brutoloon ruilen voor een onbelaste vergoeding). De werkgever kan de contributie rechtstreeks aan de vakorganisatie betalen. Dit heeft voor de werknemer voordelen, zie kader. Belangrijk is, dat hierover in de CAO of een vergelijkbare arbeidsvoorwaardenregeling expliciet schriftelijk afspraken zijn gemaakt door partijen zoals vakorganisaties of de ondernemingsraad als zij betrokken is bij de totstandkoming van de arbeidsvoorwaarden omdat er geen CAO van toepassing is.

Rekening dient gehouden te worden met verschillen tussen enerzijds een kostenvergoeding en anderzijds salaris, zowel bij de werkgever als bij de werknemer. Alleen voor het vaste salaris is de werkgever aanvullend diverse werkgeverslasten verschuldigd (bijvoorbeeld premie WAO en pensioenpremie). Bij de werknemer telt voor diverse inkomensgerelateerde regelingen zoals WW-, WAOen pensioenuitkeringen uitsluitend het vaste salaris een rol. Voor de werkgever is een ruil van brutoloon voor een kostenvergoeding derhalve voordeliger, maar voor de werknemer uit dit oogpunt nadeliger. Het nettoloon stijgt weliswaar, maar de pensioen-, de WWen de WAO-rechten dalen. Een lager loon leidt ook tot iets minder vakantiegeld.

Het meest eenvoudigst is door bij "uitruiling" als bronnen te kiezen variabele beloningen zoals overwerkvergoedingen, eindejaarsuitkeringen, gratificaties, winstdeling, afkoop vakantieuren, tegemoetkoming premie ziektekostenverzekering etc. Een medewerker moet weloverwogen een keus maken om te voorkomen dat de hoogte van de grondslag voor pensioen en sociale uitkering wordt aangetast. Onderkend moet worden dat een vergoeding leidt tot extra administratieve lasten voor de werkgever, maar uitgaande van gelijkblijvende of zelfs iets lagere bruto personeelslasten voor de werkgever (een lagere WAO-en WW-premie), kan vergoeding van de contributie voor de werknemer voor beiden aantrekkelijk zijn.

Voorbeeld voordeel inning contributie via werkgever: Vincent van Alphen is technicus en is lid van een vakorganisatie. De kosten van dit lidmaatschap, zijnde € 130 verruilt hij met zijn eindejaarsuitkering.
Hij heeft recht op een eindejaarsuitkering van € 686. Doordat hij gebruik maakt van de mogelijkheden van CAO ala carte heeft Vincent van Alphen in de toekomst geen kosten meer voor het lidmaatschap, maar de eindejaarsuitkering zal bruto nog (€ 686,-/- € 130=) € 556,bedragen. Zijn eindejaarsuitkering zal netto circa
€ 71,50 lager uitvallen. Per saldo betaalt Vincent € 71,50 voor een lidmaatschap dat € 130,- kost en heeft dus een voordeel van € 58,50.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen