Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

KUYPER-BIBLIOGRAFIE

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

KUYPER-BIBLIOGRAFIE

7 minuten leestijd Arcering uitzetten

door J. C. RULLMANN.

LXXII.

63. Revisie der Revisie-Legende. Met Bijlagen. [Voorafgaat een „Publyck Epistel", met twee Annexen aan Dr J. J. van Toorenenbergen.j Amsterdam, J. H. Kruyt, 1879.

Den 16den Maart 1879 berichtte De Heraut, dat, in verband met de onlangs opgerichte Vereeniging voor Hooger Onderwijs, op den grondslag der gereformeerde beginselen, de uiterst gewichtige kwestie over !het gezag der formulieren van eenigheid door den Hoofdredacteur opzettelijk ter toetse zou worden gebracht in een serie leading-artikelen, om daarna in een afzonderlijk gesch.rift, voor het groote publiek, tot klaarheid te worden gebracht door , Dr F. L. Rutgers. LaatstgenO'cmde zou n.l. den Isten Mei op de vergadering der, Ned. Herv. Predikantenvereeniging refereeren over: het ker-.Melijk gezag van de Formulieren van E enigheid, volgens de Synode van D'O'rdrecht, in onzen tijd. Wegens het vergevorderde uur kon dit referaat echter niet meer worden voorgedragen; en nu bleef ook het aangekondigde (afzonderlijke geschrift van Dr Rutgers over dit onderwerp in de pen. Maar we wagen de veronderstelling, dat de door Dr Rutgers verzamelde stof mede verwerkt is in de ^artikelenreeks, die Dr Kuyper van 30 Maart tot 20 Juli 1879 in De Heraut schreef, en op het einde van 1879 afzonderlijk uitgaf in zijn tweede brochure tegen Dr van Toorenenbergen.

In deze doorwrochte Heraut - artikelen werd de Gereformeerde beschouwing van de Formulieren van Lenigheid gehandhaafd tegenover een opvatting, die voor Gereformeerd wilde doorgaan, maar die inderdaad Remonstrantsch was. De schrijver liet de geschiedenis zelve getuigen tegen allerlei onjuiste en gevaarlijke 'meeningen, waarvoor men zich desniettemin op de geschiedenis beroepen 'had. De historische grondslag, waarop de ethischen en irenischen bij hun beschouwing van 'de Formulieren van Eenigheid meenden te kunnen steunen, werd hier, 'Cens voor goed, omvergeworpen; de andere argumenten, die voor die besdhouwing in de laatste jaren werden aangevoerd, werden hier afdoende beantwoord, door eenvoudige overneming van wat reeds in den aanvang der 17e eeuw door de toenmalige Gereformeerden tegenover dezelfde argumenten in het midden was gebracht; en "tevens werd hier duidelijk in het licht igesteld, hoe de Gereformeerde Kerk in haar bloeitijd over de Formulieren en over hun herziening gedacht heeft, met doortrekking van die lijnen tot op den tegenwoordigen tijd, en imet aanwijzing van wat er voor de toekomst uit valt af te ledden.

Inmiddels verscheen Juni 1879 tegen Dr Kuyper's „Leidsche Professoren" van de hand van Dr J. J. van Toorenenbergen een woord van tegenweer onder den titel: Hoe een deel der Dor'dtsch'e Nalatenschap yerzaafc't Werd Dr Kuyper, die toien voor een badkirar in Vichy vertoeMe, meldde terstond na de ontvangst van deze brochure in De Heraut (nr 81), dat hij niet lang na zijn terugkomst nit Vichy, in een open brief aan Dr van Toorenenbergen de enkele o-p-merkingen hoopte te b-eantwoorderr, die 'door dezen geleerde ingebracht - Wiaren tegen zijn Verweerschrift.

Toch liet dat antwoord nog lang op zich wachten. In de vooirrede geeft Dr Kuyper daarvoor vier redenen o-p. ^De eerste was, dat zijn arts te Vichy, na afloop der badkuur, een 'maand volstrekte rust noodig keurde. De tweede, dat in de maanden, die verliep-en, de ismartelijke 'keer - door den minister Van Lijnden van Sandenburg in onzen politieken toestand gebracht, , allen beschikbaren tijd opeischte voor journalistiéken arbeid. De derde, dat Dr Kuyper Imoeilijk - nogmaals een apart stuk over zoo splinterige kwestie kon uitgeven, en dus wel waciten moest, totdat zijn Heraut-artikelen over dit onderwerp herdrukt waren. En'de vierde, dat N in de laatste weken schier zijn - geheele gezin uit de woon-naar de zieikenkamer zag verhuizen, • en - daardoor hart noch hoofd had - om met spoed aan polemischen arbeid door te werken.

Van die idagen van zorgen en spanning tan öi'ea lezen in de Herinneringen van - de Oude Garde, blz. 53 en 158. In schuiten met op den boeg twee groote plakkaten: Besmettelijk® ziekte, Rood vonk, verhuisde de familie Kuyper^ één voor één gewikkeld in wollen dekens,

primo November van 's-Gravenhage naar Amsterdam.

Nauwelijks daar aangekomen kwam na dit huiselijk tobben en lijden van twee bange maanden, een eindelijk inzinken van Dr Kuyper zelf, dat hem voor weken lang zelfs de correctie van drukproeven onmogelijk maakte.

Eerst in December 1879 verscheen de beloofde open brief aan Dr van Toorenenbergen onder den haam jr.an „Publyck E pils tel". Daarin wordt gehandeld [Over de verhouding van de laatste 13 jaren tuissöhen Dr Kuypier eenerzijds en de efhischen «n irenischen anderzijds. Veel werd daarin geopenbaard, dat tot dusver aan het publiek onbekend Was, en dat nu toch eens moest worden uitgesproken om te koimen tot een waren en zuiveren toestand. Ook hier was het weer: geschiedenis tegenover legende, nu bepaaldelijk met betrekking tot hetgeen door velen - geloofd werd omtrent de Bouding en het streven van Dr Kuyper en van 2ijn kerkelijke tegenstanders. Dm de belangrijkheid •^an dit epistel als bijdrage voor de kerkelijke gefechiedenis (en voor - de kennis van "Dr Kuyper's Karakter zullen we er straks nog nader op terug komen.

Eierst Tvillen we echter de inhoudsopgave "der orochure verder vervolgen.

Na het „Publyck Epistel" dan komen twee an-*iex-en. lo. Examinatie van Dr Van Tooi'enenbergen'e verweermiddelen. Het is ? en lantikritiek op zijn brochure. Hier wordt de '^ feet vorig jaar begonnen strijd met Dr Van Too-renenbergen over de „liberaliteit" der Ijeidsche Professoren van 1620 ten einde - gebracht-2o. K erkbelijdenis na-ar het onderscheid v: ain Organisme e, n Instituut. Het is een referaat in het jaar 1869 door Dr Kuyper gelezen en Verdedigd ; ter vergadering - der Ned. Herv. Predikantenvereeniging. De daarin ontwikkelde denkbeelden zijn in hoofdzaak dezelfde, , als die in de revisie-artikel-en nog breeder, grondiger en overtuigender zijn uiteengezet. Maar ook na lezing van die artikelen blijft da-t referaat nog belangrijk en leerzaam; reeds terstond in den aanvang door de onderischeiding, . die gemaakt wordt tusschen 'de Kerk als organisme en de Kerk als instituut (vergelijk daarbij de, intreepreek te Amsterdaim); en voorts door een aantal bizonderheden die, omdat, het - onderwerp niet volkomen hetzelfde Was als 'dat der revisietiartiktelen, in deze laatstgenoem'de niet ikonden behandeld worden.

Maar zoowel 'dit referaat als - de antikritiek en het „Publyck Epistel" zijn slecihts aanloop-to't den eigenlijken inhoud dezer brochure, een herdruk van de Revisie^arti'kelen uit De Heraut, nu elk van een sprekenden titel voorzien' in de volgende parar graf en:

§ 1. De revisie naar irenisch en orthodoxistisch bedoelen-

§ 2-Gereformeerd program van revisie.

§ 3. Groot interest der revisie-quaestie.

§ 4. Revisie een geding in rechten.

§ 5. De legende van een revisie „om de drie jaren".

§ G. Historie der revisie van 1586—1618.

§ 7. Gereformeerd verzet tegen Anniniaansche stoutigheden.

§ 8. De revisie der Dordtsche vaderen.

§ 9. Wereldooncilie en Synode-nationaal.

§ 10. Nalezing op de Dordtsche Acten. § 11. ' Bedingen van wettige revisie. Bijlagen:

Bijlagen: Ie Bijlage: Verklaring van de Gereformeerde Commissie van advies aan de Staten.

2e Bijlage: Plan om de kerk te Arminianiseeren.

Deze opstellen dragen een streng wetensohapipelijk karakter, maar zijn tevens helder, boeiend! en overtuigend geschreven.

Dr F. L. Rutgers, die 'de brochure in De Heraut, nr 110 besprak, schreef o..a.:

Erkend is het dan ook mi reeds, zoowel van moderne als van Groningsche zijde, dat ten aanzien van deze • punten de bestaande quaestie is uitgemaakt; en zoowel door moderne als door Groningsche woordvoerders, die men zeker niet van partijdigheid voor Dr Kuyper en voor de Gereformeerden verdenken kan, is deze brochure zelffe met hooge waardeering en met zeer bijzondere lofapraak begroet. Van de zij-de der ethischen en irenischen zelven wordt er nog over gezwegen; maar in ieder geval zal ook daar de waardeering wel niet ontbreken; allerminst bij Dr Van Toorenbergen zelven, die de welverdiende eer heeft gehad, hier als hun leider en woordvoerder te worden aangemerkt, en die beter dan gewone lezers beoordeelen kan, hoeveel studie aan dit boekje besteed is, en hoeveel nieuwe en verrassende dingen Dr Kuyper uit de bronnen der historie heeft opgediept.

Dit artikel werd u aangeboden door: Vrije Universiteit Amsterdam

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 6 april 1923

De Reformatie | 8 Pagina's

KUYPER-BIBLIOGRAFIE

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 6 april 1923

De Reformatie | 8 Pagina's