Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Ten geleide

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Ten geleide

4 minuten leestijd Arcering uitzetten

Het is de redactie een genoegen de lezer de tekst te kunnen bieden van de toespraak die dr. J. Zijlstra op 25 november 1993 in de vergaderzaal van de Eerste Kamer heeft uitgesproken bij de aanbieding van het laatste deel van de trilogie van dr. G. Puchinger over Colijn en het einde van de coalitie. Deze trilogie vormt niet alleen een standaardwerk inzake de parlementaire geschiedenis van het interbellum, maar tevens de voornaamste historische introductie tot de belangrijkste antirevolutionaire politicus van die dagen, dr. H. Colijn. Dit jaar wordt diens vijftigste sterfdag herdacht en Radix levert daaraan een bijdrage met dit artikel van dr. Zijlstra. De auteur mag over dit onderwerp ter zake worden geacht als weinig anderen. Evenals Colijn was hij lijsttrekker voor de Antirevolutionaire Partij; hij was eveneens vele jaren minister en minister-president, waarbij ook hij de fmancieel-economische zaken te behartigen had. Het is daarbij opmerkelijk, dat zowel Colijn als Zijlstra erkend worden als politici van statuur, en dat beiden ook buiten de politiek - in het internationale bedrijfsleven en de internationale bankwereld - succesvol waren. In zijn artikel betoont Zijlstra zich verwant met Colijn, belicht hij diens politiek en stimuleert hij de Colijn-studie. Vijfenzeventig jaar geleden waren de Gereformeerde Kerken in onrust vanwege de opvattingen en gedragingen van de Middelburgse predikant J.B. Netelenbos. Deze was in 1917 voorgegaan in een dienst van de Nederlandse Hervormde Kerk, legde in een brochure een sterker accent op de persoonlijke band met Christus dan gereformeerden van die dagen gewoon waren te doen en veroorzaakte, na een schorsing ten gevolge van een tegen hem aangespannen kerkelijke procedure ter zake, onrust met het houden van lezingen over zijn zaak her en der in het land. Nu zijn er altijd predikanten die niet in het gareel lopen, dus waarom zou Radix aandacht besteden aan wat opwaaiend stof uit 1919? Welnu, gereformeerde tijdgenoten oordeelden, dat de kwestie-Netelenbos niet op zichzelf stond, maar een rimpeling was van een ingrijpende aardverschuiving diep onder het oppervlak, die, al naar gelang van het standpunt der betrokkenen, een betere kerk zou brengen, dan wel de kerk van haar gereformeerde standpunt zou doen afglijden. Ook de eerste onder hen, prof.dr. H. Bavinck, meende, dat de kwestie-Netelenbos zeer ingrijpend was. In zijn archief bevindt zich een ontwerp-tekst voor een brochure, waarin hij de diepere grond van de kwestie-Netelenbos uiteenzet en toelicht. Deze tekst zal binnenkort integraal met toelichting en annotatie worden gepubliceerd door dr. George Harinck, dr. C. van der Kooi en dr. J. Vree. De redactie van Radix heeft twee motieven om bij wijze van voorpublikatie een deel van deze tekst in dit nummer te publiceren. In de eerste plaats hangt er een waas van onduidelijkheid over de levensperiode van Bavinck, waarin zich de kwestie-Netelenbos afspeelde. Van diverse zijden is destijds getracht aan Bavinck een publiek woord over de zaak te ontlokken, maar deze liet zich daartoe niet verleiden. Waar stond Bavinck eigenlijk in dit geding? De tekst geeft op deze vraag een antwoord. Voorts - en dat maakt de tekst voor de niet-historisch geïnteresseerde lezer interessant - wijst Bavinck ter toelichting van de diepere grond van de kwestie- Netelenbos op ontwikkelingen en vraagstukken, die menigeen in vrijgemaaktgereformeerde kring als actueel zal herkennen. Wij noemen het Schriftgezag, de verhouding tussen christendom en cultuur, tussen kerk en wereld en het voor entegen van het beginseldenken. De realistische analyse van Bavinck anno 1919 is zo actueel, dat ze in de jaren negentig de bezinning op de toekomst van de gereformeerde kring verfrissen kan. Dr. R.H. Bremmer biedt in zijn artikel 'God en de geschiedenis' een overzicht van nieuwere theologische opvattingen over dit onderwerp. Deze bijdrage hangt in zoverre samen met het artikel over Bavinck, dat de cultuurveranderingen, waarop deze zich als één der eersten binnen gereformeerde kring bezon, ertoe hebben bijgedragen, dat over dit onderwerp in onze eeuw zoveel anders wordt gedacht dan in de voorgaande. H. Berkhof en A. van de Beek hebben in de afgelopen decennia over dit thema gepubliceerd. Bremmer beschrijft hun inzichten in verband met het godsbegrip van beide theologen en maakt als gereformeerd theoloog tenslotte enkele opmerkingen over een eigen standpuntbepaling. De laatste twee artikelen staan in nauw verband met elkaar. Ad. J. Koekkoek heeft de laatste jaren regelmatig vanuit diverse invalshoeken in Radix gepubliceerd over het onderwerp christen en kunst. In deze artikelen heeft hij blijk gegeven van een ontwikkeling in zijn bezinning op dit onderwerp. Zijn artikel 'Moderne kunst en christelijke verantwoordelijkheid' biedt een visie op de kunst, die berust op de antwoord-relatie van de mens tegenover God (en Zijn openbaring) en de schepping. De redactie heeft, geïnteresseerd in Koekkoeks bezinning, aan Willem L. Meijer gevraagd kort te reageren op diens artikel.

Dit artikel werd u aangeboden door: https://www.forumc.nl/radix

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 1 april 1994

Radix | 68 Pagina's

Ten geleide

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 1 april 1994

Radix | 68 Pagina's