„Gedenkboek ter Herinnering aan het overlijden van Dr A. Kuyper en de sprake, die daarbij uit de pers voortkwam”. Standaard-Serie V. W. ten Have, Amsterdam, 1931.

Zoo zag dan nu dit sinds lang aangekondigde boek het licbt.

Gelukkig, dat het niet eer verscheen.

Dan zouden heel wat Pers-stemmeu hierin niet zijn gehoord.

Zelfs kan men het betreuren, dat van het mooie artikel van Prof. Anema in de Almanak van het Studentencorps aan de Vrije Universiteit geen nota kon worden genomen.

Maar men kon vanzelf niet blijven wachten tot de laatste Persklank zou zijn Weggestorven.

Dit .boek neemt naast het hierboven gerecenseerde! eon eigen plaats in.

Het geeft heel iets anders.

Teekent het eerste Dr Kuyper, gelijk hij zicH de la.itste jaren in zijn huis bewoog, dit Gedenkboek doet hem als publieke verschijning uitkomen.

Prof. Dr H. H. Kuyper, die met den heer Idenburg dit werk bij ons volk inleidt, karakteriseert het met zulk een juistheid:

„Maar de beteekenis van dit Gedenkboek strekt toch verder dan om deze hulde te verzamelen en te bewaren •. het dient ook om den indruk weer te geven, dien Dr A. Kuyper op zijne tijdgenooten heeft gemaald; . ZooaJs het portret van één, die ons lief was, dubbele waarde verkrijgt, omdat het voor ons oog zijn zinlijke verschijning oproept, zoo, maar in nog veel sterker mate, heeft voor het toekomstig geslacht waarde het beeld van de geestelijke persoonlijkheid van een groot man, geteekend door degenen, die hem bij zijn leven hebben gekend en zijn arbeid hebben gadegeslagen. Dat beeld is niet door één, maar door velerlei handen geteekend; het kwam voort uit de visie zoowel van degenen, die hem liefhadden en vereerden als van' degenen, die zijn tegenstandeitfe! in zijn leven waren. Maar juist dit verschil van visie maakt, dat de totaalindrak slechts te vollediger kon wezen.”

Inderdaad. Men krijgt hier een totaal-indruk.

Dat maakt de groote en blijvende .waarde van dit boek uit

Onze jonge menschen vooral moeten het lezen.

De ouderen doen het vanzelf.

Maar 'do jongeren hebben de persoönlgkheid van Dr Kuyper in volle fascinatie niet gekend.

Hier staat hij voor hen.

Hier wordt over hem geschreven zooals dit .^ij zijn leven niet kon. ;

Hier leeft hij weer.

Met groote zorg is hier verzameld.

Natuurlijk doet hierbij de subjectiviteit van den verzamelaai' zich gelden.

Over ’t geheel moet echter de keuze der persstukken geroemd.

Gij leert hieruit niet alleen Kuyper, maar 0; ok zijn geestverwanten' kennen.

Of wat dunkt u van 't volge'nde schetsje?

„Het was op één van de druk-bezo'chte Depbtalenvergaderingen in TivoH, dat Dr Kuyper bij zijn binnentreden met donderend applaus werd begroet. Toen was er één, die de opmerking maakte: „Als nu de Ilecre Jezus binnentrad, zou er dan ook zoo geapplaudieeerd worden? " Onmiddellgk wendde een ras-echte Calvinist het hoofd en antwoordde: „Neen, m'n \Tiend, als de Ileere 7ezus binnenkwam, - zouden we allen op de knieën vallen en "Hem aanbidden”.

Is dit niet eenvoudig, maar treffend g'ezegd?

Van zulke trekken staat dit boiek vol.

Voegt daar nog bij, dat er niet minder dan 42 portretten in zijn opgenomen en dat de uitgever het werk heeft verzorgd op een wijze, die Kuyper waardig is, en gij begrijpt, dat we dezen .verzamelarbeid ten zeerste tOejuichen..

De vlekjes ontbreken vanzelf ook niet.

Zoo is uit „De Reformatie" een stuk tweemaal op^ genomen.

Ook kan het laatste deel van den titel: „en: de sprake, die daarbij uit de pjers voortkwam'* onS niet bekoren. Dit is kanselstijl uit een vorige periode.

Doch dit terzijde gelaten.

Dit boek vormt een kostelijk bezit.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen