Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

KUYPER-BIBLIOGRAFIE.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

KUYPER-BIBLIOGRAFIE.

8 minuten leestijd Arcering uitzetten

door J. C. RULLMANN.

LIII.

III. Eindelijk nog iets over Dr Kuyper's derde klacht in de Confidentie: dat de tijd voor schriftuur onder eigen naam hem' .ontging.

Doch, mij dunkt, daarvoor scheldt ge mdj; het bewijs licht kwijt. Gij die Amsterdam, die onze Gemeente, die mijn werkkring kent, ziult me niet van verspelen mijner snipperaren beschuldigen. Al was het maar onze kerkeraad, waarin ik u zoo noode mis en hartelijk verlang u terug te zien keerenl Reeds de Vergaderingen en Commissiën en Rapporten en Memoriën van dezen Raad, denk aan het „Vergrijp der zeventien onderlinge n", eischen een tijdsbesteding en krachtsinspanning, die voor eigen studie, laat staan voor eigen schrifbutir, eiken beschikbaren Avond afsnijden.

Nog als zeventigjarige herinnerde Dr Kuyper zich dezen tijd van rusteloozen arbeid. Aan een persman vertelde de grand old man toen:

In 1870 was ik predikant geworden in Amsterdam en had daar veel te volle kerken. Dit vermoeide, te meer daar ik toen reeds improviseerde. Dan was er veel te sti'ijden in den kerkeraad. De modernen hadden daar nog het booge woord en ik kreeg er de handen vol. Ik heb toen het debatteeren geleerdi Bovendien schreef ik sinds '69 in De Heraut en werd later De Standaard opgericht. Zoo raakte ik totaal overwerkt. Gedenkboek 1907. blz. 310.

Van Dr Kuyper's onvermoeide werkkracht liepen destijds de ongelooflijkste geruchten. Zoo verzekerde iemand aan Dr Bronsveld, dat Dr Kuyper nooit sliep. Stemmen voor Waarheid en Vrede, 1873, blz. 682.

Een bewijs jho® "weinig tijd hiem voor eigen schriftuur over Weef, was ook het abrupt afbreken van zijn Confidentie.

Ik had n liefst, al wat mij op het hart lag, op eenmaal voorgelegd, maar de uitgever dringt, en hoe ik ook met mijn uurtjes woekerde, hoe rad ik mijn pen ook loopen liet, vooral de aanneming van lidmaten heeft mijn dagen deze week zoo duchtig besnoeid, dat ik tegen wil en dank moet afbreken. Misschien bereikt U het vervolg reeds, nog eer een volgend nummer der Vereeniging verschijnt.

En zoo kwam het ook uit. Was dit eerste deel der Confidentie gedateerd 29 Maart, het tweede was 25 April gereed, en verscheen nu niet als artikel in De Vereeniging: Christelijke Stemnlen, maar, saamgevoegd met een overdruk van het eerste deel, in brochurevorm. Eigenaardig is echter, dat de onderteekening hier niet, zooals in het tijdschriftartikel, luidt: A. Kuyper, inaar, in de beide stukken der Confidentie: Q. N.

In het tweede deel der Confidentie vraagt de schrijver iaandacht voor een drieledig betoog: e e r s t zegt hij, vanwaar zijn liefde voor het kerkelijk vraagstuk komt; dan, waarom hij die liefde gewettigd acht, en ten besluite, in wat richting die liefde hem drijft.

I. Hoe de liefde voor het kerkelijk vraagstuk, in nauw verband met eigen geestelijk leven, in hem ontwaakte, verklaart hij uit e e n d r i e t a 11 e v e n s-ervaringen. a. Eerst deed God hem een zeldzame verzameling van a Lasco's geschriften vinden, waardoor hij in staat gesteld en aangespoord werd tot het bestudeeren van de geestelijke vaderen onzer Gereformeerde Kerk. b. Vervolgens werkte Miss Younge's schoone roman, de Erfgenaam van Redolyfe, ontdekkend op hem, en trof hem daarbij vooral de vermelding van Eingeland's Kerk als een moeder, die eiken stap Van het leven harer kinderen leidt, zoodat het verlangen naar zulk ©en kerk in hem werd opgewekt, c. Eindelijk ontving hij in zijn eerste gemeente een diepen indruk van de bijbelkennis en de onwrikbare overtuiging van eenige gemeenteleden, die in de vastheid, > raarmee zij stonden op de erkentenis van Gods souvereine genade, al was de vorm van hun denken verouderd, hem' getuigen waren van den invloed door Calvijn nog na eeuwen uitgeoefend, en van de bijna ongelooflijke kracht eener geestelijk georganiseerde kerk. 'Terwijl op het stuk van de Kefk de geschriften der uitstekendste Duitsche Godgeleerden, en onder de onzen van de la Saussaye en Gunning biem onbevredigd lieten, g3voelde hij: Calvijn heeft een Kerk gesticht! 't Gemis van een vasten kerkvorm te bestrijden erkende hij nu voortaan als zijn roeping, het kerkelijk vrargstuk werd hem een geloofskwestie, en een Kerk, die ons een moeder kan zijn, het verlangen zijner ziel.

II. , Die liefde voor het kerkelijk vraagstuk wordt gewettigd door a. de behoefte aan gezag, die bestaat voor allen, en welker ontkenning slechts doet buigen voor willekeur. Hij meent, dat Jezus, bij de belofte van den Trooster, dat gezag heeft aangewezen, en in de Gemeente, den voim, waarin het te vinden was. Dat gezag van den Jleiligen Geest wenschende, moet hij daarom uitzien naar het herstel vfm zijn wettig orgaan, h. Om het nauw

verband van Wezen en Vorm m.ag dit herstel niet worden klein geacht, zooals onder invloed van iKant en Rousseau idealistisch is geschied. De Kerk moet door Belijdenis, Liturgie en Kerkorde een vorm geven aan het ontkiemende leven en het nog onbewuste tot bewustheid helpen brengen, o. Eindelijk moet daardoor het gevaar worden gekeerd, dat het Individualisme de gemleente onvindbaar make, en d. moet de goed georganiseerde Kerk een stevige borstwering verschaffen aan huiselijk en nationaal leven tegen den overweldigenden invloed van den steeds vaster georganiseerden Staat.

III. In welke richti^g drijft hem die liefde voor het kerkelijk vraagstuk? Hier bevat zijn agenda een zevental punten, a. Zijn eerste eisch is, dat de Kerk Gereformeerd zij. Dit is het redmiddel tegen het paitijwezen, dat zich ook bij ons, ja meer dan elders, aan personen hecht.

Wees Gereformeerd, en ge zult bij uw wegvallen geen doodsklok over een eigen school te luiden hebben, maar rustig, als waart ge er nooit geweest, den Gereformeerden Genius laten doorwerken, zoo na uw verscheiden als voorheen!

Voor zijn besef verbindt die naam „Gereform'eerd" aan een grootsch verleden, welks waardeering geen bekrompen reaolie is, g: en verst-ening werk', maar tot voorlga; .nde zuiveiing en ontw.kkel.ng dringen kan (Reformanda quia reformata). Van onzen Gereformeerden naam hangt pnze invloed op het volk ^. b. Daarbij moet de Kerk democratisch zijn. Het Reveil was arristocratisch. Maar de toekomst IS voor de democratie; daarheen is de algemeene beweging der vo.keren Zij moet worden aanvaard als door God gewild. Zij is naar den aard van het Christendom, c. Voorts zij de Kerk Vrij. Het Staatsoreatuur van 1816 is een beletsel voor haar geestelijke vrijheid. Het onheilig fantoom' der volkskerk valle! De Gereformeerde Kerk was dat oorspronkelijk niet. Door Staatsche ontaarding volkskerk geworden, verloor zij ook haar tegenstelling met de wereld. Splitsing in vrije kerken is de oplossing van het vraagstuk. Willen wij ontkomen aan Rome, de Kerk, die 't een en al wil zijn, dan moet in de plaats van „de Kerk der menigte", „de menigte der kerken" 'komen. d. Voorts mtoet de Kerk' zelfstandig zijn door een leven uit eigen middelen. Wilde de Staat de gekapitaliseerde 30 millioen uitkeeren, de schrijver zou ze willen aannemen onder voorwaarde, dat deeling vergund ware en de bouw van nieuwe kerken uit dit gereede geld begonnen werd. Om nu te doen zien, welke aanwinst in kradhtsontwikkeling en werkzaamheid door zulke zelfstandigheid en splitsing in kleine gemeenten of kerspelen zou verkregen worden, stelt hij tegenover hetgeen de Hervormde Gemeente van Amsterdam met haar bijna 140.000 zielen, staatssubsidie en rente van eigen kapitaal heeft en doet, wat de gansche KeA der Afscheiding toet haar 100.000 zielen zonder eenige hulp heeft gedaan en verkregen, en wat de Vrije Kterk van Schotland tot stand breuigt.

Nog drie eischen zijn aan de vier genoemde toe te voegen, betreffende Leerdienst, Eeredienst en liefdedienst. e. Er moet Leerdienst in een Kerk zijn. Dr Kuyper wenscht een belijdenis, die niet alles omschrijft, maar formuleert wat afdoet tot zaligheid; te onderteekenen, niet door de leden, wat nooit werd geëischt, maar door voorgangers en onderwijzers, en die vatbaar voor herziening is, wat den vorm betreft, zooals ook de Dordtsche Vaderen hebben gewild. In den Eeredienst zou hij ook liturgische diensten willen, vrij door elke gemeente te regelen; en eindelijk, g. de Liefdedienst, 'door persoonlijken liefdearbeid aan lichamen en zielen, door in-en uitwendige zending, ; welke laatste een volkskerk ook nimmer kent.

Zoo teekent Dr Kuyper hier zijn keik-ideaal. Hij is overtuigd, dat geen hervorming van organisatie er ons brengen zal. Herovering van zetels in kerkelijke besturen kan hoogstens een toestand als te Utrecht en op de Veluwe algemeen maken. Vraagt men waarom hij niet eenvoudig de Kerk verlaat en een kring van gelijkgezinden om zich verzamelt ter verwezenlijking van zijn ideaal, dan antwoordt hij: omdat ik dien zegen ook voor anderen begeer. Pas dan zou hij zich tot zulk een stap verantwoord, maar dan ook gehouden rekenen, als hij eerst eiken weg tot kerkherstel tevergeefs beproefd had. Met een overzicht van wat door hem te Amisterdam werd !geda, an om in de aangegeven richting te arbeiden, besluit hij zijn geschrift.

Het bevat heel het program van de kerkreformatie, die daarna gevolgd is. En na bijna een halve eeuw heeft Prof. Dr H. H. Kuyper aan de groote lijnen, toen uitgestippeld, nog" eens herinnerd, om zich te keeren tegen het kerkelijk consei-vatisme, dat zweert bij het onveranderd behoud van onze Confessie en Catechismus, onze Kerkenorde en Liturgie. Zie De Heraut van 29 Febr. 1920 en volgende nummers.

Over Confidentie leze men voorts nog: J. J. van Oosterzee, Voor Kerk en Theologie, II, blz. 116, 132; en A. G. 'C. van Duyl, IndenKerkstrijd, blz. 19, 22, 39.

Dit artikel werd u aangeboden door: Vrije Universiteit Amsterdam

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 20 oktober 1922

De Reformatie | 8 Pagina's

KUYPER-BIBLIOGRAFIE.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 20 oktober 1922

De Reformatie | 8 Pagina's