Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Een robuuste kerk

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Een robuuste kerk

8 minuten leestijd Arcering uitzetten

Stanley Hauerwas
Een robuuste kerk
De christelijke gemeente in een postchristelijke samenleving


Redactie Esther Jonker, Herman Paul en Bart Wallet,
Zoetermeer: Boekencentrum 2010
288 pagina’s
ISBN 9789023924197

Met de verschijning van Een robuuste kerk is een indrukwekkend project afgerond. Een grote groep redacteuren en vertalers heeft bijgedragen aan een bundel artikelen van de theoloog en ethicus Stanley Hauerwas (1940), docent aan Duke University Durham (VS). Met deze vertaling heeft de redactie een duidelijk omschreven missie. Hauerwas is in zijn theologie niet alleen een interessante, radicale volgeling van Christus. Zijn werk kan ook inspireren in de Nederlandse context, waar de orthodoxe kerken zich heroriënteren na de verzuiling. Hoe kun je authentiek leven als christen in een seculiere context?
Wat heeft Hauerwas te bieden? Zijn werk kenmerkt zich door originaliteit en tegendraadsheid. Op veel terreinen laat hij een ander geluid horen en strijkt daarmee tegen de haren van het gevestigde Amerikaanse christendom in. Zo neemt hij stelling tegen de moral majority, een beweging die in Amerika een conservatief christelijke invloed wil uitoefenen. Dit zoeken van macht en invloed is wezensvreemd aan het evangelie, dat zich kenmerkt door zwakheid en vreemdelingschap. Stemmen die in Nederland waarschuwen voor een hang naar macht en het koesteren van christelijke invloed (ook rond de formatie van een nieuw kabinet) vinden in Hauerwas dus een medestander en leermeester.
De bundel is nogal heterogeen van aard.
Naast een introductie en een interview met Hauerwas zelf komen er capita selecta uit boeken van Hauerwas en zelfs preekfragmenten aan de orde. Ook bevat de bundel essays waarin Hauerwas ingaat op een aantal concrete issues in de Amerikaanse context.
Zo verdedigt hij zijn principiële pacifistische opstelling die hij handhaaft na 9-11. Ook het zelfbeeld van Amerika in de wereld, en de manier waarop dit zelfverstaan met het christendom verbonden wordt, is onderwerp van kritische analyse. In alles merk je dat de reader zoveel mogelijk van de vruchten uit Hauerwas theologie wil doorgeven. Deze drive is zelfs merkbaar in de typografie, het aantal letters per pagina nodigt uit om een vergrootglas te hanteren.

Toch is er in dit alles zeker een rode draad te ontwaren. Om christelijk leven vorm te geven, is een gemeenschap nodig die christelijke deugden inoefent en voorleeft. Die gemeenschap is de kerk, de concrete gemeente van Christus als onderdeel van the world’s lead society. Dit laatste is een knipoog naar het zelfbeeld van VS in deze wereld. De gemeenschap van de kerk is van een totaal andere orde. Zij is vol hoop, zij leeft vanuit de zwakheid van het kruis. Deze gemeenschap is daarom tegendraads. Want in de kerk leer je om het evangelie uit te leven, ook al gaat dit dwars tegen de culturele dominanten van succes en geweld in. De centrale plek van de kerk, als plek waar de volgelingen van Christus samenkomen, vormt zo het centrale thema van dit boek.
Nu is deze nadruk op de kerk niet nieuw voor Nederlandse christenen uit orthodoxe kring. Er is in die kringen zelf een reactie op gang gekomen, waarin de nadruk op de kerk sterk gerelativeerd wordt. Toch is de manier waarop Hauerwas het thema ‘kerk’ weer introduceert, verfrissend. Het gaat niet om een legitimatie van de eigen kerk ten opzichte van de wereld of andere kerken.
De kerk is in het werk van Hauerwas veel meer een medicijn tegen doorgeslagen individualisme. Ook is de kerk onmisbaar in de ontwikkeling van het geloofsgetuigenis en praktisch christelijk leven. Hier wordt, met andere woorden, de waarheid van het christelijk geloof geleefd. De kerk is bovendien de plek waar de vrede van Christus concreet wordt, waar het koninkrijk als counter culture zichtbaar wordt. De kerk is nodig om ethiek als bezinning niet te isoleren, maar het christelijk leven de onontbeerlijke context te geven (52). Zo rijst het beeld op van de ‘robuuste’ kerk, en deze accenten maken het werk van Hauerwas ook interessant voor de Nederlandse context.
Toch merk je dat Hauerwas vooral ingaat op de Amerikaanse context. Dit is onvermijdelijk en de redacteuren noemen dit punt al in hun introductie. Eén van de punten die Hauerwas bestrijdt, is de manier waarop Amerika door velen getypeerd wordt als een christelijke natie of als God’s own country. Ik denk dat in Nederland en West-Europa dergelijke claims veel minder verdedigd worden. Hoewel: een residu hiervan komt wellicht naar voren in de manier waarop de PVV in Nederland de joods-christelijke cultuur wil verdedigen ten opzichte van de oprukkende Islam.
Maar in VS worden dergelijke verbanden tussen het christelijk geloof en de cultuur veel duidelijker gelegd. Hauerwas ziet in grote en kleine dingen (b.v. het publieke schoolgebed) duidelijk het gevaar opdoemen dat bestaande machtsstructuren vereenzelvigd worden met de christelijke boodschap en de wil van God.
In verschillende toonaarden laat hij zien dat het koninkrijk van Jezus juist niet samenvalt met onze verworvenheden en onze macht. Jezus leert ons om uit te blijven kijken naar zijn vrede en zijn toekomst (eschaton). Hauerwas stelt zo veel van de Amerikaanse verworvenheden die gerelateerd worden aan het christendom onder kritiek. Een voorbeeld zijn de romantische idealen rond huwelijk en gezin. Rond deze idealen vergeten christenen vaak dat de gemeente Gods ‘nieuwe gezin’ is, waar juist singles een bijzondere plek krijgen in het koninkrijk (hoofdstuk 11).
Maar liggen in het werk van Hauerwas dan wel voldoende aanknopingspunten om een vertaalslag te maken naar de christenen die zich oriënteren in Nederlandse situatie? Op het eerste gezicht gaat veel van Hauerwas kritiek over de Nederlandse hoofden heen. Hier spelen de kerken een veel minder prominente rol in het maatschappelijke middenveld. Waar in de politiek nog gepoogd wordt om de Nederlandse cultuur met het christelijke erfgoed te verbinden, is het op kerkelijk terrein angstvallig stil. James Kennedy laat in Stad op een Berg (2010) zien dat de kerken haast onzichtbaar zijn op het maatschappelijk middenveld. Zij hebben hun publieke taak jarenlang gedelegeerd aan christelijke organisaties. Nu die organisaties ter ziele zijn of hun christelijke identiteit prijsgeven, heeft de kerk in Nederland een groot probleem. Waar in de Amerikaanse context sprake is van een sterke identificatie tussen christelijk geloof en cultuur, hebben in Nederland de kerken een heel ander probleem. Zijn zij überhaupt in staat om nog iets van het christelijk getuigenis in de samenleving te laten horen? Is in dit verband de theologie van Hauerwas een geëigend instrument of slaat dit profetische geluid de Nederlandse plank volledig mis?
Ik wil deze vraag beantwoorden met twee winstpunten uit het werk van Hauerwas en één suggestie.
In de eerste plaats lijkt het mij waardevol om ook in de Nederlandse context de rol van de kerk als gemeenschap te herwaarderen. Op dit moment dreigen kerken uiteen te vallen door gebrek aan verbinding en inspiratie.
Hauerwas legt het accent op de gemeenschap van de kerk als noodzakelijke voorwaarde om het christelijk leven te leiden. Het is goed om de onderlinge steun op dat terrein dan alle ruimte te geven als het evangelie samen geleefd wordt. Hauerwas laat zien dat het niet genoeg is om slechts een aantal geloofsovertuigingen te delen. Het geloof moet geleerd en geleefd worden, alleen zo kunnen mensen zien wat het werkelijk betekent om christen te zijn. En hier ligt ook de missionaire kracht van de kerk, als je hier ziet dat het ‘anders’ kan. Als gemeentepredikant deel ik dit verlangen van Hauerwas volledig.

Ten tweede vind ik het werk van Hauerwas een uitdagende spiegel voor het functioneren van kerken in Nederland. Hoe laten wij in de Nederlandse situatie de uitnodiging van het evangelie zien, tegenover culturele dominanten die we als christelijk verslijten of op de koop toe nemen? Het hoofdstuk over de plek van het gezin (hoofdstuk 11) vond ik in dit opzicht ontdekkend. Wat ‘doen’ we met het gezin, nu we hier sociaal-economisch niet meer op aangewezen zijn om te overleven?
Hauerwas laat twee wegen zien die in de samenleving gepropageerd worden. Aan de ene kant willen mensen het gezin als achterhaald en burgerlijk startpunt verlaten. In de andere kant wordt het gezin als ideaal geromantiseerd. Christenen zitten vaak op dit tweede spoor in hun pogingen dit veilige bolwerk (de hoeksteen) overeind te houden. Maar nu de spiegel van Hauerwas: “Dit lijkt mij niets anders dan afgoderij. Want het christendom – als we ons christen-zijn serieus nemen – heeft altijd op gespannen voet gestaan met familieloyaliteit, en dat zal ook zo blijven.” (197) Hauerwas levert hier niet alleen een spiegel, maar ook een derde weg. De kerk, de nieuwe gemeenschap van volgelingen van Jezus, is meer bepalend dan een biologisch gezin. “God heeft niet gewild dat de kerk zich biologisch voorplant, maar door middel van getuige-zijn en bekering.” (197) Het is in dit verband dat Hauerwas het opneemt voor de plek van singles in de christelijke gemeente en het samen zoeken van de ‘kinderen’ die het evangelie nog niet kennen.
Tenslotte: het zou fijn zijn als deze reader een breder vervolg krijgt. Dat issues in de Nederlandse context op een Hauerwassiaanse manier bevraagd worden. Dit zal een aantal afgoden ontmaskeren en ons met lastige vragen confronteren. Hoe geven we de christelijke gemeenschap vorm in een gefragmenteerde samenleving? Hoe vermijd je de valkuil van een nieuw sektarisme? Dit boek vraagt nadrukkelijk om een vervolg op de stelling “dat het de eerste taak van de kerk is kerk te zijn” (202). Zowel in theologische bezinning als in het christelijke leven zelf, in verbondenheid met elkaar.

Dit artikel werd u aangeboden door: https://www.forumc.nl/radix

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van woensdag 1 september 2010

Radix | 92 Pagina's

Een robuuste kerk

Bekijk de hele uitgave van woensdag 1 september 2010

Radix | 92 Pagina's