Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

KUYPER-BIBLIOGRAFIE.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

KUYPER-BIBLIOGRAFIE.

10 minuten leestijd Arcering uitzetten

55. Aari Ds J. H. Gunning. In: De Weg ter Godzaligheid, jg. 1, afl. 3, blz. 33-38. Zwolle, I P. Van Dijk, 1875.

door J. G. RULLMANN.

LVII.

55. Aari Ds J. H. Gunning. In: De Weg ter Godzaligheid, jg. 1, afl. 3, blz. 33—38. Zwolle, I P. Van Dijk, 1875.

In de Vo 11 edige Lij st der Boeken en Geschriften van Dr IA. Kuyper, geplaatst naar [het jaar van uitgave, staat achter dit geschrift geen jaar van uitgave. Maar de bibliograaf plaatste Üiet tusschen werkjes uit 1868 en '69, en vermoedde dus blijkbiaar, dat hiet geschrift uit dien tijd was. 't Is echter uit 1875^ en heeft betrekking op de voor het geestelijke leven van Dr Kuyper zoio invloedrijke B r i g h t o n b e w e g i n g, die zicïi vast-Icnoopt aan den naam van P e a r s a 11 Smith, en die het karakter droeg van een nieuwe Opwek-king.

Sedert het einde van 1873 was er n.l. in Schotland en Engeland een diepgaande en algemeene werkzaamheid tot geestelijke opwekking, vooral onder leiding van de evangelisten Moody en Sankey, uit Noord-Amerika in November van dat jaar te Edinbiugh aangekomen. 'Jhr J. W. van L; oon gaf van dien arbeid mededeelingen, en prees het werk zeer. Evenzoo ps Felix. Aldus werd het bij de Nederlandsche vrienden ingeleid.

Met de reusachtige samenkomsten nu, die Moordy en Sankey organiseerden, stond ook' in betrekking Robert Peaxsall Smith, een rijk fabrikant uit Philadelphia, als Kwaker opgevoed, later lid van de Presbyteriale Kerk, maar destijds geen lid van eenige kerkgemeenschap. Te Oxford begon hij in 1874 meetings te houden, waarin met groioten nadruk werd aangedrongen op heiliging des levens. Bij de Nederlandsche geloovigen werd deze „heilig'ingsbeweging" aanbevolen door mannen als . Jhr J. W. Van Loon en Elout van Soeterwoude. En in het Zondagsblad van De Standaard schreef Dr Kuyper, 4 April 1875:

Twee zeei' iiiteenloop'ende bewegingen trekken de aandacht van Europa.

Reeds dat ze de aandacht in Europa trekken, heeft beteelcenis.

Het toont, dat onze eeuw in haar tweede helft zich wreekt op het geestelijk indifferentisme van de eerste 50 jaren.

Uit 'alles blijkt, dat de tijd zijn materialisme verleert en den strijd terugbrengt tot de eerste beginselen.

Van hier ecnerzijds feller vijandschap, maar ook anderzijds beslister belijdenis en weer opleven van •wat eertijds in de Gemeente verstorven scheen.

Dat zulk een tijd voor opwekking van geestelijke beweging rijp is, spreekt vanzelf.

De schare hoort van niets dan kerk en godsdienst, en weet van godsdienst en kerk niets meer.

Dit verklaart het ongelooflijk succes van predikers Moody en Sankey in Engeland.

Het izijn mannen, die niets vreemds, niets nieuws brengen, niets dan het oude, overbekende Evangelie.

Maar ze weten een gehoor te bereiken, dat anders rondzwierf. Ze weten den indruk te geven, dat ze mecnen wat ze zeggen. Met de na'iieveteit des geloots weten .ze zóó te spreken, dat men, na hen gehoord te hebben, niet redeneeren gaat, maar naar God opziet en m'et angst denkt aan eigen lot.

Ze brengen het oude, maar dat oude met een merk van oorspronkelijkheid, bondigheid en waarheid, dat het de geesten met de eeuwigheid in aanraking brengt.

Op tegenstand stuiten ze dan ook schier nergens. De geordende predikanten zegenen hun komst en zien het hun at, hoe ze uit den sleur moeten komen.

Reeds dat ze het Evangelie van Christus tot vraag des tijds, voeg er bij tot vraag der conscientie voor duizenden bij duizenden wisten te maken, is een heerlijk resultaat.

Van geheel anderen aard is 'de geestelijke. beweging, waartoe Pearsall Smith den stoot gaf, en die naar Frankrijk en Z, witserland onder Monod en St. Hilaire oversloeg.

Werken-Moody en Sankey om de massa tot bekeering te lokken, ' Pearsall Smith roept alleen dezulken saam die bekeerd zijn.

Het hindert hem, dat de geloovigen zoo dood, zoo geesteloos en krachteloos zijn.

Hij acht, dat dit anders kan en zal worden, indien de geloovigen tot het inzicht komen, dat ook de heiligmaking een integreerend deel is van den schat, dien ze in Christus bezitten.

Een Christen moet z.i. een kracht zijn in het midden der wereld, niet door wat uit hem is, maar door hetgeen 'hij uit Christus ontvangt.

Om dat te kunnen zijn, moet hij voortdurend „met kracht naar den inWendigen m, ensch'.' zelf versterkt worden.

En om tot die versterking te geraken, moet de valsche vrede uitgeschud, , die de Christenheid doet voortleven, alsof verzoend te zijn het een en al van ons Christendom was.

J> at deze laatste beweging teederder is, dieper gaat, en even-uit dien hoofde eerder gevaar loopt in eenzijdigheid en ketterij over te slaan, springt in het oog.

Toch wordt ook ziji, evenals Moody's optreden, door de ellende en onuitsprekelijke traagheid van de Protestantsche kerken alleszins gerechtvaardigd.

De Kei'k van Christus moet tweeërlei doen: lo. de geloovigen opbouwen in geloof en godzaligheid en kennisse des Heeren, en 2o. door zending de verwilderde schare tot den Christus te lokken.

Door den misstand, waarin ze geraakte en volhardt, doet ze noch het een noch het ander. Ze •predikt voor een schare die meent bekeerd te zijn, ' steeds bekeering, en blijft bij 'de eerste beginselen staan, terwijl ze zoowel de opbouwing der geloovigen als de missie onder de schare nalaat.

Dit is de geestelijke zonde zoo van onze Nederlandsche als van de Engelsche volkskerk.

Toch ktmnen die behoeften op den duur niet onbevredigd blijven.

Vandaar geestelijke bewegingen, als we thans aanschouwen.

Moody predikt voor de schare.

Pearsall Smith wil de geloovigen opbouwen.

Voor beiden kan alleen de Kerk, mits geestelijk en naar Jezus'" geest herboren, de goede leiding! bieden.

Moody kan voor zijn taak die leiding eer missen dan Pearsall Smith.

Diuurzam'e vrucht zullen beiden dan 't meest afwerpen, indien ze de oogen der Kerk 'doen opengaan en haar pirofeteeren van haar plicht.

Nadat Pearsall Smith in Mei '75 ook ons land

bezocht en er meetings gehouden had te 's-Gravenhage en te Utrecht (waarvan er een werd bijgewoond door de Koningin en m'eerdere leden van het vorstelijk huis, en de andere door een vier-en-twintigtal predikanten) wekte D'r iKluyper op tot bijwoning van de tiendaagsohe meeting', die van 29 Mei tot en met 7 Juni te Brighton zou worden gehouden.

Aan deze Brighton-meeting namen uit Holland deel o.a, . de predikanten: Bahler, de Bel, Brummelkamp. Lion Cachet, Faure, Hoedemaker, Howard, Huet, K'uyper, Moeton en Gerth van Wijk, en de heeren: Baron van Doorn, Hovy, Looman, Nepveu en Sohoch.

Zondag 6 Juni was er in de Fransche 'kerk te Brighton Avondmaalsbediening. Een D'uitscher en een 'Franschman lazen om de beurt een gedeelte van het Avondmaal sformulier in Jiet Fransch en in het Duitsch.. Daarop trad Dr Kuyper nader en het brood brekende gaf hij — een Hollander — het aan den Dnitsoher en aan den Franschman. D'aarna bedienden dezen het aan de andere Avondmaalgangers. F. Lion Cachet, Tien Dagen te Brighton, blz. 126.

Velen genoten te Brighton een onuitsprekelijk groeten zegen. En toen, bij het scheiden der Hollandsche vrienden, ieder de gelegenheid ontving om m'et een tekst of psalmvers uit te drukken wat men genoten had, sprak Dr K'uyper: My cup is overflowing (mijn békei is overvloeiende). Psalm 23:5. Wincke 1, Leven en Arbeid, blz. 65.

Van de meetings te Brighton gaf De Standaard uitvoerig verslag, en in het Zondag-sblad van 13 Juni 1875 schreef Dr Ktuyper, dat Brighton een Bethel voor hem was en indrukwekkender dan 'ooit de heilige tegenwoordigheid van den levenden God zich aan zijn ziel daar openbaarde.

Ook op het Zuider-Zendingsfeest te 's-Heer Arendskerke, 23 Juni d.a.v. betuigde hij, dat hij te Brighton in zijn ziel iets gevoeld had van wat hij vroeger niet kende, en drong hij aan op wat de Engelschen : consecration noemen, overgave aan den Heere, het leggen van zichzelf op het altaar. De 'hoogst belangrijke toespraak' is nagenoeg woordelijk opgenomen in een boekje: Het derde Zuider-Zendingsfeest, Goes, A. C. de Jonge Sjz., blz. 7—21.

Maar nog met het stof bedekt, dat de verkiezingen hadden opgejaagd, voelden verslaggevers van liberale bladen zich verphcht hun weerzin tegen den nieuwen volksvertegenwoordiger te kennen te geven door op laalïbare wijze te spotten met de heilige 'dingen, door hem' op dat Zendingsfeest besproken.

Dit was eveneens het geval m'et de toespraak van Dr K'uyper op het Twaalfde Christelij'k-Nationaal Zendingsfeest te Boefcenrode, 7 Juli 1875; waar hij verdere mededeelingen deed over de conventie te Brighton en haar noemde een reveil van zoo hooge beteekenis, dat men na de Hervorming vruchteloos in de keAgeschiedenis haar wederga zocht. De kracht dezer beweging lag, niet in eenigen vorm of leertyp©, maar uitsluitend in de tastbare tegenwoordigheid en krachtvolle werking van den Heiii-'gen Geest. Of ook ons land den zegen dezer kracht zou smaken? Spreker meende dit ongetwijfeld. Het was een beweging geheel in den stijl onzer kerk; in hart en kern gereformeerd; zich aansluitend aan onze belijdenisschriften, aan de geliefkoosde schrijvers van weleer en aan wat nu nog de stille vromen O'Uderling kenden.

Verder sprak Dr Kuyper ook nog op het noordelijk Zendingsfeest te Winschoten over de geestelijke krachtsbetooning, door Jhem en een dertigtal broeders uit ons land te Brighton bijgiewoond, D e S t a n-daard, 21 Juli 1876.

Vervolgens werd den oden en 6den Augustus te Amsterdam, ten huize van Dr Kuyper, een kleine reunie gehouden van de Nederlanders, die de conventies te Oxford en te Brighton bezocht hadden. O.m. hesloot Imen hier tot de uitgave Van het m'aandschrift: De Weg ter Godzaligheid. Voorts werd het dogmatisch standpunt, waarop men zich tegenover de Engelsche beweging te piaatsen had, breedvoerig besproken, en geadviseerd: lo. scherp te onderscheiden tusschen het werk Gods en de veelszins gebrekkige, m'enschelijke voorstelüng; 2o. de heiligmaking als daad Gods te blijven belijden; en 3o. tegen allen zweem' van volmaakb'aar'h'eidsleer ten stelligste te staan. Zie Zondagsblad, 18 Juli en 8 Aug. 1875. Op den avond van den tweeden reuniedag, 6 Augustus, werd nog in de Schotsche Zendingskerk een openbare samenkomst gehouden, waarbij de H.H. J. Brum'melkamp, Joh. van 't Lindenhout, P. Huet, 'A. 'Kiuyper en anderen als sprekers optraden, om de gemeente in den genoten zegen te doen doelen.

Nog stelde Dr Kuyper in het Zo.ndagsblad van 5 Sept.—31 'Oct. 1875, aan de hand van Bijbel en Kerkleer, een onderzoe'k in naar het wezen der Verzegeling, terwijl hij in h!et nummer van 3 'October de Hollandsc'he vertaling van Des Christens Heilgeheim door 'mevrouw Pearsall Smith, aanbeval als een voortreffelijk boekske, zóó voortreffelijk, dat hij 'den lust niet k'on weerstaan er in 'de eigen kolomtaen van zijn blad een gedeelte uit over te nemen, en wel dat gedeelte, waarin de" schrijfster het 'heeft over som'mige kenteekenen eener toegewijde ziel. Daarin lezen we dan o.'m.:

Wat nu hunne levenswijze aangaat, zoo zien wijl altijd dat zulke Christenen vroeger of later hunne wereldsche vermaken laten varen; zij' hebben geen smaak mieer in 'het lezen van romans; ook niet 'ia het dragen van kleinodiën, maar ne'men eeno eenvoudige kleeding aan, zonder noodeloozen opschik; zij' wenschen alle ijdele gebruiken te laten varen, alsook alle bloot zinnelijke genietingen. Ik heb opigemerkt, dat zij doorgaans het rocken van' tabak er vroeger of later aan geven, ook het drinken van wijh en bier, behalve wat hun voor de gezondheid wordt voorgeschreven.

Volgens Dr Kuyper droeg dit stuk' zoozeer den stempel van een nuchteren, practischen, Schriftuurlijken zin, dat het hem vreem'd voor'kwam, hoe •m'en, met zulke uitingen voor zich', de zoogenaamde Oxfordsche beweging van dweperij, zoo niet van erger kon verdenken.

En na de Bijbelstudies over de'Verzegeling begon hij nu in [het num'mer van 14 Novem'ber een artikelenreeks over Het Gereformeerde Vasten.

Dit artikel werd u aangeboden door: Vrije Universiteit Amsterdam

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 17 november 1922

De Reformatie | 8 Pagina's

KUYPER-BIBLIOGRAFIE.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 17 november 1922

De Reformatie | 8 Pagina's