Heilige Antithese.

Er mogen militante figuren zijn, die zich in het bestaan van de antithese, welke de menschen in tweeën deelt en dat in elke levenssfeer, verlustigen; die het zich niet kunnen voorstellen, dat zij in een wereld zonder - strijd ooit zouden kunnen aarden, op den bodem' van elke christenziel ligt hot verlangen, dat die antiffiesé worde opgeheven.

Van het naderend Kerstfeest gaat zulk een verrukking uit, omdat men dan voor het geestesoor de engelen hoort zingen van Hem., die onze vrede is.

Het ware Godskind tent geen antithese-wellust. Veeleer is het bestaan van zulk een antithese hem' tot een gedurige smSart.

En hij verweert zich dan ook Ikraohtig tegen de beschuldiging, dat hij die zou hebben geschapen. Hij verdedigt zich, dat hij die vond.

Zelfs werpt hij het verwijt naar de aanklagers terug en wijst er op, hoe eens heel onze Westersche wereld christelijk was en zoo niet innerlijk, dan toch voor het uiterlijke boog voor Hem, die in Bethlehem de dienstknedhtsgestalte aannam. Dochhoe later het ongeloof de kribbe heeft ontwijd, met Herodes het Christuskindeke vervolgde.

Menigmaal en dan in oogenWikken vun allerteerste godsvrucht, slaakt hij de Paulusverzachting: ik wenschte wel 'va.n God, dat alle menscben waren, gelijk ik.

En het lied is hem lief:

Och, dat aller menschentongen Aller englen stem, o Heer! Samenstemden, samen zongen Eeuwig Van Uw lof en eer!

En toch, dieper m'oet gij peinzen. Naar den oorsprong der antithese mOiCt gij terug. Hoe verandert het dan alles.

Die antithese is. niet uitgedacht door menscben, die ijveren voor de ©ere Gods.

Niet door de geslachten der opstandelingen, die het scheppingsrecht van den Almachtige over hen ontkennen.

Maar door Godzelf. „Ik zal vijandschap zetten."

Zoo luidde het Godswoord aan het begin der historie.

Ik! Geweldige gedachte!

Ze doet u als nederknielen onder. het loover van het Verloren Paradijs.

Ik!

Ge komt van uw vermoeden terug, als zou de antithese in de menschenwereld van onheilige originie zijn.

God heeft haar in het leven geroepen. En gij, die belijdt, dat heilig al Gods wegen zijn, moet, hoeveel ook in uw gemoedsleven er zich tegen verzet, die antithese als heilig leeren eerbiedigen.

En ze is heilig. Zalig zelfs. Voor uw geloof.

Maar wanneer het geloof doorwerkt, ook voor uw gevoel.

Zonder die antithese zoudt gij in synthese, , in samenstelling en sam'ens'teniming hebben geleefd.

Met alle inenschen, maar ook met alle duivelen. De zonde, opzichzelf verscheuring, smeedde een band en strengelde het lot van slangenzaad en vrouwenzaad ineen.

Die zonde-synthese moest eindigen in den 'eeuwigen dood. In den poel van vuur en van sulfer.

Zoudt gij worden behouden, dan moest die synthese worden verTsröken en een a.ntithese ontstaan.

Dat deed God. Ik zal vijandschap zetten. Gezegend zij die antithese.

Want zij beteekent: losmaking uit den greep, des duivels! Verschooning van het verderf! Zelfstandighoid tegenover den Booze!' Zaligheid!

Zwijgen moet gij Gode, dat Hij aan de slang zaad iheeft gegeven onder de menschen. Dat het vrouwenzaad .niet enkel vrouwenzaad is. Dat Manninne - niet alleen een moeder werd der levenden, miaar ook der dooden. Dat Hij de antithese niet zuiver deed loopen tusschen duivel en miensch, miaar tusschen den duivel en de ikinderen van Zijn welbehagen.

Maar prijzen moet gij Gode, dat die antithese bestaat. Anders zou geen vleesch behouden worden. Prijzen imoet gij Gode, dat het Woord vleescih is geworden ora die antithese uit te werken.

Daardoor schijnt Christus een tegenstrijdigheid in Persoon.

in Persoon. Hij is de Vredevorst, maar ook de Tweedrachtzaaier. Wiant Hij is gekomen bto den mensch tweedrachtig te maken tegen zijn naaste.

Hij is de Rotsteen van uw heil, maar ook de Steen des aanstoots en de Rots der ergenis.

Met Christus werd de antithese niet als woord, niet als abstraktie, niet als daad, maar als Persoon geboren. «

Aanbid dan op uw Kerstfeest Hem', als de heilige Antithese.

Maar zoo Hij ook voor ti in de kribbe lag, zoo ooik gij uit God geboien zijt, zal die antithese ook in uw persoon hervonden worden.

In anderen zin dan in Christus.

Christus was enkel vrouwenzaad. Het slangenzaad vond Hij tegenover Zich en buiten Zich. Want Hij ; kénde geen zonde.

Gij zijt echter slangenzaad en vrouwenzaad tegelijk.

Slangenzaad naar den ouden mensoh in u, die verdorven wordt.

Vrouwenzaad, inzoover gij in Christus .Tezws tot een nieuw schepsel geworden zijt. .

Gij draagt de antithese binnen in u.

Daarin hebt gij te zien de vervulling der moederbelofte jaan u: Ik zal vijandsohap zetten.

Die lantithese moge uw dagen yerellendigen, dankt uw God, da, t gij ze bij uzelf waarneemt.

Ware ze afwezig, gij leefdet zonder hoop in de wereld.

Maar nu zij er is en zij u benauwt, hebt gij in haar het teeken, dat God ook' aan u in het Paradijs gedacht.

Zalig is de persoonlijke ervaring der antithese! heilige

Daarmede kunt gij met wijding Kerstfeest vieren. Da.armede kunt gij in vrede henengaan.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen