Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

KUYPER-BIBLIOGRAFIE.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

KUYPER-BIBLIOGRAFIE.

8 minuten leestijd Arcering uitzetten

J. C. RULLMANN.

LXVII.

60. Rome en Dordt. Amsterdam, H. de Hoogh & Co., 1879.

Vier reeksen Standaard - artikelen uit verschillende jaren vinden we hier in één bundel bijeengebracht.

I. Onze verhouding tegenover Rome, 27 November—20 December 1873.

II. Is dwaling strafbaar? 25 Mei—18 Juni 1874.

III. De s trij d tegen het Ultramon tanisme, 11 en 13 Augustus 1874.

IV. Rome en Dordt, 3—8 Juli 1875.

I. Aan de eerste reeks. Onze verhouding tegenover Rome, ging in De Standaard van 26 NoVj. 1873 een inleidend artikel vooraf, dat sprak van Berlijn en Parijs als de beide brandpunten van den elliptischen kring, waarin zich de Europeesche politiek toentertijd bewoog. En voor heide kabinetten beheerschte de strijd tusschen het Ultramontanisme en ongeloovig Radicalisme den toestand. Het ernstig karakter van dezien strijd, sinds lange jaren geprofeteerd en eer spade dan verrassend gekomen, werd thans door de Europeesche kabinetten ingezien, maakte onze staatslieden bezorgd, deed het hart der natiën beven, en gaf aan het gruw baar woord van religie oorlog een somber pTofetisohen klank.

Het sprak wel vanzelf, dat ook de Antirevolutionaire richting .niet aan de moeilijke taak ontkomen kon, om de te volgen gedragslijn bij deze steeds verder om zich grijpende beweging met vaste hand af te bakenen. Bij een strijd toch tusschen Ultramon-. tanisme en Radicalisme geraakt vooral een partij die beide geestesuitingen even beslist verwerpt en bestrijdt in pijnlijk gedrang. Helaas was daarbij van de zoo gewenschte eenheid onder onze geestverwa.nten nog geen spoor te ontdekken. Veeleer kon men zeggen: zooveel hoofden zooveel zinnen. Zooveel orga.nen zooveel verschillende position.

In Frankrij; k strijdt Guizot met de Ultramonta-: neu tegen de Radicalen, Léon Pilatte en de " Pressensé met de Gamlsetta's en Jules Simons tegen dè Roomsche factie.

In Duitscbland werpt Von G«rlaeh zijn weigewet • zwaard voor de overwinning van het Roomsche • centrmn in de schaal, en verdedigen Fabri en zijn volgelingen Vorst Von BSsmarck's politiek.

In Italië en Spanje Steunt het Protestantsche' Engeland de Victor Emanuels en Garribaldi's tegen Pio Nono en het kabinet der Curie.

En wie wanen mocht, dat in ons eigen land de verdeeldheid van zienswijs minder ware, lette op het feit, dat mannen als Van Lijnden en Van Zuylen zich nog weigerden los te maken van de Roomsch-Conservatieve alliantie, terwijl de Antirevolutionair^ kiezers in Juni dezes jaars elke gemeenschap! inet Rome en haar conservatieve liulptroepen verbraken. Lette er op dat de Nestor oiazer richting, Mr Groen van Prinsterer, za| het ook met zeer ernstig beding, de zienswijze van Guizot en Von Gerlach als verre van verwerpelijk citeert, terwijl oiganen als de V e r e e n i g i n g en het WageningscH Weekblad Keizer Wilhelm's , politiek( onverholen , loven.

Dit verschil is naluurlijik.

"Bij een zoo moeilijk .vraagstidc als waarvoor onze richting zich bij deze onrustwekkende beweging geplaatst .ziet, kan de formule die allen bevredigt, de gedragslijn die allen behaagt, niet op eens .ge-, vonden worden.

Eerst als resultaat van openhartige bespreking der zeer ernstige aangelegenheid is voor eendrachtij handelen hope.

Welk standpunt door ons .wordt ingenomen hei)ben we niet verbloemd. Toch is het niet genoeg, dat we de practische toepassing van ons beginsel in de beoordeeling der ''Biinnen-en Buiten'landsclie politiek geven. Ook in pns .blad dient de pirincij^iëele bespreking van dit vraagstuk aan de orde te komen Daartoe zijn we bereid.

Na zich aldus boven alle benepen gedoe een ruimen blik' op • het veelzijdig vraagstuk van onze verhouding tegenover Rome veroverd te hebhen, schrijft Dr Kuyper nu over-dit vraagstuk zelf een reeks va, n 12 hoofdartikelen, waarin hij vooropstelt, . dat in den strijd, die door Rome tegen hd Radicalisme ondernomen werd, voor de Antirevolutionaire partij drieërlei standpimt flenkbaar is:

Ze kan

óf als bondgenoot van Rome tegen het Radi cal is me strijden; •

óf als bondgenoot van het Radicalisme tegen Rome partij kiezen; .

óf eindelij'k, elk bondgenootschap afwijzend, ook bij dezen strijd, trouw aan haar leus blijven: „In mijn isolement ligt mij n kra.cht!

De voorslag nu om als bondgenoot der Ultramontaansche 'beweging het euvel der Revolutie te bestrijden wordt als onaannemelijk verworpen, W er geen weeAeerigheid bleek; wijl de voet van gelijkheid ontbreekt, ##-.wijL.de toestanden anders werden. ": (fi: : ^s2ii$j: '

Even verwerpelijk'is een jj'öndgenootschap ro^' het PLadicalisme tegen Rome, wijl het Radicalism^ Rome niet verzwakt heeft, maar haar juist krachtsverdubbeling schonk; wijl de triomf van het Radicalisme op-onzen eigen ondergang uitloopt; ^n

wijl solidariteit 'met het ongeloofsbeginsel zou zijn voor God. zonde

Rest daarom ook in dit vraagstuk niet beter dan stipte .handhaving van ons isolement, d.w.z. organisatie op eigen voet, met recht tot vrije beschiyking, naar welke zij we in elk komend geval den doorslag z'ullen geven.

Er is tweeërlei samenwerking.

Eéne, waarbij ik beide partijen amalgameer, zo bij de stembus en in de Kamier als ééne partij! uit twee fractiën bestaande laat optreden, en derhalve de zwakkere aan de instructie der sterkere onderwerp. Dit heet Bondgenootschap .van staatkundige partijen. Wie zulk een bondgenootschapi aangaat is in politieken 'zin voor den medestander solidair. • ,

Maar er is - ook een and-ere samenwerking, waarbij elke partij haar eigen huishouden blijft voeren, zoowel bij de stembus als in de Kamer een eigen banier en kokarde te velde brengt, en in elk voorkomend geval van krijg door een eigen commando beslissen kan, bij' welke der strijdende machten ze zich wil aansluiten, , of ook of ze in neutraliteit en non-interventie den weg ziet van plicht en eer. Dit heet isolement zijner eigen partij. Wie op p-oUtiek terrein zulk eèn plositie veroverde, is slechts aansprakelijk voor zich zelf.

De zonderlinge manier, waarop men in pers en Kamer deze begrippen, van Isolement, Neutraliteit en N o n - i n t e r V e n t i e dooreen hteeft gehaspeld, geeft Dr Kuyp-er echter reden om nog eens nadru'kfeelijk te verklaren, wat reeds in het Pro-gram. van De Heraut in 1871 was ..verzekerd, dat onze organisatie zelfstandig en.autonoom, alleen do-or eigen beginselen b'eheerscht mo-et zijn, en ons volstrekt onb-elem'merd vrijheid laten, om mj voo-i^'oanende stukken, nu zus dan zoo te han-•^'elen, naar de drang onzer overtuiging het eischf.

Die regel m-oet gevolgd, tenzij men eigen enghartigheid verraden, de beperktheid van zijn blik b-ewij'zen, zijn onbekendheid met de resultaten der jongere historische studie in het licht wenscht te stellen.

Elk tijdperk in de geschiedenis heeft zijin eigen beteekenis. God, de Heer, repeteert zichzelf in den loop van ons menschelijk - geslacht niet, maar bouwt altijd verder, steeds hooiger, en .geeft ons gedurig nieuwe stof ter verarbeiding. Wie nu de maatstaf van een vorig .tijdperk op zijn eigen omgeving wenscht toe te passen, toont derhalve dat de signatuur onzer eeuw hem verborgen Meet en de eisch van onzen geestelijken strijd geen vat heeft op zijn hart.

De schijver dringt er nu verder op-aan, dat Rome zoowel als het Radicalisme beoordeeld zal worden - met moed, maar ook met recht.

Niemand onzer mag schromen, , aok al duidt men het ons van Roamsche zijde ejivel, . onbewimpeld uit te spreken, wat we tegen Rome hebben, en haar schepselvergoding te verooirdeelen en te bestrijden. Maar evenmin mag het oog gesloten worden voor de rijke elementen van Christelijke belijdenis, die oolc het Rome van onze eeuw nog bewaart.

En evenzoo, ten op'zichte van het Radicalisme. Er mag geen oogenblifc aarzeling in uw woord zijn, zoo het er öp aankomt rond en openweg de grondfout van het Radicalisme in den „eeredienst van het Egois-nie" aan te wijzen. Maar evenmin mag het oog gesloten voor het kostelijk program van burgerlijke en maatschappelijike vrijheden, dat alleen door , het Evan, gelie te verwezenlijiken, niettemin het streven der Radicalen bezielt.

Rome en het Radicalis'mie, .beide doen naar oaize overtuiging tekort aan de eere van Gods heiligen naaien. Niettemlin heeft Rome wat het Radic.alism'e mist, een bestanddeel van Christelijke belijdenis; maar ook .omigekeerd, het Radicalisme, wat Rome mist, in stee van de Syllabus, een program van

staatkundige vrijheden. Dit niaakt dat we vaali met het Radicalismie ons'tegen Rome's onvrijheden, - maar ook niet Rome ons tegen het radioalistisch ongeloof te keeren hebben. .

Juist dit dwingt tot isolement. Een isolement waarbij men de hand vrij houdt, en, noch zijn binnenlandsche verhouding om zij-n buitenlandschel politiek, noch zijn oordeel over het buitenland om zijn standpunt in eigen verwikkeling bedervend, telkenmale doet wat eerbied voor den naam! des Heeren voorschrijft.

De toelichting van deze gedragslijn volgt dan in de laatste twee artik'elen, die eindigen met deze conclusie:

Trekt Rome niet slechts tegen het beginsel van het Radicalisme, maar in haar Syllabus ook tegen zijn aan het Evangelie veelzins ontroofd program op, dan weerstaan we Romle en heeft de vrijheidsbeweging onze steun. '

Maar ook am.gekeerd, ontadelt het Radicalisme die vrijheidsbeweging, door ze - lois te maken van den .Verlosser - en Bevrijder der natiën en te enten op . het onzinnigst ongeloof, dan vindt het in ons nog sterker tegenvoeter dan waarop het in Roomsche landen stuitte.

Onze leus blijft V e r 1 o s s i ng van zonde alleen door Christus tegen Roime, maar ook Verlossing van politieke tyrannie alleen door Christus tegenf het Radicalisme.

Dat Dr Kuyp-er odk met deze artikelenreeks in de lijn van Groen bleef, bleek wel 'duidelijk, toen^ Groen in De Bazuin van 19 December 1873 voor de candidatuur te Gouda Dr Kuyper den aangewezen man noemde, en bij de lange reeks der bewijsstukken voor deze aanbeveling ook telde de S t-a n d a a r d artikelen: Onze verhouding tegenover Rome.

Dit artikel werd u aangeboden door: Vrije Universiteit Amsterdam

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 9 februari 1923

De Reformatie | 8 Pagina's

KUYPER-BIBLIOGRAFIE.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 9 februari 1923

De Reformatie | 8 Pagina's