Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

‘Het heilige is hier’

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

‘Het heilige is hier’

7 minuten leestijd Arcering uitzetten

Martien E. Brinkman
Hun God de mijne?
Over de God van Gerrit Achterberg, Hendrik Marsman, Martinus Nijhoff en Ida Gerhardt

Zoetermeer: Meinema, 2014
176 pagina’s
ISBN 9789021143569

“Het heilige gebeurt. Ik heb geraakt / grenzen van God en mens en dier. / Voorhangsel scheurt. Het heilige is hier. / Het heilige der heiligen ontwaakt.” Deze regels vormen de eerste strofe van het gedicht ‘Verzoendag’ van Gerrit Achterberg. Een schitterend sonnet waarin ‘leven en dood niet meer op een kier staan’ en de wanden van de vier hemelgewesten worden opengedraaid. Achterberg is één van de vier dichters die centraal staan in het recent verschenen boek Hun God de mijne? van Martien E. Brinkman. Het boek heeft de sprekende ondertitel Over de God van Gerrit Achterberg, Hendrik Marsman, Martinus Nijhoff en Ida Gerhardt.

We hebben dus te maken met een theoloog die poëzie analyseert. In het voorwoord probeert Brinkman zijn fascinatie voor poëzie te verklaren. “Vaak heb ik de indruk dat ik door poëzie te lezen pas iets van de essentie van theologische begrippen ga verstaan.” (7)

Brinkman vraagt zich in dit boek af hoe het godsbeeld van de genoemde dichters eruitziet en dat in vergelijking met het zijne. Hij probeert het godsbeeld uit hun poëzie te destilleren. Nadrukkelijk geeft hij aan dat hij zich niet wil mengen in de discussie of de genoemde dichters al dan niet christelijk zijn. In een uitgebreide introductie verwoordt hij allereerst zijn eigen godsbeeld. Hij verstaat onder het woord ‘God’: “een krachtenveld dat het zichtbare menselijke bestaan overstijgt, dat als persoonlijk wordt beleefd en dat het denken en handelen beïnvloedt” (10).

De eerste dichter die aan bod komt is Gerrit Achterberg. Brinkman start, zoals bij elke schrijver, met een uitgebreide schets van zijn leven. In de literaire wereld is een dergelijke handelswijze discutabel, maar zeker in het geval van Achterberg is dit goed verdedigbaar. Leven en werk hangen bij hem nauw samen. Achterberg is opgegroeid in de Gereformeerde Bond; christelijke woorden en beelden uit zijn opvoeding blijven hem zijn hele leven beheersen. Daarnaast vormen de (aanloop naar) de moord op zijn hospita en de gevolgen die dit voor Achterberg gehad heeft essentiële biografische kennis bij de analyse van zijn poëzie. Het verlangen naar herstel van een door eigen toedoen verbroken relatie wordt vaak als het centrale thema van Achterbergs werk gezien. Dit komt tot uitdrukking in een hang naar de vereniging met een afwezige, vaak een gestorven geliefde. De afwezige geliefde kan door middel van het gedicht tot leven gewekt worden (27). Als het vers een dergelijke kracht bezit, moet het wel bijna goddelijk zijn. Naast deze ‘opgaande lijn’ die Brinkman signaleert, duidt hij ook een ‘neergaande lijn’ in Achterbergs poëzie. Het goddelijke woord kan incarneren in het dichterlijke woord. Die incarnatie verwoordt Achterberg in een alles overweldigende liefdeservaring (31).

Hendrik Marsman is een voor mij tamelijk onbekende schrijver. Wat ik van hem las gaf mij nooit het onstuitbare gevoel meer van hem te willen lezen. In de biografische schets geeft Brinkman aan dat Marsman zich in de loop van zijn leven eens bijna bekeerd heeft tot het katholicisme. Maar daar is het dan ook bij gebleven. Marsman staat bekend als dichter van het expressionisme en vitalisme. “De intensiteit van het leven wordt in het poëtisch scheppingsvermogen vormgegeven” (63). Na deze periode kwam bij Marsman het cultuurpessimisme en de angst voor de dood bovendrijven. Marsman leefde met de dood. Een keer heeft de dichter deelgenomen aan de eucharistie. Maar het lijkt dat dit het gevecht met de vergevende God alleen maar verhevigd heeft. Wat is dan het alternatief voor Marsman? Brinkman schrijft: “Marsman staat een God als krachtig levensprincipe voor ogen, als een vuurspuwende vulkaan, als een bruisende bron. God wordt zo als het ware opgenomen in zijn zelfbeeld.” (77)

Wie kent Martinus Nijhoff niet? Wie heeft nooit van het gedicht ‘De moeder de vrouw’ gehoord? “Ik ging naar Bommel om de brug te zien. / Ik zag de nieuwe brug. Twee overzijden / die elkaar vroeger schenen te vermijden, / worden weer buren.” In het tweede deel van het gedicht zien we een vrouw aan komen varen. Een zingende vrouw. “O, dacht ik, o, dat daar mijn moeder voer. / Prijs God, zong zij, Zijn hand zal u bewaren.” Een gouden gedicht waarin een nieuwe verbinding tot stand komt. Een verbinding tussen het leven hier en het leven daarginds, aan de overzijde. De twee overzijden zijn weer buren geworden.

Ik was bekend met het feit dat de moeder van Nijhoff bij het Leger des Heils was aangesloten, maar ik wist niet dat ze op latere leeftijd katholiek is geworden. Nijhoff heeft als gevolg van deze verandering ook kennisgemaakt met de katholieke geloofstraditie. Dit is in zijn gedichten duidelijk terug te zien.

Brinkman analyseert de belangrijke gedichten ‘Awater’, ‘De moeder de vrouw’, ‘Het uur U’. Ook gaat hij in op Nijhoffs Bijbelspelen. Hij beschrijft hoe er in de gedichten van Nijhoff achter de alledaagse werkelijkheid altijd nog een diepere werkelijkheid schuilgaat. Anders gezegd: Nijhoffs immanentie is nooit zonder een vermoeden van transcendentie (116).

Recent verscheen Dwars tegen de keer. Leven en werk van Ida Gerhardt, de biografie van Ida Gerhardt, van de hand van Mieke Koenen. Jammer dat Brinkman deze biografie niet heeft kunnen gebruiken bij het schrijven van dit boek. Essentiële elementen, zoals de rol die Leopold gespeeld heeft in het prille dichterschap van Gerhardt, ontbreken bij de biografische gegevens. Anderzijds is het ook te betreuren dat Koenen Brinkman vermoedelijk niet heeft kunnen lezen voordat de biografie uitkwam. Brinkman toont mij namelijk christelijke noties in het werk van Gerhardt die ik bij Koenen niet of nauwelijks tegenkom. Dan gaat het mij vooral om de duiding van deze noties in haar poëzie. Om de intense natuurbelevingen die bij Gerhardt mystieke ervaringen worden. Om de cruciale rol die doop en avondmaal bij de dichter spelen en de symboolfunctie van deze sacramenten. Of om de inspiratiebron en opdrachtgever van haar dichterschap: God de Vader en de Heilige Geest.

Het hinderde mij tijdens het lezen dat veel gedichten niet als gedichten (met witregels) zijn weergegeven, maar in de tekst zijn opgenomen. Wel is achterin het boek een aantal gedichten volledig weergegeven. Ook hier staan echter meerdere gedichten op een bladzijde. Dit doet de gedichten geen recht.

In zijn epiloog vat Brinkman het godsbeeld van de besproken dichters samen. Ook gaat hij in op de vraag in hoeverre dit godsbeeld overeenkomt met zijn eigen godsbeeld. Hij constateert dat de dichters voor hem een flink aantal christelijke noties herijken. Ze vernieuwen het denken over de samenwerking tussen God en mens. De dichters laten zien dat het besef te delen in goddelijke inspiratie niet in mindering hoeft te komen op het besef ook geheel afhankelijk te zijn van die inspiratie. De immanentie van de Geest sluit transcendentie niet uit (160). Of met de woorden van Achterberg: “Het heilige is hier.” Brinkman sluit zijn epiloog af met de constatering dat de besproken dichters brede nationale erkenning hebben gekregen; toch lijkt het alsof ze daar een prijs voor hebben moeten betalen. De christelijke elementen in hun werk zijn lange tijd onderbelicht gebleven zo niet weggepoetst. Brinkman hoopt met dit boek bij te dragen aan het hervinden van een balans. Daar is hij wat mij betreft zeker in geslaagd.

C.E.T. (Els) Meeuse MA is redacteur van literair tijdschrift Liter en werkzaam als docent klassieke talen en Nederlands in het voortgezet onderwijs. E elsmeeuse@gmail.com

Dit artikel werd u aangeboden door: https://www.forumc.nl/radix

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zondag 1 maart 2015

Radix | 88 Pagina's

‘Het heilige is hier’

Bekijk de hele uitgave van zondag 1 maart 2015

Radix | 88 Pagina's