Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

KUYPER-BIBLIOGRAFIE.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

KUYPER-BIBLIOGRAFIE.

6 minuten leestijd Arcering uitzetten

54. De Schoolkwestie I-VI. Amsterdam, J. H. Kruyt, 1875.

door J. C. RULLMANN.

LVI.

54. De Schoolkwestie I—VI. Amsterdam, J. H. Kruyt, 1875.

In aansluiting aan het Program der Christelijke bladen van 1871 (zie het Jubileumnummer van De Standiaard, 1 April 1922. Een eigen Dagblad) had het Hoofdbestuur van het Anti-Schoolwetverbond in oomité-generaal met eenige afgevaardigden van anti-revolutionaire kiesvereeni gingen, den 13den Mei 1873 te Utrecht, op voorstel van Dr Kuyper besloten, voor dat jaar de centrale leiding der verkiezingen op zich te nemen, onder de leuze van: ge 1 ijk recht voor allen. Van de Standaard - artikelen over de verkiezingen zou zooveel mogelijk aan elk abonnent een dubbel exemplaar gezonden worden, om hun die één blad saam lazen, dadelijk inzage dezer artikelen te geven, en voorts ter verspreiding.

En bij de stembus bleek aanstonds de veelbeduidendieid van ©en Standaard, waarbij men in hetzelfde spoor geleid werd. Eerlijk en dankbaar erkende Groen van Prinsterer dan ook^ dat aan de redactie van De Standaard de eer van den veldtocht toekwam. Dr Bronsveld schreef:

De antirevolutionaire partij, ' trok, in 1871, met haar drietal kandidaten, zeer de aandacht; maar men weet, hoe bizar zelfs vrienden het denkbeeld vonden van den heer Groen, om overal eigen candidaten te stellen — en hoe ongunstig dan ook, betrekkelijker wijze, ds uitslag was. Maar nu. De antirevolutionairen waren niet alleen een groep kiezers, die men om het excentrieke van uniform en wapienkeus belangstellend doch zonder vrees gadesloeg. Verre van daar! Zij' maakten een zeer ernstigen indruk. Zij joegen schrik aan. Het geluid der bazuinen en pauken, thans met het wappteren van een Standaard gepaard, was geheel iets anders, dan een onschuldig alarm. Alle partijen: liberalen, konservatieven, roomschen hebben aan onze kandidaten hun aandacht geschonken, piaar erkend, dat wij ditmaal een ernstige en een geduchte tegenstander waren. De heer Groen, van wien men beweerd heeft, dat hij het eenige lid zijner partij was, kan nu zijn duizenden monsteren. Ook ik had niet gedacht, dat de kandidaten van de Ghristelijk-Historische partij zooveel stemmen op zich vereenigen zouden. Ik behoef het niet te zeggen, dat deze aanzienlijlce cijfers ook mij grootelijks hebben verblijd. Er blijkt uit, dat er in ons land weer zeer velen zijn, die de belijdenis des Evangelies nog niet hebben losgelaten.

Het spijt mij !zeer, dat Dr Kuyper niet is gekozen. Ik wil hiermee niets onaangenaams zeggen aan de gekozen mannen broeders, maar mijn Amsterdamsche kollega is een man voor het parlementair debat, zooals onze Kamer er geen kan aanwijzen. Iemand beweerde, dat men hemi als Koorders zou laten praten, ik geloof ook, dat imen naar D(r Kuyper zou moeten I u is teren, en 'dat hiji, met zijh gewone energie de hoofdbeginselen van ons staatsbeleid ter sprake brengende, aan onze Kamerdiskussie weer beteekenis, weer gjoed en leven zou lieöben bijgezet. 'Zelis liberalen hebben eerlijk erkend, dat zij Kuypers optreden in de Kamer wenschelijk achtten. Stemmen voor Waarheid en Vrede, 1873, blz. 785 in 786.

In Januari van het volgend jaar werd DT Kuyper inderdaad voor Gouda gekozen. Daarover schreef toen Dr Bronsveld:

Dir Kuyp'er is laet een vrij aanzienlijke meerderheid tot lid der Tweede Karaer gekozen. Welk een omkeer in weinig jaren! Wie had in 1871, toen de Amsterdamsche predikant, door den heer Groen candidaat werd gesteld en nergens het tot een herstemming brengpn kon, wie' had toen kunnen denken, dat reeds in den aanvang! van 1874 een zetel voor Gouda door zijn geestverwanten zou veroverd zijn? Terecht mag de heer Groen hierin „een treffend bewijs" zien „eener niet alleen in g etalsterkte, maar ook door ^jver en beleid toenemende kracht". Neen, we zqn geen mach-

telooze, geen „stille" partij mteer. Die liberalen, , , het denkend deel der natie", moeten miet ons rekenen. 'Haar schoonste dagen zijn voorbij. Het blijkt meer en meer, dat er ook nog bij de kern van onze natie niet weinigen worden aangetroffen, die van het streven, om ons land weer tot een heidensch land te maken, afkeerig zijn. Stem tal en 1874, blz. 218.

Op den 5den Juni 1874 stelde Dr Kuyper in de Algemeene Vei^gadering van de Vereeniging voor Chr. N. S. voor, een Commissie te benoemen, die o.a. te onderzoeken zoü hebben, welke eischen aan de Staatswetgeving te stellen waren om het christelijk onderwijs voior onvermij delijken ondergang te bewaren. De vergadering noodigde toen de heeren Dr Kuyper, Dr Vos en Baron de Geer van Jutfaas uit, om over deze en een paar andere vragen het volgend jaar advies uit te brengen. Aldus geschiedde. In haar Rapport van 1875 stelde genoemde Commissie nu voor, om te ijveren voor het Restitutie-stelsel. De voorstellers redeneerden aldus: Indien er geen bijzondere scholen waren, zouden de gemeenten veel meer geld voor 't onderwijs moeten uitgeven dan thans. Is het dan uiet billijk, dat dit meerdere, dat de voorstanders van het bijzonder onderwijs aan de gemeente uitsparen, hun door de overheid gerestitueerd worde? En deze restitutie zou dan den Christelijken scholen niet slechts hiet leven, maar ook duurzame concurrentie met de openbare school mogelijk maken. Inmiddels had Dr Kuyper in de Tweede Kamer bij de Staatsbegrooting voor 1875 reeds op 7 December 1874 zijn advies gegeven over bet Lagpr Onderwijs, en op 8 December daar een lans gebroken met Mr K'appeyne van de CoppellO', den Achilles der Kamer. Sprekende over leerplicht had laatstgenoemde zijn stelsel geconcentreerd in deze woorden:

Zegt toen, dan moeten de minderheden onderdrukt worden, dan zou ik bijna zeggen: „Welnu, dan moet de minderheid maar onderdrukt worden, want dan is zij de vlieg, die de gansche zalf bederft, en heeft zij in onze maatschappij; geen recht van bestaan.

In edele verontwaardiging antwoordde Dr Kuyper hierop ïnét een zeldzaam indrukwekkende rede, waarvan het slot aldus luidde:

Kwam ooit de dag, Mijnheer de Voorzitter, — waarop aan deze ministerieele tafel een Regeering plaats nam, die sprekers program als Regeeringspxogramma aankondigde, zeggende dat ze desnoods de minderheden onderdrukken, en de vlieg dooden zou, die de bereide zalf bederven kon, ik zou haar toeroepen: Neem.' 'dan ook uit het wapenschild der Nederlanden wegj den Leeuw, het beeld der fierste vrijheid, en stel er voor in stede den Adelaar met het lam in de klauwen, beeld der tirannie!

In De Standaard opende Dr Kuyper nu voorts dag aan dag een sohrootvuur tegen Kappeyne en het liberalisme, met een reeks artikelen over de Schoolwetwijziging, die nog steeds als meesterstukken van polemiek kunnen gelden. Met al den nadruk, met al de frischheid, hem eigen, riep hij de anti-revolutionairen te wapen bij de a.s. verkiezingen. Voor of tegen „Restitutie" — zoo luidde nu het Shibboleth, dat door de gelederen weerklonk.

Ter voorbereiding van de Verkiezingen werd verder de artikelenreeks over de Schoolkwestie in zes brochures overgedrukt onder de volgende titels:

I. Naar aanleiding van het onderwijs-debat in de Kamer.

II. D© Scherpe Resolutie en het Decretum horribile.

III. Grieven tegen de Schoolwet en het geheim' verraden.

IV. Het Redmiddel.

V. De Schoolwet voor de viersdiaar van Europa.

VI. Is het Restitutie-stelsel onuitvoerbaar?

Deze artikelenreeks is later ook opgenomen onder de Bijlagen van „Ons Program", 1879.

Dit artikel werd u aangeboden door: Vrije Universiteit Amsterdam

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 10 november 1922

De Reformatie | 8 Pagina's

KUYPER-BIBLIOGRAFIE.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 10 november 1922

De Reformatie | 8 Pagina's