Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Dostoevsky

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Dostoevsky

8 minuten leestijd Arcering uitzetten

Rowan Williams
Dostoevsky
Language, Faith and Fiction


Londen: Continuum 2009
2e druk
290 pagina’s
ISBN 9781847064257

Er is nauwelijks een schrijver te vinden die de existentiële situatie van de mens van de late moderniteit zo indringend gepeild heeft als Dostojewski. Niemand minder dan Nietzsche sprak over hem als de enige psycholoog van wie hij wat kon leren. Publicaties over Dostojewski verschenen al tijdens zijn leven en die stroom is sindsdien niet meer tot stilstand gekomen. De Nederlandse historicus Jan Romein wijdde zijn proefschrift in 1925 aan de receptie van deze grote romanschrijver in de westerse kritiek.

Tallozen hebben zich gewaagd aan een interpretatie van het werk van Dostojewski: Leo Sjestow, Nicolas Berdjajew, Pavel Evdokimov, Romano Guardini, Eduard Thurneysen, Frank Thiess, André Gide, Michael Bachtin.
Aan deze rij kan nu een opmerkelijke auteur worden toegevoegd: Rowan Williams.
Opmerkelijk, omdat deze studie geschreven werd terwijl hij aartsbisschop van Canterbury en primaat van de Anglicaanse Kerk is.
Daarmee laat deze bisschop zien dat hij, bij alle bestuurswerk dat zijn ambt nu eenmaal met zich meebrengt, serieus onderhoudt wat een kerkvader ooit omschreef als het achtste sacrament van de priester: de studie. Hij vond de tijd daarvoor tijdens een sabbatsverlof, dat hij doorbracht in de communiteit van de jezuïeten van Georgetown University in Washington. Daarmee is dit boek, geschreven door een Anglicaans bisschop, tot stand gekomen tijdens verblijf in het intellectueel inspirerende klimaat van een katholieke orde, over een schrijver met wortels in de orthodoxe traditie, tevens een vrucht van een boeiende oecumene.

Het is een boek voor mensen die al vertrouwd zijn met het omvangrijke oeuvre van Dostojewski. In zijn inleiding stelt Williams dat het naast elkaar bestaan van grondig verschillende stemmen in zijn romans een voortdurende en niet-eindigende wisselwerking van perspectieven laat zien die de polyfone dimensies van Dostojewski zelf blootleggen. Rowan Williams benadrukt dat Dostojewski’s eigen standpunt niet in een enkele uitspraak te vangen is, maar heen en weer pendelt in de wisselende stemmen en posities van zijn romanfiguren. Dostojewski levert ons niet een overtuigende set van argumenten over het al dan niet bestaan van God, maar laat ons een fictioneel beeld zien van wat geloof en de afwezigheid daarvan betekenen in het sociale en politieke leven van zijn tijd. Op zoek naar de innerlijke drijfveer en samenhang van de wijze waarop Dostojewski het gelovig leven (of de afwezigheid daarvan) verbeeldt, meent Williams een samenhang tussen taal, geloven en fictie te ontdekken. Dostojewski structureert een narratieve ruimte waarin de lezer uitgenodigd wordt binnen te treden om te ontdekken wat er te ontdekken valt, maar waarin ieder ‘laatste woord’ ontbreekt omdat er altijd meer te zeggen is. Taal is voor Dostojewski een onmiskenbaar merkteken van vrijheid, want juist uitwisseling en conflict zijn nodig om het bewustzijn levend te houden dat er altijd meer te zeggen valt. Deze vrijheid hangt echter af van het vreemde, dat wat niet eigen is. En dat betekent dat wanneer de mens zich niet meer engageert met wat hem vreemd is, hij ophoudt met spreken en zich niet meer ontwikkelt. Hij eindigt in demonische stomheid. Williams ziet in de romans van Dostojewski een oefening om dit demonische te weerstaan en de taal te redden. Dat doet hij door vast te houden aan vrijheid. Dat wil zeggen de vrijheid van zijn romanfiguren door te gaan met op elkaar te antwoorden, zelfs wanneer het in verwarring brengt en de hoop op een goede afloop teleurstelt. Maar het is ook de vrijheid van de lezer om te antwoorden, wanneer hij de tekst verteerd heeft in een voortdurend proces van nadenken.

Voor Dostojewski is elke neerslag van het geloof in woorden ook onderhevig aan kritiek. Anders zou een punt bereikt kunnen worden waarop er niets meer te zeggen valt. Iedere nieuwe uiteenzetting van het geloof verschijnt in een wereld van woorden, waar het tegengesproken, ontkend, geparodieerd of als cliché getrivialiseerd kan worden. Dat betekent niet dat we moeten ophouden met spreken, maar dat er aan het schrijven nooit een einde komt. Door het schrijven van fictie waarin geen enkele formulering een definitief antwoord is, ontwikkelt Dostojewski wat Williams een theologie van het verhalend schrijven noemt. Iedere serieuze morele of religieuze fictie moet verwijzen naar iets dat het einde van het verhaalde overstijgt of een niveau van onvolledigheid signaleert, al is het maar in de meest minimale zin als een nog niet verteld verhaal. Dat nu doet Dostojewski aan het einde van grote romans als Misdaad en straf en in mindere mate aan het einde van De gebroeders Karamazow; terwijl het einde van zowel De idioot als Boze geesten gemarkeerde wegen van onvoltooide zaken zijn. Zo wordt het scheppen van fictie een strategie van weerstand bieden tegen een wereld waarin, wat gezegd of gedacht is, voortdurend het gevaar loopt om gereduceerd te worden tot wat feitelijk het geval is.
Geloof en fictie zijn verbonden – niet omdat geloof een variant van fictie is, maar omdat beiden gratuïte praktijken zijn die standhouden tegenover een louter functionalistische stand van zaken. Mensen schrijven fictie om iets anders te bevestigen dan de wereld van de naakte feiten en determinatie. Al in zijn Aantekeningen uit het ondergrondse protesteert Dostojewski tegen determinisme: feiten brengen geen taal voort, maar vrijheid manifesteert zich in taal, vooral in de taal van narratieve fictie. De roman in zijn narratieve onbepaaldheid, is een uiting van geweldloosheid, van radicaal geduld met de niet geplande en niet gedetermineerde beslissingen van de spelers.

In deze verhalende contexten opereert ook de duivel. Centraal element in diens strategie is het om het geloof in de onsterfelijkheid te ondermijnen en de mensen te doen geloven dat alle waarden uitsluitend berusten op eigen keuze. Dostojewski wil zijn lezers echter laten zien dat dit onvermijdelijk leidt tot een abstracte visie op menselijk geluk, die niet in staat is een grond te vinden om de unieke waarde van iedere menselijke persoon te bevestigen. Het gevolg hiervan is het ontstaan van een mentaliteit die onbewogen de massaslachtingen aanziet in naam van het bonum commune, het algemeen welzijn.
Het demonische derealiseert of desincarneert altijd, maakt de mens los van het lichaam en het bijzondere. Dit demonische vraagt om een politiek die het abstracte en algemene weerstaat. Dat werpt licht op Dostojewski’s dwepen met het Russische volk, alleen al omdat het niet abstract is.
De duivel is de vijand van ieder werkelijk verhaal, dat wil zeggen van een verhaal met een open einde en met mogelijkheden voor toekomstige keuzes en verdere gebeurtenissen. Dat illustreert Dostojewski in misschien wel een van zijn meest trieste figuren uit de roman Boze geesten: Stawrogin.
Diens belijdenis is een schizofreen gevecht om innerlijke stemmen het zwijgen op te leggen en een gevecht om een luisteraar te bereiken. Belijdenis reikt naar een veronderstelde luisteraar en vraagt om vergeving.
Hem kan echter alleen vergeving geschonken worden wanneer hij op een of andere manier open is naar een herkenning van de luisteraar. Duivelse spraak echter beweegt naar de stomheid toe, niet een luisterende stilte, maar een niet communicabele zelfgeslotenheid. En dat is een bestaan ten dode.

Volgens Williams impliceert menselijke volwassenheid het zich laten zien, zichtbaarheid van menselijke ontplooiing. Dostojewski’s romanfiguren – kreupel door onmenselijke krachten van binnen of buiten – zijn niet volledig zichtbaar. Zij die op weg zijn naar een of andere vorm van genezing zijn diegenen, die het risico nemen om zich te laten zien. In de romans onthullen zij op cruciale punten – of proberen te onthullen, dan wel falen zij in belangrijke mate om te onthullen – wie zij zijn in bekentenissen, monologen en autobiografieën. Allen proberen herkenbaar te worden voor anderen; zij brengen hun zelfomschrijving in gesprek – of, in het geval van Stawrogin, presenteren een zelfbeschrijving die erop uit is iedere dialoog uit de weg te gaan. Dat maakt ons alert voor de verschillende wegen waarop de pathologieën van diverse karakters getraceerd kunnen worden in hun onvermogen of onwil om zichtbaar te worden.
Voor alle drie gebroeders Karamazow betekent het zichtbaar naar buiten treden het zichzelf op een nieuwe manier meester worden in hun woorden en handelingen gedurende het verloop van de roman, wat een beweging naar kwetsbaarheid toe inhoudt. Zij kunnen immers onderwerp worden van verhalen die verteld worden door anderen. In dat geheel van verhalen maakt Dostojewski subtiel duidelijk dat ook de romanschrijver het laatste woord niet heeft.
Hier duikt Dostojewski’s visioen van Christus op als een aanwezigheid in de gang van het verhaal dat volledig en onvoorwaardelijk tijd en ruimte geeft aan anderen zoals de auteur dat doet, zodat er gelegenheid bestaat voor ieder karakter om zijn identiteit te relateren aan Hem. Hij is het ‘laatste woord’, niet als een kracht die de laatste episode regelt, maar als een presentie waarmee iedere spreker een uitwisseling kan ontdekken die onmiskenbaar leven geeft en van angst bevrijdt.

Het is slechts één lijn uit dit rijke en intelligente boek van Rowan Williams. Er volgen nog overwegingen over de icoon en het gebroken beeld. Je wenst kerkleiders toe dat zij zich eens vaker een sabbatical permitteren en dit achtste sacrament beoefenen!

Dit artikel werd u aangeboden door: https://www.forumc.nl/radix

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van woensdag 1 december 2010

Radix | 72 Pagina's

Dostoevsky

Bekijk de hele uitgave van woensdag 1 december 2010

Radix | 72 Pagina's