Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Der jongeren vreugd.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Der jongeren vreugd.

8 minuten leestijd Arcering uitzetten

Verblijd u, o jongeling, in uw jeugd, en laat livv hart zich vermaken in de dagen iiwer jongelingschap, en wandel in de wegeii uws • harten, en in do aanschouwing uwer oogen. ' - ^: ^, '!: & .fs.Ai : -~yW-Prediker 11:9.

Jeugd en vreugd lêtt'''vre^I'd^liboren naar Gods bestel-; bij elkaar.

Hij is 'het, D'ie aan iederen leeftijd" zijn 'eigen karakter en levensuiting gaf, en de dagen der jongelingschap maajite tot een 'tijd van verblijden. En waarom juist deze dagen? Wel, omdat dan de. lente des levens bloeit, , en de jonge takken vol zijn van sneeuwwitte blo'esems, waarin de vrucht zich ziet en de 'belofte schuilt van vollen zo'mietzegen. En... in dien tijd is er zooveel reden tot. blijdschap. Dan kent, al zijn er natuurlijk' uitzonderingen, het hart den bangen, zwaren levensstrijd nog niet. D'an somberen nog niet, de breede schaduwen van teleurstelling - en zorgen. Dan brandt 'on steekt nog niet de hitte van den" vollen dag, en... dan is het al verwachting, wat in het jonge hart' klopt. Het jeugdige leven draagt een schat van beloften in zich. Het omklemt den tooverstaf der hoop, die de toekomst blinken doet van lichL Het ideaal wenkt, ' en daar is een hand, die sterk' is van kracht; daar is 'een voet, die levendig is van 'tred; daar is een stem, die helder is van klank'; daar is een oog, dat tintelt van levenslust; daar is een gemoed, dat zich opent voor "'s levens heerlijkheden, — en ja, wel waaien er stormen, dia met de teere bloesems worstelen, maar het zijn nog geen herfststormlen, die de taldsen ontbladeren, jen... , 0 blijde tijd ^an liefde en lach!

Is het dan wonder^ dat de Prediker den jongeling toeroept: Verblijd u in uwe-jeugd, en laat uw hart zich vermaken in de dagen uwer jongelingschap? "Vindt ge het dan vreemd, dat hij, die het voor ons allen een schoonè zaak genoemd heeft te eten ipn te drinken en blijde .te zijn, hizónderheid het' jonge hart' tot vreugde opwék't? Het zou onnatuurlijk z'ijn, wanneer de Schrift die verheuging verbood, iön zij is .waarlijic geen uiting van zonde, maar een rijke, onschatbare gave van God, waardoor Hij ons leven verbeerlij'kt en aan de jeugd zooveel, aantrekkehjikheid en schoonheid geeft.

Maar, is nu alle vreugde goied, en elke lach recht voor God ?

Op die yi< iag"fe'& ft" de PrediKéïS; Treeas''3èèn aatwoord, wanneer hij zegt: en laat uw hart zich venïialfen in de dagen uwer jongelingschap, wat we beter zoo 'kunnen lezen: laten er van uw hart vcrniakingen uitgaan in uw jong leven.

En waarom juist van het hart? Welfdat 'hart is naar luid der Heilige Schrift do bron en het centrum van het leven, en niel alleen !#y: n het lichamelijik, docb ook van het geestelijk ^ieven. Daaruit zijn de uitgangen des levojrs. Daa.r ntspringt de sti'oom der gedacblon en der' beigeerten. Daar, in.ons innerlijik'ste leven, is de zetel lonzer persoonlijkheid, en daarom legt Gods Woord zooveel • nadruk op het 'hart. „Behoed uw hart boven al wat te bewaj? 6n is, want daarui!. zijn de uitgangen des levens" (Spreuken 4:13).

Welnu, uit dat hart moei de vreugde der jeugd opkomen.

Uit dat levenscenlrum meel haar blijdschap en %idealisme O'pwellen, len in deze yernianitig teekent "xle Prediker met een enkelen trek het karakter van het xvaaxachtig jonge verblijden. Die blijdschap is niet en mag niet zijn een vroolijkheid, die buiten uw piersoonïijkheid omgaat. Zij bestaai niet in een liehtzinnig gelach oif geestelooze sc^erls. Zij is niet 'het gedartel en gejoel, dat den naam van vreugde niet mag dragen, " maar zij is de verheuging des harten, die uit het innerlijk leven opkomt. Zij openbaart zich hierin, dat, waar 'hel hart jong is, van dat levensoentrum helder blij licht strale over heel het wezen, "^ij is dil, dat alles, het leven der gedacliten en der begeerten, het willen en het doen liet 'karakter der jeugd vertoone, en over heel den levensweg . d^' - glans van het idealisme uitgespreid ligt.

En alleen in 'dcvt^^-liGiht wordt u iJiel^^éiS^ide duidelijk.

Wanneer Salomo zegt: ~„en wandel in de-wegen uws harten en in de aanschoiiiwing uwer oogen" bedoelt hij allenninst: leef er maar op'los, zooals het uw boos hart goeddunkt, maar roept hij den jongeling toe: zie, uw hart is jong, en de wegen van uw hart, d.z. uw levenswegen, (want hot harl is het .centrum des levens), moeten d^iaroni. o'ök jong zijn: 'bewandel dus geen paden, die met uw jieiugd in strijd zijn. Geef u niet over aan vroegrijp-, iieid, die bij uw jaren niet past. - Houd u verre van eigenwijsheid, die met uw levenslente vloiekt. Wees vreemd aan , al dat onnatuurlijke en ongewone, dat uw jongen bloei misvormt, maar laat uw haii en dies uw wandel dragen het 'kenmerk en het karakter van het jeugdig verblijden.

Zoo wil God het.

Zoo is het Zijn 'bestel.

'Hij geeft - in de dagen der jongelingschap te genieten, en wie dan eén-: onwerkelijfce somberheid Zou prediken of eiken lach zou onderdrukken, ver> grijpt 'zich aan de heilige oa'de, - die de Heere voor iedere levensperiode stelt, en miskent de rijke gave, die Hij aan jonge harten schenkt.

En zoo staat het ook piel de aanschouwing der oo'gen.

In deze woorden verleent de Prediker geen vrijbrief om alles te zien, en al het schijn-schoon en betooveiiende der' zonde te bewonderen. Hier laat • hij niet aan de begeerlijldieid en aan den verkeerden lust der oogen vrij spel. Hier zet - hij niet de deuren open voor een vrij Christendonn, dat noch - vrij nooh christelijk is, maar hij roept den jongeling toe: Zie wat God u te aanschouwen geeft. Doe uw oogen wijd, wijd open voor de beerlijkheid, die Hij in deze wereld openbaart. Laat uw blik vrij weiden over het goede en schoone, dat in Zijn werken schittert, en waak er voor, dat • gij miet blind zijt voor wal de Heere voor uw jong leven ontsluiten wil.

Misschien schudt gij over" zfflkf^^^rmaning het hoofd.

Wellicht vindt gij liet zeer lichtvaardig, dal do Prediker deze diagen tot jonge menschen durft te zeggen, maar... wacht even met uw critiek. Wij zullen straJds zien, hoe hij , zich haast om aan de opwekking tot vreugde eeh vermaning van den hoogsten ernst toe tie voegen, en reeds nu zij opgemierkt, dat inatuurlijk alleen die' vreugde goed is vooT {jod, die opwelt uit een hart, dait beheerschi woïdt door 'Zijin Geest en vereenigd is tot de vreeze van Zijn Naam.

Maar ... dan. uit dat hart vpeugde!

Dan in het jonge leven blijdschap!

Dan de oogen. open voor het licht, dat God doel stralen, en is het niet heerlijk, " jongeren, dat de Schrift ook' aan die zijde van, uw jeugdig leven alle recht laat wedervaren? Nfeen, , z.ij. vraagt van u geen onnatuurlijk pessimisme, waaraan onze sentimenteele tijd zoo rijk is. Zij wil geen gehuichelden levensernst, waaraan geen innerlijke werkelijkheid beantwoordt. Gij behoeft, als God u he^l kruis 'spaart, uw hoofd 'niet droef te lalen hangen, doch gij moogt jong .zijn; gij moogt u verblijden; gij moogt uw lach ön zang doen hooren ; ., ^ij' moogt u verUistigen in de schoonheid des levens, en gij zij.t niet waarlijk JQng, w-anneér uw hart zich niel vult met een heilig idealisme, en gij niet weel Ie zingen van jeugd en moed en kracht.

Deze dingen zeg ik met nadrok:

Onze'dagen, overladen van rhystiek en kermend van wereldwee, driiven de ior"? i'i^'iscbep i" de richting van hel gewild-vroane en van het dvveepzieke en van de twijfelzuc-ht, - en in dien weg loopcu zij gevaar 'het echt-jonge te verliezen. En dat wil God niet. Zeker, Hij kan ook jonge jnensciren slaan.'Hij kan ook jonge zielen Wonden. Er woxdt in den levensmorgen ook geleden, maar, als Hij vooi' die donkerheden bewaart, wil Hij, naar Zijn wijs bestel, den jongeling zien in zijn jeugdig verblijden, en in al de weelde van zijn levensvolle lente, mits die lente Hem gewijd is.

Daarmede hebben ook de ouders te rekenen. Bij hun opvoeding hebben zij dit vermaan in het oog te houden, en nu weet ik wel, zij hebben bövonal voor het zieleheil der kinderen te waken; zij moeten hen 'voor alles met .grodten ernst Jeiden in de wegen des Verbonds; het geestelijke en het hemelsché sta ook hier voorop, doch. .-•.. ouders, veigèet niet dat uw zonen verkeeren in de dagen hunner joaigelingsehap en dat uw 'kinderen jong zijn. Eischt van hen, , geen vroomheid, die hi'et 'bij hun jeugdig leven past. Vergt van hen geen ernst, die in hun zonnige lente niet thuis hoort. Werpt geen somberheid op hun zielen, die hun bloei verkilt, maar • verdraagt van uw kind zijn lach ien lied, en , verlustigt u' in hun jonge blijdschap en den frisschen glans van hun jeugd;

Dan - eerbiedigt gij het bestel des Heeren.

Dan buigt gij u voor de orde, die Hij gaf.

Dan teert gij de wijsheid van den Schepper, Die aan den jongeling den levensmorgen gaf, waarin aan blad en bloem de dauwdroppels glanzen, en als igij in Zijn vreeze die vreugde leidt, en biddend met uw kinderen meeleeft, zult gij hun, ook voor deze onmisbare zijde van hun leven, ten rijken zegen zijn.

Dit artikel werd u aangeboden door: Vrije Universiteit Amsterdam

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 11 november 1921

De Reformatie | 8 Pagina's

Der jongeren vreugd.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 11 november 1921

De Reformatie | 8 Pagina's