Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Introductie op Richard J. Mouw

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Introductie op Richard J. Mouw

11 minuten leestijd Arcering uitzetten

Op 1 juni 2015 gaf dr. Richard J. Mouw aan de Theologische Universiteit te Kampen de eerste Herman Bavinck Lecture onder de titel “Neo-Calvinism: A Theology for the Global Church in the 21st Century”. Deze jaarlijkse publieke lezing is genoemd naar de gereformeerde theoloog en Kamper dogmaticus Herman Bavinck (1854-1921). Ze is ingesteld om een podium te bieden aan wetenschappers die Bavincks liefde voor de gereformeerde traditie delen, zich aangesproken voelen tot zijn visie op genade als een transformerende kracht in zowel het persoonlijke leven als in de samenleving en cultuur, en in hun wetenschappelijke bezinning zijn diepe en katholieke visie op het christelijk geloof weerspiegelen. Zij worden gevraagd in hun lezing belangrijke vragen te beantwoorden met betrekking tot de bijdrage van de gereformeerde theologie aan kerk en samenleving in een postmoderne wereld.

Dat juist Richard Mouw de eerste Herman Bavinck Lecture uitsprak, vond zijn voornaamste reden in het feit dat hij in zijn afkomst en werk de beweging verenigt die de Nederlandse neocalvinistische traditie van onder meer Abraham Kuyper en Herman Bavinck in iets meer dan een eeuw heeft gemaakt: eerst van Nederland naar de immigrantengemeenschappen in onder meer de Verenigde Staten en Zuid-Afrika; toen naar de bredere evangelicale wereld in het Angelsaksische taalgebied; en ten slotte naar Azië en Zuid-Amerika. Daar blijkt grote interesse voor het werk van Kuyper en Bavinck. Niet alleen onder door presbyteriaanse zending gestichte kerken en aan opleidingen van Pinksterkerken, maar ook bij denkers die in de stormachtige economische ontwikkelingen op zoek zijn naar modellen waarin recht kan worden gedaan aan het groeiende maatschappelijke middenveld en religieus pluralisme.

Ter inleiding op de hier gepubliceerde lezing volgt nu een korte omschrijving van persoon en werk van Mouw, en een voorbeeld van hoe zijn denken academici kan inspireren hun werk op een integrale manier te verbinden met het Koninkrijk van God.

Biografie

Richard John Mouw werd op 22 april 1940 geboren in een gezin met Nederlandse wortels. De familie van zijn moeder kwam oorspronkelijk uit de Gereformeerde Bond in de Nederlandse Hervormde Kerk. Zijn vader groeide na de vroege dood van diens moeder op in een niet-christelijk pleeggezin. Hij speelde mondharmonica en kwam tot geloof toen hij een keer met zijn band gevraagd werd te spelen in een kerkdienst. Hij werd evangelist en daarna predikant in de Reformed Church in America, de kerk van de Nederlandse immigranten uit de Nederlandse Hervormde Kerk, al bleef hij theologisch altijd meer georiënteerd op de revivals en het baptisme.

Mouw zelf beleefde een verdieping van zijn geloof toen hij als 17-jarige naar voren liep in een bijeenkomst met Billy Graham in Madison Square Garden (New York) tijdens het zingen van de hymne ‘Just as I am’. Hij haalde zijn bachelor aan Houghton College, een christelijke instelling voor hoger onderwijs in westelijk New York, en een Master of Divinity aan Western Theological Seminary (Holland, Michigan), een van de twee predikantsopleidingen van de Reformed Church in America. Vervolgens studeerde Mouw filosofie aan de University of Alberta (Canada), waarna hij aan de University of Chicago promoveerde op een proefschrift getiteld The Identification of Behaviour and the Problem of Other Minds (1970).

Het was in het Chicago van eind jaren zestig dat Mouw het neocalvinisme pas goed leerde kennen, en wel door activiteiten in de burgerrechtenbeweging. Andere Noord-Amerikaanse evangelicalen als bijvoorbeeld de Kuyper-biograaf James D. Bratt overkwam destijds hetzelfde. In hun verzet tegen racisme en de oorlog in Vietnam raakten ze enorm teleurgesteld in hun geloofsgenoten, die voor de oorlog waren en Martin Luther King bestempelden als een communist. Het social gospel van de vrijzinnigen trok Mouw niet aan. Toen hij Kuypers Stonelezingen uit 1898 over het calvinisme las, was dat voor hem naar eigen zeggen een openbaring. Heel het leven, ook politiek, wetenschap en kunst, valt onder de heerschappij van Jezus Christus! Dit ging precies over de problemen waar de evangelicals in de burgerrechtenbeweging mee worstelden.

Op uitnodiging van Alvin Plantinga doceerde Mouw vervolgens zeventien jaar christelijke filosofie aan Calvin College (Holland, Michigan), naast onder meer Plantinga zelf en Nicholas Wolterstorff. Het was aan Calvin dat Mouw, zo vertelde hij in juni 2015 in een video ter ondersteuning van de programma’s van het Fuller Institute for Recovery Ministry en de National Association of Christian Recovery, een alcoholverslaving ontwikkelde waar hij in september 1975, aan het begin van een sabbatical aan de faculteit sociologie aan Princeton University, voor uitkwam en hulp voor zocht. Het tekent Mouw dat hij hecht aan het onder ogen zien en daadwerkelijk aanpakken van weerbarstige problemen en dat hij niet aarzelt getuigenis af te leggen van zijn persoonlijke worsteling en van de vruchten die hij daar uiteindelijk mocht plukken. Daarbij gaf hij tegelijk aan dat de kerk veel kan leren van het twaalfstappenplan zoals dat door Alcoholics Anonymous is ontwikkeld.

Na in 1980 Visiting Professor te zijn geweest aan de Vrije Universiteit te Amsterdam werd Mouw in 1985 benoemd tot hoogleraar christelijke filosofie en ethiek aan het Fuller Theological Seminary (Pasadena, California). In 1993 werd hij daar benoemd tot president. Onder Mouw groeide Fuller – met inmiddels meer dan 4000 studenten afkomstig uit 80 landen en 110 denominaties – uit tot een van de invloedrijkste seminaries in de VS. Sinds 2013 is Mouw met emeritaat en begeleidt hij een groep PhD-studenten die de theologie van Kuyper en Bavinck verbindt met hedendaagse vraagstukken rond discipelschap, publieke theologie en politiek, arbeidsverhoudingen, massacommunicatie, film en mode.

Neocalvinistische publieke theologie

Als president van Fuller was het aan Richard Mouw om de diversiteit van deze progressief-evangelicale instelling onder de rook van Hollywood te waarborgen en te vertegenwoordigen. Tegelijk liet hij niet na daarbinnen zijn eigen calvinistische geluid te laten horen. Thema’s als de Bijbel, de eigen traditie en het persoonlijk geloof spelen daarin een belangrijke rol, zoals blijkt uit zijn boeken When The Kings Come Marching In: Isaiah and the New Jerusalem (1983), The Smell of Sawdust: What Evangelicals Can Learn from Their Fundamentalist Heritage (2000) en, met Mark A. Noll, Wonderful Words of Life: Hymns in American Protestant History and Theology (2004).

De meeste aandacht schonk Mouw echter aan de doordenking van de christelijke presentie in het publieke domein. Hij doet dit vaak aan de hand van Abraham Kuyper, zijn persoonlijke held, en in toenemende mate en met groeiende waardering ook met behulp van Herman Bavinck. Mouw werpt verrassend licht op maatschappelijke vraagstukken door ze op ogenschijnlijk eenvoudige wijze in verband te brengen met noties uit de gereformeerde belijdenisgeschriften en neocalvinistische onderscheidingen als algemene en bijzondere genade en soevereiniteit in eigen kring. Alles en iedereen blijkt betrokken op de God die in Jezus Christus schept, verlost en vernieuwt. Mouws werk spreekt wat dit betreft boekdelen: He Shines in All that’s Fair: Culture and Common Grace (2001), Calvinism in the Las Vegas Airport. Making Connections in Today’s World (2004), Praying at Burger King (2007) en The Challenges of Cultural Discipleship. Essays in Line with Abraham Kuyper (2012). De wijsheid die hij opdeed door als christen werkzaam te zijn in de wetenschap deelde hij in het boekje Called to the Life of the Mind (2014).

Zijn persoonlijke insteek en kwaliteiten als communicator maakten dat Mouw zijn neocalvinistische boodschap kwijt kon in de Washington Post en het Witte Huis. Bovendien paart hij een onverschrokken gereformeerde overtuiging aan een grote openheid voor wat God in andere mensen en tradities geeft. Daardoor raakte Mouw nauw betrokken bij de toenadering tussen Amerikaanse evangelicals en de Rooms-Katholieke Kerk. Ook gaf hij de aanzet tot een intensieve gedachtewisseling met de mormonen in de VS.

In 2002 sprak Mouw op het Archief- en Documentatiecentrum van de Gereformeerde Kerken (vrijgemaakt) bij de vijftigste sterfdag van Klaas Schilder, wiens werk hij in verband brengt met dat van Stanley Hauerwas, een invloedrijk theoloog uit de doperse traditie. In 2007 ontving hij aan Princeton Theological Seminary de Kuyper Prize for Excellence in Reformed Theology and Public Life. In maart 2015 hield hij de Kuyper Voordracht aan de Vrije Universiteit te Amsterdam, en op 1 juni van dat jaar dus de eerste Herman Bavinck Lecture aan de Theologische Universiteit in Kampen.

Rijkdom van pluraliteit

In zijn lezing stelt Mouw een onderwerp aan de orde dat zich in de eenentwintigste eeuw door de snelle maatschappelijke ontwikkelingen en de globalisering in toenemende mate opdringt: de enorme diversiteit en pluraliteit van de wereld. Meer dan ooit worden mensen geconfronteerd met de veelkleurigheid van Gods schepping, de pluraliteit van culturele contexten, en de verschillen tussen kerken, levensbeschouwingen en religies. Hoe daarmee om te gaan?

Volgens Mouw biedt Bavincks diepgravende katholiek-gereformeerde kijk op schepping en verlossing de grondstof voor een doortastende, creatieve omgang met de complexe uitdagingen waarvoor deze enorme diversiteit ons stelt. Niet alleen brengt de kosmos al Gods deugden op creatuurlijke wijze tot openbaring. De veelheid van culturele contexten nodigt ook uit na te denken over manieren waarop Gods rijkdom daarin gestalte krijgt, ook in een gevallen wereld, en hoe die diversiteit in Christus gericht is op de volheid van het Nieuwe Jeruzalem. In zijn lezing stelt Mouw de spannende vraag wat deze kritische waardering van pluraliteit theologisch én praktisch betekent in de interreligieuze ontmoeting.

Tegelijk daagt zijn benadering academici ook uit zelf verder te kijken. Wat is de plek van hun eigen vakgebied in het Koninkrijk van God? Helpt deze brede visie op schepping en verlossing in het overdenken van concrete problemen? Een voorbeeld daarvan op mijn eigen vakgebied, de wetenschappelijke bestudering van het Oude Testament, is de vraag naar de zin van de lezing van de oudtestamentische geschriften in hun eigen culturele context. Er is de afgelopen twee eeuwen onnoemelijk veel informatie beschikbaar gekomen die duidelijk maakt dat Israël een laatkomer is in de wereld van het oude Nabije Oosten. De oudtestamentische geschriften blijken bovendien met talloze draden verbonden met de omringende culturen en volken. Wat heeft dat te zeggen? Vanouds zagen de meeste wetenschappers in Egypte, Irak, Israël, West-Europa en de VS de oudheid als het begin van de beschaving. De bestudering ervan belichtte in dat geval de start van de eigen (joods-christelijke) cultuur. In toenemende mate wordt echter het uitgangspunt juist genomen in de diversiteit tussen de culturen – dit ter bestrijding van eurocentrisme en al te gemakkelijke universele waarheidsclaims.

Deze nadruk op pluraliteit stelt gelovige Bijbellezers voor een probleem. De nieuwe kennis kan worden ingezet om het evangelie waarin de kerk de Bijbel meent na te spreken, onderuit te halen. Ook lijkt de aanname te worden ondergraven dat gewone gelovigen zelf kunnen Bijbellezen en dat er eenheid bestaat tussen de geloofsgemeenschap van toen en nu. Natuurlijk is dit geen reden de feiten die op tafel te liggen te negeren. Bovendien bevindt zich onder kenners van de oud-oosterse talen en culturen menige gelovige. Maar wat is de functie van die nieuwe kennis en van de afstand tot de Bijbel die gelovigen daardoor kunnen ervaren? K. Lawson Younger, hoogleraar aan Trinity Evangelical Divinity School (Deerfield, Illinois) en een van de meest gezaghebbende oudhistorici van dit moment, sprak hierover tijdens een openbaar college aan de Theologische Universiteit te Kampen op 18 december 2013. Volgens hem is de Bijbel duidelijk genoeg om het evangelie te leren kennen en kan God mensen ook via een verkeerd geïnterpreteerd Bijbelvers gewoon aanspreken. Maar dat neemt niet weg dat academisch geschoolde voorgangers zijns inziens de verantwoordelijkheid hebben de nieuwe kennis te gebruiken bij de uitleg van de Bijbel. Het is geen toeval dat de kerk daar juist vandaag over beschikt.

Hiermee is echter nog geen antwoord gegeven op de vraag wat de kerk dan precies moet met de wetenschap dat de Bijbel is ontstaan in een heel andere wereld dan de onze. Mouws reflecties over culturele en religieuze diversiteit bieden een begin van een antwoord. In de worsteling met snelle maatschappelijke ontwikkelingen en globalisering is het een enorm voordeel te weten dat het evangelie al in de Schrift zelf is ingebed in heel uiteenlopende culturele contexten. Wie in de uitleg van de Bijbel de cross-culturele, tegen-culturele en transformerende communicatie en bewegingen in actie ziet, komt erachter dat het evangelie niet in boventijdelijke formules gegoten hoeft te worden om wel degelijk waar te zijn en universele geldingskracht te bezitten. De verwondering over Gods immanentie en kritische interactie met mensen van toen en nu neemt alleen maar toe. Bovendien liggen goede Bijbelwetenschap, het christelijk belijden en open interactie met de wereld zo verrassend in elkaars verlengde. Concrete problemen in de uitleg en culturele uitwisseling worden niet direct opgelost en de uitdaging van goed lezen en interpreteren blijft. Maar Mouws theologische kijk op diversiteit opent wel een integrerend perspectief dat in elk geval mij stimuleert en motiveert om in mijn vak als christen bezig te zijn.

Hopelijk biedt de Herman Bavinck Lecture van Richard Mouw ook andere lezers van Radix inspiratie om academische reflectie een integrale plek toe te kennen in het leven met God.

Dr. K. (Koert) van Bekkum is Universitair Docent Oude Testament aan de Theologische Universiteit te Kampen. E kvanbekkum@tukampen.nl

Dit artikel werd u aangeboden door: https://www.forumc.nl/radix

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van dinsdag 1 september 2015

Radix | 80 Pagina's

Introductie op Richard J. Mouw

Bekijk de hele uitgave van dinsdag 1 september 2015

Radix | 80 Pagina's