Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Heengaan naar Bethlehem.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Heengaan naar Bethlehem.

7 minuten leestijd Arcering uitzetten

Laat ons dan henengaan naar Belhlehcm, en laat ons zien het woord dat er geschied . is, hetwelk de Heere ons heeft kond gedaan. Lucas 2:15b.

(Kerstmis.)

Er is geen andere weg naar de kribbe van Bethlehem dan die waarop de herders het eerst hunne voeten hebben gezet. De weg des geloofs. '•

Hoe wij ons oo'k wenden of keeren, we zullen nergens een poort vinden, waar wij door kunnen gaan, om tot den geboren Zaligmaker te komen. Het woord, dat er geschied is, laat zich alleen zien wanneer wij 'het, als komende van den Heere, hebben aanvaard, en er met onze ziel in tot rust gekomen zijn.

Anders loopen we misschien psalmzingend rondom de heilige muren der Davidsstad heen, maar we komen er niet binnen.

Weten wij, dat we zóó Kerstfeest hebben gevierd, dat we de werkelijkheid van het vleeschgeworden Woord hebben geschouwd in opgetogen vreugd en met de zekerheid: deze Immanuel is ook mijn Zaligmaker?

Hoe zijn de herders tot Jezus gekomen?

Het Evangelie is hun gepredikt. In stille verrukking hebben ze de engelen er van hooren zingen. Die prediking, dat lied heeft iets wakker geroepen in hun hart. Iets meer dan geestdrift en vervoering. Geloofsactie. Energie uit den lï. Geest.. En nu zeggen ze tot elkander: Laat ons dan heengaan naar Bethlehem, en laat ons zien het woord, dat er geschied is, hetwelk de Heere ons heeft verkondigd.

Hoe eenvoudig, niet waar ? Och, de mooiste dingen z ij n ook zoo eenvoudig.

Zooeven hoorden de herders in verrukking naar de zingende engelen. Gelooft ge niet, dat de engelen nu geluisterd hebben naar de paar platte arameesche Vv^oorden van die simpele buitenmenschen, die eenvoudige herders? Wordt door de gemeente niet aan de engelen bekend gemaakt de veelvuldige wijsheid Gods?

De Engelenzang was schoon.

Deze herderswoorden zijn niet minder mooi, al zijn ze anders.

Wat een blij en oprecht kinderlijk geloof! De herders gelooven: God heeft wat gedaan. Er is iets geschied. Daar gaan ze vast op. Ze zeggen niet: laten we eens gaan zien, of er iets geschied is. Ween, 't staat voor hen zeker: er i s iets geschied. De blijdschap is er, de kribbe is er, de doeken zijn er, en wat meer zegt: de Christus is er, de Heere, in de stad Davids. Het teeken is er. Hijzelf is er. En daarom zijn z'n troon en koninkrijk dus ook werkelijicheden., Hoe weten ze zoo zeker, dat het ge se hi e dj is, dat die werkelijkheid te vinden is in de stad Davids, dat het er is, dat Hij er is? Wel, aniwoorden zij: de Heere heeft het ons toch verkondigd'?

• Is dat wel waar ?

Daar is één Engel geweest, die zeide: Ziet, i k verkondig u groote blijdschap.

Maar gij zegt: die boodschap kwam van God. Daarom namen zij haar aan. Niet als het woord van een engel, maar, gelijk' het waarlijk was, als Gods Woord. Daarom wisten zij het zoo heerlijk' zeker; en 'twas hun alsof ze het zelf uit 's Heeren mond gehoord hadden.

En wij dan? Hebben wij minder zeljerheid a.airgaande het Kerstwonder?

Gelooven wij echt, dat in den Kerstnacht geschied is wat het evangelie ons verhaalt? Dat het wonder der liefde Gods is geopenbaard? Dat het Woord vleesch is geworden?

Heeft de Heere het ons niet laten verkondigen ? Ja, maar niet door engelen!

Neen, veel heerlijker nog.

De herders hadden Jezus' eigen woorden nog niet. Die moesten het nog maar met engelen stellen. Tot ons h.eeft de Heere gesproken door Zijn Zoon, die ons alles, alles heeft verkondigd, die ons. de woorden Gods heeft gegeven.

Waarom gelooft gij niet? Waarom twijfelt gij? Bid om dat eenvoudig geloof, da, t die herders hadden. Zij zeiden niet: wat een prachtig visioen, welke heerlijke klanken, wat een zalige droom! Neen, er was wat geschied, dat wisten zij, tot Gods eer, tot hunne zaligheid, en tot heil voor al het volk. Dat had de Heere hun laten verkondigen.

Dat was hun genoeg. Daar bleven nog vele vragen voor hen over. Hoe gaarne hadden ze den eersten engel teruggeroepen en gezegd: „och, vertel er ons wat meer van. Wijs ons den weg. Hoe is dat alles mogelijk? " Biovendien, de engelen hadden wel den diepzinnigen engelenzang gejubeld', maar de verklaring hadden ze er niet bij gezongen. Toch lieten d'e herders zich niet weerhouden tot Jezus te gaan.

Maar misschien zegt gij: ik kan mij toch met die herders niet vergelijken, want ik vrees, dat mijn geloof slechts historisch geloof is. Er is wat geschied. Christus is geboren. De Heere heeft het verkondigd.; Maar hoe kan ik mijzelf nu beproeven of ik daar deel aan heb?

Ook op die vraag vindt ge hier het antwoord. Echt geloof roept geloofsw er k'z aamheid wakker in het hart. Stel eens, dat het bij de herders gebleven ware bij historisch geloof. Dan zouden ze tot elkaar gezegd hebben op vromen toon: „Het schijnt nu toch heusch waar te zijn, dat. de Zaligmaker geboren is. Wat sprak die Engel aangrijpend. En wat was dat zingen mooi. Maar nu is het uit.

Hoor de schapen eens blaten. Ze zijn zeker verschrikt door dat licht. Laten we maar eens naar de kooien gaan Idjken. Het vuur is ook bijna uit. Als er maar geen roofdier geweest is in dien tijd. Ik b«n er nog van onder den indruk". En ze waren overgegaan tot de orde van den nacht, maar tot Jezus waren ze niet gekomen. Zulke menschen zijn er, helaas.

Ze zijn ook op Kerstmis naar de kerk geweest. Ze hebben meegezongen, „geofferd" en geluisterd naar de preek, die zij prachtig vonden (als ze ten minste onder 't gehoor van hun favoriten dominee zaten, anders was er niet veel aan!) De organist speelde heel goed, men kon merken, dat hij óók onder den indruk was; en wat was het vol!! geen wonder, want waar hoor je zóó'n Kerstpreek? Maar uit de kerk zijn ze aanstonds teruggezonken tot hun eigen kleine leven. En Donderdag hebben ze gezegd: ik ben nu toch , weer blij, dat die feestdagen weer voorbij zijn, en alles weer gewoon gaat. Kerstfeest hebben ze gevierd, maar naar Bethlehem zijn ze niet gekomen. Misschien ook wei, maar dan toch alleen tot de kribbe, en 'de doeken, de stal en het stroo. Maar niet tot Jezus.

Zie nu 't groote verschil.

De herders zeggen: laat ons dan heengaan naar Bethlehem. Dat kleine woord dan bevat een wereld van gedachten. Hun geloof komt tot activiteit, tot zelfwerkzaamheid. De Heere heeft gesproken. Dus. Laten we da, n toch gaan! Dat is de conclusie van het geloof, omgezet in daad. Een antwoord óp de roepstem des Heeren. Ziet Heere, hier zijn wij. 'Dat is genade. Zij blijven niet waar zij zijn. Ze moeten tot den Zaligmaker gaan. De Engel had gezegd: Gij zult het kindeke vinden. Het i s er. Daarom kan het gevonden worden. Maar het moet gezocht. In het geloof hadden ze • hun Zaligmaker reeds. Ze hadden hem door het godsgetuigenis, en het genadewerk des Geestes. Maar nu moeten ze hun geloof beleven.

W, at geeft geloof ook samenbinding, on welk een opwekkende kracht gaat er van uit. Het is er niet óéi-i, die het zegt. Ze zeggen het allen tot elkander. Ze weten niet wie er begon. Ze wekken elkaar op, en de een moedigt den ander aan. Zij sturen er niet een paar op'. uit, om te zien of het waar is. Dan zouden ze .Jezus nooit gevonden hebben. De twijfelzucht vindt niet. Het geloof vindt.

De herders zijn er langs dien weg gekomen en hebben den Heiland gevonden, hun Heiland, de vervulde belofte, het vleeschgeworden Woord, hei gerealiseerde evangelie.

Deze weg is de eenige, ook voor ons. Beginnen met geloof.

Aanvaarden van het Woord Gods. Het getuigenis aannemen.

En dan gaan, waar de Heere roept, heengaan tot Bethlehem.

De blinkende ster van het Woord volgen. Op het zingen der engelen afgaan.

Dan maakt het Kerstevangelie geestelijke kracht wakker in onze ziel.

Om te komen. Om te zoeken. Om te vinden. Zalig, die zoo Bethlehem zoeken.

Zij vinden meer dan Maria en Jozef, een Koningsstad en een Davidstroon, een kribbe, en doeken, een stal en wat stroo.

Zij vinden Christus. Den Zaligmaker. Hun Zaligmaker.

Dit artikel werd u aangeboden door: Vrije Universiteit Amsterdam

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 28 december 1923

De Reformatie | 8 Pagina's

Heengaan naar Bethlehem.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 28 december 1923

De Reformatie | 8 Pagina's