Hellemachten.

Het verhaal van het lijden uws Heeren maakt slechts spiaarzaam' gewag van de helsche bestrijding, welke Hij ihad te doorstaan. .

Dat^de Satan Hem toen sterker aanviel dan ooit te voren, lijdt voor u geen twijfel.

Hoe zou Hij u v; an de Ih'elscïie pijn en smart, van de duivelenk'wellingen hebben kutmen verlossen, indien Hijzelf aan het hout die niet had gedragen ?

Enkele aanwijzingen ontbreken dan. ook niet.

Als Christus de verzoeking in de woestijn heeft afgeslagen, leest gij, dat de duivel van Hem week voor een tijd. (Li*. 4:13).

Voor een üjd!

Daaxin ligt opgesloten: Ihij k'waim' wieer terug.

En wanneer k!an dat anders geweest zijn dan toen Christus' lijden zich op . 't hoogst verhief?

Als Hij den drinkbeker ga, at drinken, bereidt Hij er Zijn jongeren op voor: e overste der wereld komt (Joh. 14:30).

Hij zag, hoe de duivel in aantocht was.

Omtrent Judais wordt u gemeld, dat de Satan in hem voer en Jiemi tot verraad prikkelde.

In de zielekreet: „Mijn God, Mijn God, waarom hebt Gij Mij verlaten? " vermoedt gij de drieste aanvechting der demonien, . gelijk ze nog nooit een mensch' aaiigevochten (hadden.

uit­ Maar dit vermoeden wordt niet uitdrukkelijk gesproken.

Van Jezus' zieleleven in de pasSie-dagen weet gij zoo weinig.

Het meeste ervan wordt u m'eegedeeld door de pisalmen.

Daaruit beluistert gij.den angstigen roep: „sterke stieren van Basan h'ebben Mij omringd".

Het eerste schepsel, waarmee de duivel op aarde in verbinding trad, w.as een dier.

Hij koos de slang tot zijn werktuig. Sindsdien kwamen dier en duivel elkander nader.

De satanische machten worden in de Schrift herhaaldelijk vergeleken bij dierlijke instincten.

In z'ijn roofzucht staat de leeuw den boozo-Jiet naast. Daarom wordt er gezegd, dat hij rondgaat .a, ls een .brieschende leeuw, zoekende, wien hij zou mogen verslinden.

In sluwheid komt de slang hem het meest nabij, w.aarom 'hij ook de oude 'slang wordt geheeten.

Maar zijn meedoogenlooze bloeddorst wordf geteekend in het beeld van den stier.

Zelfs zij, die met vee vertrouwd zijn, nemen ten opzichte van den stier nog lomzichtigheid in' acht Zij kennen de boosaardigheid en onberekenbaarheid van dat beest. Zonder reden begint het soms te stooten.

En heeft Ihet eenmaal een wonde veroorzaakt, Wiaaruit bloed vloeit, dan is het niet meer te femmen. Het gezicht op die roode plek' wakkert zijn verderflust aan.

Nu laat de dichter van-dezen lijdenspsalm bij uitnemendheid Christus klagen o^ver de. sterke stieren v.an B.asian.

B.alsan stond bekend om zijn glanzend vee.

Vooral de stieren maakten zijn roem' uit. In de uitgestrekte eike.nbossdhen en de vette weiden groei den zij tot prachtstukken op.

M.aar.'in hun kantige, stoere lijven borgden zij een centrale v.a, n verderfelijke krachten.

Als die losgelaten wierden....

En zij werden losgelaten.

Tenminste de demonische machten, die zij uitbeeldden en duizendmalen steger waren dan zij-

Loisgela.ten tegen een heilig, onbevlekt, onnoozel Lam'.

Wiant de dierenwereld symholis, eert in de Schaft niet alleen het onreine, demonisohe, 'm)aar ook het reine en het heilige.

Odk in [haar Werken, welbeschouwd, twee wétten.

De wet der verderfenis en de wet der vrijmaking-

Dè s.er, afijn6n worden uitgebeeld in diergestalteöj de gekochten voorgesteld , als schapen van den goeden Herder én Christus wordt benoemd als Ii«' Liaim Gods, .dat de zonden der. wereld wegneemt. , Ster'ke Basanstieren zonder tal, stormen met gP'

bogen keien-koppien los tegen een hulpeloos Liam; om het op de hoornen te stekten.

De lijdende Christus hteeft geen verdedigingsmiddel, geen tegenweer. Zelfs niet de stervensgil, die huivering aanjaagt. Hij is stemtóeloos als een sdh'aap.

De hel daarentegen ontwikkelt haar hoogste macht.

Daar gutst bloed.

De stieren worden doller.

En ach, mijn God, waar blijkt Uw trouw nu, waar Uw eer ? Gij stooit en werpt, vergramd, thans Uw Gezalfde neer. Gij schijnt niet van 't verbond met Uwen ikneöht te weten.

Het is volbracht!

Zoo roept het Lam!.

De stieren vluchtten.

De demoniischie mlaicWten kruipen naar de hellekrodht terug.

Daar koelen zij hun wraak op elk men& chenkind, dat daarin nederdaalt.

Als gij om uw zonden ter hel werd neergeworpen, zouden de stieren op u afkbmen..

En gij zoudt anmiaiCihtiig tegenover hen staan.

De duivelen zouden u jaianvallen.

En gij zoudt u tegen hen niet 'kunnen verzetten. O, Chiriistus is toch wel voor u geslaoht?

In Zijn krachteloasjheid te midden der helle'machten, verving 'Hij Zijn volk in de pijn.

O zeg, verving Hij ook' u?

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen