Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Mindfulness: verlangens en valkuilen

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Mindfulness: verlangens en valkuilen

20 minuten leestijd Arcering uitzetten

Abstract Mindfulness gaat om rustig je aandacht te kunnen geven aan wat je hier en nu meemaakt, vrij van de druk van analyse of oordeel. In meditatie-oefeningen gebaseerd op het werk van de Amerikaanse arts Jon Kabat-Zinn krijgt mindfulness zijn meest bekende vorm. De voordelen hiervan in het verminderen van klachten geassocieerd met stress zijn bekend. Alhoewel mindfulness soms in het kader van consumentisme gebracht wordt, gaat een perfectionistisch streven naar een beter leven direct in tegen het principe erachter. Mindfulness wordt daarom vaker geassocieerd met een oosterse levensbeschouwing gericht op onthechting. Maar een goede fundering voor de praktijk van mindfulness moet niet alleen het ideaal van onthechting bieden, maar ook een basis voor waardering en het verlangen naar groei. De nadruk op zelfverloochening in de oosterse visie zorgt voor een groot spanningsveld op dit punt. Juist hiervoor biedt de Judeo-christelijke traditie een interessant alternatief.

mindfulness, Kabat-Zinn, meditatie, consumentisme, onthechting

Kansen om mindful te worden, komen we vandaag niet tekort. Talloze boeken, cursussen en instellingen bieden deze houding en de bijhorende oefeningen aan als de sleutel tot een betrokken aanwezigheid in het leven en vrijheid van de gevolgen van stress. En het lijkt te werken. Voor christenen rijst dan soms de vraag: mag ik hiervan profiteren? Zijn de banden met oosterse meditatie niet strijdig met het geloof? Maakt dat uit? Of sluit het juist goed aan bij een christelijke spiritualiteit?

Belangrijke vragen. Als we goed kijken naar hoe mindfulness vandaag de dag aangeboden wordt, blijkt inderdaad dat het altijd in bepaalde levensbeschouwelijke kaders gezet is. Maar voordat we gelijk een oordeel daarover vellen, kunnen we beter beginnen met de vragen: wat zijn de verlangens achter de mindfulness-trend en wat voor levensvisie zou nodig zijn om daar een echt antwoord op te geven?

A quality of mind

Het is momenteel moeilijk om mindfulness ergens niet tegen te komen. Maar waar gaat het precies over? Algemeen gesproken is mindfulness-training: het leren focussen om rustig je aandacht te kunnen geven aan wat je hier en nu meemaakt, vrij van de druk van analyse of oordeel. In de woorden van de Amerikaanse arts Jon Kabat-Zinn, die min of meer verantwoordelijk is voor hoe de term nu in het westen gepopulariseerd en gebruikt wordt, is mindfulness een manier van ‘cultivating a quality of mind’. Merk op dat het niet om de geestestoestand zelf gaat – niet alleen ‘a state of mind’ – maar om het laten ontwikkelen van een bepaalde kwaliteit hierin. Kortom: het bereiken van een verantwoordelijke houding.

Deze beschrijving is eigenlijk een letterlijke vertaling van het Indiase woord Gom, een woord dat ook gewoon als ‘meditatie’ gebruikt kan worden. Mindfulness is dan ook heel vaak, terecht, geassocieerd met meditatie. Meer dan dertig jaar geleden, na een trainingsperiode van zeven jaar in India en omgeving in verschillende vormen van meditatie, kwam Kabat-Zinn terug naar de VS om zijn studie op de bekende universiteit MIT af te maken. Met zijn kennis van meditatie en zijn PhD. in moleculaire biologie, begon Kabat-Zinn een verbinding te zoeken tussen die twee gebieden. Dat zou een enorme invloed hebben op de westerse gezondheidszorgcultuur. Jarenlang heeft hij onderzoek gedaan naar de relatie tussen geest en lichaam voor wat betreft genezing; voornamelijk naar het verband tussen geestelijke condities en niet alleen bepaalde psychische stoornissen maar ook chronische lichamelijke pijn. Het werd duidelijk dat het verminderen van stress ook een verbetering teweeg brengt op beide andere gebieden.

Naast zijn wetenschappelijke artikelen en boeken hierover heeft Kabat-Zinn nu de Stress Reduction Clinic and Center for Mindfulness in Medicine, Health and Society opgericht als formeel onderdeel van de Medical School van de Universiteit van Massachussetts. Daar geeft hij op basis van zijn vele studies een acht weken durende cursus in Mindfulness Based Stress Reduction (MBSR), die met meditatie en yoga mensen helpt in het leren omgaan met stress en lichamelijke klachten. Deze cursus wordt in dezelfde vorm nu in vele landen aangeboden, ook in Nederland.

Aandacht

Twee soorten meditatie krijgen nadruk in de training. Als eerste een formele meditatie die voornamelijk bestaat uit ademhalingsoefeningen waarin je je focus legt op je eigen ademhaling: slechts het voelen van het ritme en het constateren van het feit dat je ademt. Hierdoor leer je om je aandacht voor alle andere stimuli te negeren en voor een bepaalde duur los te laten. De bedoeling van de oefening is leren waarnemen zonder conclusies te willen trekken. Zelfs als je afgeleid wordt, keer je mentaal terug naar je adem, om zonder oordeel of analyses weer ‘in het nu’ te zijn. Hier wordt sterk en gedisciplineerd aan gewerkt in de training, met bijhorende variaties van een focus op een bepaald lichaamsdeel, of zelfs later op een ander object of op de natuur, maar altijd met dezelfde ontvangende houding.

Naast deze formele meditatie van langere periodes wordt geleerd hoe je ook korte momenten van de tweede soort meditatie kan beoefenen: informele meditatie. Het doel is dat je na de cursus op elk moment van de dag, tot twintig of dertig keer, je aandacht terug naar het hier en nu kunt keren. Met de ogen dicht, in een bepaalde lichaamshouding, met de focus weer op je adem, bestrijd je onnodige aanvallen van stress, angst en bezorgdheid. Hiermee bouw je je spier van aandacht op, aldus Kabat-Zinn. Je wordt atletisch aandachtig.

Vrijheid

Waarom is deze focus zo belangrijk? Het gaat volgens Kabat-Zinn om vrijheid. Ten eerste: de vrijheid om in het hier en nu te leven. Hoe meer ik op dit moment gefocust ben, hoe minder ik al mijn aandacht aan de toekomst zal geven met alle bijhorende angsten voor erge dingen die letterlijk nog niet aan de hand zijn. En hoe minder ik in het verleden zal graven, met de bijhorende spijt en angst dat bepaalde momenten in mijn geschiedenis mijn leven voor altijd zouden kunnen definiëren. Het punt is dat we niet in het verleden of in de toekomst kunnen leven, dus is de stress van deze angsten – en de slechte gevolgen voor mijn gezondheid – onnodig. Door oefening leer ik daarvan vrij te komen.

Maar ten tweede, komt er ook een vrijheid van oordeel. Deze vrijheid gaat iets dieper. De bedoeling van het waarnemen in mindfulness is dat ik het moment leer ontvangen zonder er gelijk een conclusie over te willen trekken. Bijvoorbeeld dat het eigenlijk anders zou moeten zijn. Want volgens Kabat-Zinn zijn de negatieve gevolgen van stress op onze gezondheid sterk verbonden aan de angst, de boosheid, de bezorgdheid en al die emoties die met zulke oordelende conclusies gepaard gaan. Door oefening leer ik ook hier vrij van te komen.

En het werkt. Niet alleen in Kabat-Zinns onderzoek is het te zien, maar ook in vele andere studies; al jaren nu. In 2005 werd een speciale editie van Time Magazine “De wetenschap van het geluk” genoemd, waarin een artikel over “De biologie van de vreugde” verscheen. Op de voorpagina zien we het bekende beeld van een mediterende boeddhistische monnik die met allerlei draden op zijn hoofd door een neurowetenschapper onderzocht wordt. De hersenscan zou laten zien wat de meetbare resultaten van meditatie zijn. En inderdaad, er komen bepaalde neurotransmitters vrij die met geluk geassocieerd worden - in dezelfde mate, wordt er bij genoteerd, als bij een roker die 24 uur niet mag roken en dan ineens een peukje mag opsteken! Puur ‘geluk’ op zich gaat dus niet per se gelijk op met gezondheid. Toch lijkt een positieve geestelijke houding een goede invloed op je gezondheid te kunnen hebben. Ook wordt een andere studie geciteerd waarin 1300 mannen gedurende tien jaar gevolgd werden. Degenen die zichzelf pessimist noemden hadden een twee keer zo grote kans op hartziekten als de optimisten - dat is hetzelfde verschil als bij rokers en niet-rokers. Dit soort studies zijn heel populair geweest, en het werk van Kabat-Zinn sluit daar goed bij aan. Van wetenschappelijke therapeuten tot en met goeroes in de glossy’s, allen verkondigen dezelfde boodschap: als je je gezondheid wilt verbeteren, als je beter voor jezelf wilt zorgen, als je beter wilt leren werken en rusten en leven, wees mindful.


Zodra iemand in zijn uniekheid mindfulness beoefent, is het allesbehalve neutraal


Neutraal?

Is mindfulness dan maar een techniek, een soort gereedschap dat ingeschakeld mag worden voor welk doel van wat voor soort persoon met wat voor soort levensbeschouwelijke visie dan ook? Volgens Kabat-Zinn wel. Maar zijn opvatting is alles behalve eenduidig. Soms hoor je hem zeggen dat mindfulness niet dualistisch is, dat het niets met oordelende kaders te maken heeft. Toch raadt hij het dualistisch denken op andere momenten juist aan als een hulp in het onderscheiden van wat gezond en ongezond voor je is. Soms zegt hij dat mindfulness allesbehalve doelgericht is of alleen op een product gefocust, maar op andere momenten beweert hij dat mindfulness je juist kan helpen in het behalen van persoonlijke doelen, van effectiviteit.

Aan de ene kant lijkt het idee van wat mindfulness is dus vrijblijvend te worden ingevuld: je kunt het als neutrale techniek zus of zo gebruiken afhankelijk van wie je bent. Aan de andere kant zou je kunnen stellen: zodra iemand in zijn uniekheid mindfulness beoefent, is het allesbehalve neutraal. Afhankelijk van hoe iemand denkt en voelt, wordt het absoluut in bepaalde levensbeschouwelijke kaders gezet en toegepast.

En dit is heel belangrijk. Als ik mindfulness wil beoefenen, doe ik dat - bewust of onbewust - met een bepaalde visie op het lichaam en de mens (bijvoorbeeld als weefsel of machine, als energiesysteem, als beelddrager van God). En ik doe het absoluut in dienst van een bepaald doel, dat ik ermee wil bereiken. Kabat-Zinn wil soms het taalveld van doelen vermijden, omdat die vaak snel gekoppeld wordt aan een angst voor mislukking, en deze angst is juist de oorzaak van de stress waartegen de training in wil gaan. Maar we moeten eerlijk zijn: zonder doel is er ook geen mindfulness. En niet zomaar een doel: het gaat om een positief doel - om verbetering. Je geeft je niet op voor een mindfulness-cursus om te leren hoe je je slechter kunt gedragen en hoe je je gezondheid kunt vernielen. Je doet het om een probleem of een obstakel in je leven te overwinnen en bevrijdende groei te vinden.

Consumentisme

Als we de meetbare voordelen van mindfulness echt willen waarderen, in de lijn van een verlangen naar vrijheid van de gevolgen van stress en angst in ons leven, sluit de ene levensbeschouwing hier dan beter bij aan dan de andere? Volgens mij wel.

Laten we eerst de oosterse visie bekijken waarmee mindfulness zo vaak geassocieerd wordt. Naast een meer serieuze boeddhistische benadering treffen we hier tegenwoordig ook een ‘verwesterde’ versie van aan, voornamelijk in de hippe glossy’s die mindfulness als marketingmodewoord gebruiken.

In deze tweede vorm lijkt mindfulness de nieuwe weg om jezelf een plezier te doen op een consumentistische wijze: wat aandacht voor jezelf, je eigen leven beter maken, meer rust, meer genieten, meer geluk, enzovoort. Kortom: het leven is maakbaarder dan je misschien denkt, en je mag er zelf de leidende hand in hebben als je het maar durft. Kijk en luister naar jezelf, ontdek wat je gelukkig maakt en zorg dan dat het een plek in je leven krijgt, nu. Verbeter de kwaliteit van je leven, nu.

Welnu, past mindfulness zoals we het beschreven hebben echt in dit beeld? In eerste instantie, absoluut. Ik wil met minder stress gezonder leven. Om gezond te worden moet ik mezelf dus aanleren wat mij blij of effectiever maakt. Natuurlijk is dat geen onzin, vooral niet wanneer je voor jezelf wilt leren zorgen als een vorm van herstel van een bepaalde achtergrond waarin er geen ruimte voor je was.


Ondanks het feit dat de term mindfulness vaak gebruikt wordt om consumentengedrag te bemoedigen, komt het in de praktijk vaak in conflict met de bedoeling van mindfulness


Toch, als je eens wat van die glossy’s doorbladert, krijg je snel het gevoel dat zo’n visie van herstel doorslaat in een levensstijl die behoorlijk consumentistisch is. Hoe kun je zorgen dat je je altijd lekker voelt? Neem vrij, werk minder, vind maar een leukere baan, ga op reis, schrijf je in voor deze cursus, koop dit stoeltje of die sieraden. Opties die alleen tellen voor degenen die geld en tijd genoeg voor zulke luxueuze keuzes hebben.

Het punt is dat als mijn verlangen naar verbetering en groei zo doorslaat tot dit soort consumentisme, mindfulness hier eigenlijk kritiek op heeft. Zo’n levensstijl lijkt meer op de hechting waarvan mindfulness eigenlijk als bevrijding bedoeld is. Door mindfulness leren we immers ons te bevrijden van zulke ideeën als wat ik nodig heb om gelukkig te zijn, want vaak is de wortel van deze gedachten een dieper gelegen negatieve voorafgaande conclusie: dat als ik dit of dat niet zie gebeuren in mijn leven, ik nooit gelukkig zal kunnen zijn. Hier komt de stress juist vandaan.

Mindfulness-oefeningen zijn bedoeld om onafhankelijk te worden van mijn angsten over mijn omstandigheden om gezond en positiefin het leven te kunnen staan. Dus, ondanks het feit dat de term mindfulness vaak gebruikt wordt om consumentengedrag te bemoedigen, komt het in de praktijk vaak in conflict met de bedoeling van mindfulness.

Onthechting

Daarom komt een serieuzere vorm van oosters denken, gericht op onthechting, snel in beeld als fundering voor mindfulness-training. Ik denk hier aan het werk van Eckhart Tolle, een wereldberoemd schrijver wiens boeken ook in Nederland bestsellers zijn (bijvoorbeeld De kracht van het nu). Tolle geeft, overal ter wereld, regelmatig seminars met Jon Kabat-Zinn. Net als Kabat-Zinn, zegt Tolle dat we onze focus het beste kunnen richten op het nu, want daaruit putten wij een ongelooflijk sterke kracht om vrij in het leven te komen staan.

Volgens Tolle is perfectionisme onze grootste vijand, en vinden we daar een heel goed voorbeeld van in het hechtingsgedrag van consumentisme - als ik maar dit of dat heb, als ik maar dit of dat bereik, als ik maar zus of zo kan denken en voelen, dan zal ik me veilig genoeg voelen om vrij en blij te leven en te handelen. Luister niet naar deze stem, zegt Tolle. Geef hem geen aandacht. Geef alleen aandacht aan het nu, aan wat nu voor je staat en aan wat en wie en waar je nu bent, zonder oordelende conclusies. Omdat het verleden er eigenlijk niet meer is, heeft dat geen recht om mij nu te bepalen. De toekomst is er ook nog niet en heeft dus geen recht om mij te bedreigen. Wij kunnen eigenlijk geen controle hebben over wat is geweest of wat nog gaat komen, dus laat je zelfzuchtige ‘ik’ los, die het allemaal beter wil hebben, adviseert Tolle. Accepteer en omhels het nu zoals het is.


Als we goed luisteren naar wat boeddhistische meditatie eigenlijk aanbiedt, past het lastig bij de praktijk van mindfulness-training


Deze verlangens, om niet te veel macht aan het verleden of aan de toekomst te geven, en ook om los van perfectionisme te komen, zijn goed. Maar in Tolles denken zit ook een valkuil. Hij beweert dat het nu onze focus verdient, niet alleen omdat we in het nu zíjn, maar omdat het alles is wat er bestaat. Het verleden en de toekomst bestaan niet. Dat zijn verzinsels, volgens Tolle, die ons zelfzuchtige ik creëert, net zoals oordelende concepten van beter of erger, goed en kwaad. En hoe sneller we ons realiseren dat deze niet bestaan, hoe vrijer we komen om in het nu te leven.

Als dat zo is, ontstaat ook hier weer een conflict met mindfulness als praktijk. Mindfulness-training begint met een verlangen om vrijer van stress te kunnen leven, om gezonder te kunnen worden. Als de toekomst niet bestaat en als er geen onderscheid bestaat tussen beter en erger, dan bestaan groei en vooruitgang ook niet. Het is niet te meten.

Als een geloof in toekomst en verleden op zich, en ook in wat goed is of niet goed is, eigenlijk de bron van mijn probleem is, zoals Tolle zegt, raak ik in de war. Mag ik vooruitgang willen boeken in mijn training? Is mijn verlangen naar verbetering en groei het probleem op zich? Moet ik mijn gestresste, onrustige, zelfzuchtige, perfectionistische ‘ik’ gewoon accepteren of juist negeren? We kunnen moeilijk zeggen dat we om te veranderen de basis voor verandering moeten loslaten. Kortom: echte groei en dynamische vooruitgang zijn afhankelijk van de werkelijkheid van tijd. Het heeft ook een oordeel nodig, want ik wil niet alleen veranderen, ik wil mijzelf verbeteren. Niet verslechteren. Daarom past Tolles visie van onthechting ook niet bij mindfulness in de praktijk, omdat het van onthechtingsmodel doorslaat naar een soort zelfverloochening. Mindfulness-beoefening is wel degelijk zeer tijdsgevoelig en doelgericht.

Spanningsveld

Het is dus geen verrassing dat we een vergelijkbaar spanningsveld vinden tussen de verlangens achter de mindfulness-trend en een echte boeddhistische visie. Mindfulness wordt vaak in het kader van boeddhisme gepresenteerd. Maar als we goed luisteren naar wat boeddhistische meditatie eigenlijk aanbiedt, past het lastig bij de praktijk van mindfulness-training.

In zijn boek Transforming the Mind spreekt de Dalai Lama over long jo-meditatietraining. Het gaat om de ontwikkeling van een open aandacht voor alles om mij heen met een evenwichtige, respectvolle nederigheid. In het laatste vers van de eed van de long jo, lezen we: “Ik zal leren me aan al deze oefeningen te houden, onbesmet door de onzuiverheden van de acht wereldse gedachten, en door te begrijpen dat alle verschijnselen (denk aan tijd en onderscheidende oordelen) zijn als illusies, zal ik verlost worden uit de boeien van gehechtheid.”

Wat zijn de acht wereldse gedachten, waarvan ik zuiver moet worden? “Geluk bij beloning, pijn bij belediging, geluk bij succes, pijn bij mislukking, geluk bij profijt, pijn bij verlies; geluk bij bekendheid, pijn bij vermijding.” En net als bij Tolle, kom ik hier in de problemen wat mindfulness betreft. Om angst en stress en het lijden te vermijden moet ik ook mijn verlangens naar vrijheid, vrede en groei opgeven.

We verliezen ook hier de mogelijkheid om deze dingen van elkaar te onderscheiden als echt goed of niet. De Dalai Lama zal nooit zeggen dat het doel van boeddhisme gevoelloosheid is; dat we in het moment geen onderscheid mogen maken in wat we voelen, pijn of geluk bijvoorbeeld. Maar hij zegt wel dat deze gevoelens uiteindelijk niet zinvol zijn binnen het grotere perspectief van de werkelijkheid. We kunnen misschien zowel vrede als angst voelen, maar we moeten het verlangen loslaten dat vrede uiteindelijk over angst zal heersen.

Fundering

Een zekere groei is het doel van mindfulness. Tot zo ver: als mindfulness gaat om het zijn in het hier en nu, met volle aandacht en zonder oordeel, om destructieve patronen van angst en stress te verminderen, is het lastig om het als praktijk in consumentisme of een oosterse visie te funderen. Bij de basering op consumentisme is wel het aspect van een persoonlijk doel en verlangen naar groei meegenomen, maar het wordt snel gekoppeld aan een soort perfectionisme dat op angst gebaseerd is. Bij de basering op een oosterse visie is wel een ideaal van onthechting meegenomen, maar dat wordt dan snel gecombineerd met een ideaal van zelfverloochening. In beide gevallen is er een spanningsveld met wat mindfulness ons wil bieden. Is er een alternatief? Wat zou zo’n alternatief moeten bieden? Ten eerste is een vorm van oordeel nodig om praktisch met mindfulness te kunnen werken. De taal van mindfulness-training is op dit gebied soms misleidend: de echte bedoeling van het ‘waarnemen zonder oordeel’ is eigenlijk, zo blijkt als je het in een training echt meemaakt, het ‘waarderen van’ iets. Feitelijk is het geen neutrale waarneming, maar het leren om mijn adem of mijn gedachten of de rozijn die ik tien minuten lang in mijn mond heb zonder te kauwen – een bekende oefening in het mindfulness-circuit - te ontvangen als iets goeds, iets acceptabels en zelfs wonderbaarlijks.

We zijn met mindfulness dus nog steeds aan het oordelen. Daarbovenop willen we zeker aan het eind van een mindfulness-training kunnen zeggen dat we vooruitgang geboekt hebben, en daar is ook een oordeel voor nodig. Wat we dus nodig hebben, is een manier om met een oordeel verder te kunnen gaan in het ontdekken van wat goed en niet goed is, maar zonder ‘veroordeling’. We moeten stap voor stap kunnen groeien zonder de verlammende conclusie van een veroordeling.

Daarbij hoort het feit dat een constructief gebruik van mindfulness, een focus op het hier en nu, niet kan betekenen dat er geen verleden of toekomst is. Een goede fundering brengt vrijheid in het terugkijken en in het kijken naar voren. Het waardeert het verleden, maar zonder dat je je alleen maar getekend door het verleden voelt. Het waardeert ook de toekomst, maar met een nieuwsgierige openheid in plaats van met angst en bezorgdheid. In een Bijbelse, Judeo-christelijke visie van spiritualiteit vinden we op dit gebied iets heel interessants. Daar is het niet slechts een geoefende focus op het nu die mij bevrijdt. Zo’n focus is wel goed en gezond, maar komt als een vrucht van iets anders. In de christelijke visie is een geoefende focus op mijn relatie met God zelf van primair belang; op God als Schepper en Verlosser, die de mens voor het leven bedoeld heeft en die de mens bevrijd heeft.


In de christelijke visie is een geoefende focus op mijn relatie met God zelf van primair belang


Met aandacht voor deze waarheid betreed ik een pad van groei. Met een luisterende, ontvangende focus mag ik de schepping leren waarderen als een genadevol geschenk met intrinsieke waarde. Met een groeiende vrede mag ik alles in het hier en nu leren ontvangen, met een oordeel maar zonder veroordeling. Persoonlijke bevrijding hoort hier ook bij. Ik mag bevrijd van angst terugkijken naar het verleden en vooruit naar de toekomst; ook weer met een oordeel maar zonder veroordeling.

Brother Lawrence

Een bijzonder voorbeeld hiervan uit de christelijke traditie is Brother Lawrence, die in de 17e eeuw een dienend leven leidde als een karmelieter monnik in de keuken van een ziekenhuis in Parijs. Een verzameling van zijn brieven aan mensen die meer wilden weten over hoe hij met zo’n vredige uitstraling en zulk nederig geluk leefde, is verschenen onder de titel The Practice of the Presence of God (1967).

De strekking van zijn boodschap is heel eenvoudig: we kunnen ons bewustzijn en onze beleving van de nabijheid van God leren door te oefenen. Het gaat volgens Brother Lawrence niet in de eerste plaats om het vinden van vreugde. Dat is een pad van zelfzuchtigheid dat ons verleidt om zelf te proberen een god te zijn, en zo sterk waren we niet gemaakt. Nee, het doel van ons leven is van God te houden, puur door te leren waarderen dat Hij van ons houdt en dichtbij ons is. Daar moeten we mindful van worden. De relatie staat centraal.

In zijn leven bracht dit als vrucht een diepe vrede en vrijheid om het leven in het nu te omarmen en ook om onthecht maar betrokken te zijn in zijn omgeving. Daar is hij bekend om geworden. “Mijn werktijd is wat dat betreft niet anders dan mijn formele gebedstijd,” schreef hij. “In het gegil van mijn keuken ervaar ik God in een even grote kalmte alsof ik alleen aan het knielen ben voor het avondmaal.” Met andere woorden, de bewuste beleving van verlossing bij het avondmaal hield hij vast, zodat de angst voor mislukking hem op andere momenten niet kon beheersen. Alle manieren waarop hij gekwetst en vernederd is of zou worden door anderen, hebben volgens hem geen recht om zijn identiteit te bepalen. Alleen God heeft dat recht. In de laatste brief voordat hij stierf, schreef Brother Lawrence “Als we echt zouden weten hoeveel God van ons houdt…” (6 februari 1691).

In enkele opzichten lijkt dit op Kabat-Zinns vorm van mindfulness, maar met een groot verschil. De focus is niet primair gericht op schepping of verlossing op zich. De liefdesrelatie met de Schepper en Verlosser staat centraal – de God die volgens Psalm 8 ‘mindful’ jegens ons is, die naar ons kijkt met volle waarderende aandacht – en daardoor word ik vrij om met dezelfde open en liefdevolle houding in het leven in het hier en nu te leren staan.

R.D. (Robb) Ludwick, MA studeerde literatuur en theologie in de VS (Wheaton College, Covenant Theological Seminary) en volgde een master in Christian Studies aan de Vrije Universiteit. Sinds 1999 is hij werkzaam als medewerker van l’Abri Nederland. E labri@labri.nl

Dit artikel werd u aangeboden door: https://www.forumc.nl/radix

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 1 juni 2012

Radix | 96 Pagina's

Mindfulness: verlangens en valkuilen

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 1 juni 2012

Radix | 96 Pagina's