Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

KUYPER-BIBLIOGRAFIE.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

KUYPER-BIBLIOGRAFIE.

7 minuten leestijd Arcering uitzetten

door J. C. RULLMANN.

LXII.

57. De Heraut, Vrijdag 7 December 1877, en volgende nummers.

Uit het buitenland teruggekomen, en door het Bestuur der Herautvereeniging uitgenoodigd zich wederom te belasten met de redactie van het .Zondagsblad van Be Standaard, verklaarde Dr Kuyper zich in beginsel hiertoe bereid, maar onder beding, dat het Zondagsblad geheel van het dagblad zou worden afgescheiden.

In het Zondagsblad van 27 Mei 1877 vinden we als reden om deze voorwaarde te stellen het volgende genoemd:

Zij in den lande, die in de politieke gevoelens van De Standaard hun meening terugvinden en derhalve op staalkundig terrein samengaan, staan nog veelszins verdeeld van inzicht op k e r k e 1 ij k terrein. Dit moet er toe leiden, dat ó£ het kerkelijk blad een onzeker geluid geve, óf wel dat het politieke blad deelt in de kerkelijke antipathieën. Voorkeur scheen daarom te verdienen het ophetfen van het tegenwoord g Zondagsblad en weder opnemen van Di e Heraut.

Dr Hoedemaker, die gedurende de ernstige ziekte van Dr Kuyper voor een groot deel het Zondagsblad geredigeerd had, zag in deze scheiding van D' e Heraut en De Standaard een gevaar. Hij schreef aan DT Kuyper: „Indien gij dit doet, vrees ik dat uwe theologie te eng en uwe politiek' te ruim wordt. De Congresbeweging, blz. 69. Hierbij denken we ^als vanzelf aan een briefwisseling tusschen Wormser en Groen van Prinsterer. Toen Wormser bij - het zenden van een opstel voor D e Nederlander aan Groen schreef: .„Indien het voor een politiek dagblad wat veel Theologie mogt bevatten, gelief dan de goedheid te hebben het eenvoudig ter zijde te leggen", maakte Groen daarbij de kanttediening: „Voor een Christel ij k Dagblad is eene Theologie als die van Wormser onmisbaar". Brieven van Wo^rmiser, I, blz. 152.

Daar de zomermiaanden weinig geschikt waren voor een nieuwe uitgave en op dat Oiogenblik vermeerdering van arbeid boven zijn gewone taak, aan Dr Kuyper ten strengste verboden was, werd bepaald, dat het nieuwe blad eerst in het najaar verschijnen zou.

En zoo trad dan op 7 December 1877 De Heraut opnieuw in het leven, geredigeerd volgens deze mededeeang:

Met de redactie van De Heraut zal zich belasten Dir A. Kuyper, em.-pred. te 's Gravenhage, terwijl voor onderstaande rubrieken welwillend medewerking is toegezegd door:

Dr A. H. de Hartog, Pred. te Rotterdam, voor de rubriek: „Uit den schat der Kerk". (d. H.)

DT F. L. Rutgers, Pred. te 's Hertogjenhosch, voor de rubriek: „Kerkrecht" en „Buitenland"'. (R.)

Dir Th. D'. L. 'Wijnmalen, Onderbibliothecaris der K'on. Bibliotheek te 's Gravenhage, voor de rubriek: „Zending in onze Koloniën". (W.)

Ds H. Pierson, Direct, der Heldringgestichten te Zetten, voor de rubriek: „Inwendige Zending". (P.)

De .heer W. van Oosterwijk Bruyn, Voorzitter van den Bond der Jongelingsvereenigingen, voor | de rubriek: „Jongelingsvereenigingen". (V. O. B.)

Ds A. Brummelkamipi Jr., Pred. te Alkmaar, voor | de rubriek: „Chr.' Geref. Kerk". (Br.)

DB W. H. Gispen, Pred. te Zwolle, voor de rubriek: „Zondagsschool". (G.)

DT J. A. Gerth van Wijk, Pred. 'te 's Gravenhage, voor de rubriek: „Apologetiek". (G. v. W.)

DT Ph. J. Hoedemaker, Pred. te Amsterdam', ! voor de „recensie van belangrij'ke uitgaven". (H.) |

De heer E. Gerdes, Letterkundige te Haarlem, voor de „Kinderrubriek". (Ge.)

.De heer I. Esser, Oud-Resid. van Timor, te 's Gravenhage, voor de rubriek: „Varia". (E.), ]

Dr Ph. S. van Ronkel, Pred. te Amsterdam; 'voor de rubriek: „Bijbelstudiën". . (v. Rj

De artikelen zijn geteekend met de initialen, achter elk der namen vermeld.

De verantwoordelijkheid der medearbeiders geW j slechts voor de hun toevertrouwde rubrieken.

Dit bericht werd in een later nummer nog aange^al]d met de mededeeling: „Iste dat ook de heeren E. E. Gewin en Dr E. Barger, predikanten te Abcoude en Maassluis, hunne medewerking hebben toegezegd en wel voor de rubriek Zeiiding (bmtenlandsche); en '2de dat bij afwezigheid of ziekte

van Dr 'A. Kuyper de rubriek Bijbelstudiën zal geleverd worden door Dr Ph. S. van Konkel, en de leaders door Dr Ph. J. Hoedemaker, predikanten te Amsterdam".

In het z.g. „voorstuk" van D'O Heraut zette Dr Kuyper zijn Bijbelstudiën voort, nu met een reeks over Lijdzaamheid. Hierop volgde, wat hij in bet Zondagsblad nog niet gegeven had, een meditatie. Daarna kwam een leader met een overzicht van den toestand, waarin dit weekblad bij zijn optreden de kerken vond.

Het eigenaardig standpunt dat we daarbij: wenschen in te nemen is ons gegeven, niet gekozen, wijl het slechts het ecren van onze nationaliteit en de eerbiediging van de lijn der historie bedoelt.

Met het slichten van' altijd nieuwe richtingen en scholen komen we niet verder; krijgen de persoonlijke veeten te ruimer spel en worden de partijschappen en facties tot onberekenbare schade voor het geestelij'k leven steeds bitterder en meerder.

Onze personen dienen wat op den achtergrond te raken, zal de gemeente van Christus weer zichtbaar worden.

En wijl nu onze volkszin aan het Gereformeerde leven een eigenaardige uitdrukking gaf en hierin historisch de wortel ligt, waaruit alle richtingen haar oorsprong namen, meenen we veiligst te gaan, door aan de leer onzer vaderen aan te knoopen, gelijk die tot omstreeks' 1750 in gezonden zin en.met degelijke wetenscha^j gesierd, in onze leerzalen en bedehuizen, in onze woningen en bidcellen beleden werd.

Dat hierbij geen repristinatie beoogd, veel min onvoorwaardelqk buigen voor het gezag der oudheid bedoeld is, spreekt vanzelf.

Noch de ernst van onderzoek, waarvan ze 'blijk gaf, noch de helderheid van inzicht waardoor ze schitterde, noch de vuige laster waaraan ze bloot stond, kan , de Dordtsohe Synode van 1618 doen ontkomen aan de critiek van Gods Woord en zoomin zij als de mannen van naam, die ruim een eeuw aan het door haar opgezette getouw voortsponnen, zouden een zoo absoluut vereeren van menschengezag hebben gedoogd.

In een andere taal, beter toegelicht, in juister verband gezet en tegen de ketters van deze eeuw beveiligd, moet de Confessie, waarvoor onze vaderen hun bloed vergoten, de uit eigen overtuiging opgewelde belijdenis van de kinderen Gods om ons heen worden.

• Hier leggen we nadruk op, niet. om de dusgen-oemde mannen van wetenschap te believen, noch ook om te boeleeren met den tijdgeest, veel minder om' aan wispelturige vrijheidszucht den teugel te vieren, maar uit gebondenheid aan Gods Woord, dat geen onfeilbaar menschenwoord nevens zich duldt, alsmede uit eerbied voor het Gereformeerde wezen, dat in 1618 geen testament schreef, maar zijn mondigheid beteekende en ook thans niet gestorven is maar leeft.

Hieruit volgt, dat ons blad zich noch aan eenige richting, noch aan eenige kerk verpandt, maar aan den historischen geslachtsnaam^ van de gereformeerde waarheid, gelijk die op onze erve tot ontwikkeling kwam, elke richting en elke kerk wenscht te toetsen, die vanwege afkomst of maagschap een titel op de erfenis der.vaderen doet gelden. Dit toetsen zal niet een apodictisch oordeelen , maar een ontleden met historisch bewijs zijn, waaruit ons onbetwistbaar recht zal voortvloeien om slechts op al zulke tegenspraak acht te geven, die eveneens met historische wapenen en onder aanvoering van bewijs wordt gevoerd.

Welk een groot aandeel De Heraut aan den theologisch-kerkelijken strijd dier dagen genomen heeft, en ook, hoe menig medestrijder van lieverlee in een bestrijder veranderde, bespreken we thans niet. We vermelden alleen nog, dat, toen die strijd door de Doleantie bekroiond was met de vrijmaking der kerk, het blad zich sinds 9 Januari 1887 noemde: „De Heraut van de Gereformeerde Kerken in Nederland".

Enkele weken van zijn ziekte in 1894 uitgezonderd, heeft Dr Kuyper tot op; zijn ouden dag in De Heraut onafgebroken el'ke week zijn gewaarwordingen en denkbeelden over de heiligste dingen ten beste gegeven.

Over Dr Kuyper en zijn Heraut schreef de heer M. A. Thompson in De Katholiek van Januari en Februari 1897 een tweetal belangrijke artikelen. Zie ook De Heraut, nr 1000.

Als curiositeit zij nog, medegedeeld dat De Heraut eenmaal, nr 491, een illustratie bevatte; 't was de voorstelling van een dominee als spil van het hiërarchisch stelsel.

Zie verder: Titel-enTekstregister op De Heraut, no. 1—1300 (7 Dec. 1877—7 Dec. 1902).

Dit artikel werd u aangeboden door: Vrije Universiteit Amsterdam

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 22 december 1922

De Reformatie | 8 Pagina's

KUYPER-BIBLIOGRAFIE.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 22 december 1922

De Reformatie | 8 Pagina's