Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

KUYPER-BIBLIOGRAFIE.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

KUYPER-BIBLIOGRAFIE.

6 minuten leestijd Arcering uitzetten

door J. C. RULLMANN.

XCIX.

Na een kort openingswoord, waarin Dr Kuyper herinnerd had aan de samenkomsten der „Chrislijke Vrienden" in deze zelfde stad Amsterdam voor ruim het vierde eener eeuw geregeld gehouden, op algemeen clhristelijken grondslag, en aan de noodzakelijldtieid van een meer kerkelijke basis als eisch des tijds, onderwierp hij nu namens zijn mede-gecommitteerden aan het oordeel der vergadering eenige resolution, in druk reeds lederen deelnemer aan de Conferentie ter ihand gesteld, en die als leiddraad voor de beraadslagingen zouden kunnen dienen. Eén vian deze resolution ecjhter werd op voorstel .van den Voorzitter tot geen onderwerp van discussie en debat gemaakt, maar namens allen als' een diepgevoelde belijdenis hunner gemeenschappelijke schuld voorgelezen en uitgesproken. Immers, wie niet begint met boete te doen is niet waardig in dezen strijd voor Christus' Kerk de hand op te heffen.

De broeders stemden ten volle met dit voorstel in, en daarop ïiebben de opzieners der Kerken hier vergaderd, staande, in de woorden dezer resolutie, namens hen bij monde van Dr Kuyper 'uitgesproken en opgelezen, hun gemeenschappelijke schuld voor - God beleden. Zij was van dezen inhoud:

Opzieners van de Gemeente onzes Heeren Jesu Christi, uit onderscheidene Kerken dezer landen alhier in conferentie saamgekomen, om in broederlijk overleg te beramen, wat hun te doen staat, ten einde in zake de nieuw ingevoerde Proponentsfoi'mule niet ontrouw aan hun roeping en daardoor schuldig voor den Heere hunnen God te worden bevonden, hebben, na vurige smeekinge, en alzoo himne hulpe alleen in den Name des Heeren Heeren stellende, zich uitgesproken in de navolgende resolution:

Ten tweede bekennen zij ootmoediglijk, dat de smaad, door de invoering van deze nieuwe Proponentsformule aan de Kerken onzes Heeren overkoainen, te belijden is als eene rechtvaardige vergelding van den Heere der heirscharen voor de schreiende schiild van het ongeloof, de liefdeloosheid en den werelddienst, die ander het volk des Heeren zijn ingeslapen; en als Opzieners der gemeente, deze schuld van Gads volk als hun eigen schuld erkennende, betuigen zij zich deswege voor het heilig aangezicht des Heeren te verootmoedigen, biddende, dat de Heere hun iu dezen we^ niet doe naar hunne en hunner vaderen ongerechtigheden, maar nog gedachten des vredes over hen betaone, door hen als Opzieners, en met hen het volk 'des Heeren, teru, g te leiden in den weg van gehaorzaamheid aan Koning Jezus en van trouw aan Zijn Woord.

In een volgende conclusie werd uitgesproken, dat men zonder beding zich te houden had aan die drie heerlijke Formulieren van Eenigheid, waarin de Kerken dezer landen de waarheid, die naar den Woorde Gods is, van ouds beleden hadden, en nu nog officieel beleden, blijkens de historisch eenig geldende uitlegging van. Art. XI, en dat derhalve elke kerkeraad moest besluiten, om van nu voortaan in zijn Kerk niemand tot den H. Dienst des Woords toe te laten, dan die zich bereid verklaard had om, bij de aanvaarding zijner bediening ten overstaan van den Kerlderaad, zijn onvoorwaardelijke onderwerping aan het gezag van Gods onfeilbaar Woord te betuigen, gn daartoe de drie Formulieren van Eeenigheid (zijnde de Confessie, de Catechismus en de Vijf artikelen tegen de Remonstranten), met betuiging van hartelijke instemming, te onderteekenen.

Voorts werd o.m. nog aangenomen, dat het Kerkverband, waarin de Kerken thans sedert 1816 stonden, moest afgebroken, waar 'de Gereformeerde Kerken hierdoor zouden belet wo'rden Koning Jezus, overeenkomstig hare belijdenis, als den eenigen Souverein in zijne Kerk te. eeren.

Verder nog, dat gereformeerde belijders, die onder een kerkeraad verkeerden, wiens doen en toeleg niet naar den Woorde Go-ds was, gehouden waren, na ernstige vermaning, eendrachtelijlcf de gemeenschap met zulk een kerkeraad af te breken; als d o 1 e e r e n 'd e Kerk op te treden; eigen Ouderlingen en Diakenen te benoemen; en, zoo mogelijk onder leiding v.a.n een naburig Dienaar des Woords, te bewer'ken, dat de zuivere prediking des Woords, het recht gebruik der Sacramenten en de oefening der Christelijke tucht weer onder hen plaats grijpe naar de ordinantiën Gods.

Eindelijk werd, op voorstel van den heer W. M. Oppedijk uit IJlst besloten, dat „bijaldien de nood der Kerken nogmaals zulk een conferentie noodzakelijk mocht maken, de Kerk van Amsterdam gelast zou zijn, 'de oproeping tot zulk een samenzijn te doen".

Hierna stond de gansche vergadering op van haar . zitplaa.tsen, om zich plechtig, als een eenig man .uit te .spreken in deze laatste slotresolutie, door den Voorzitter luide opgelezen:

En zijn alzoo de gecommitteerde Opzieners, na afhandeling dezer resolution, gescheiden, onder dankzegging aan .den Koning der Kerk, die hen samenbracht, en .ander ootmoedige aa.nroeping van den Naam des Heeren, dat Hij, die sloeg om : onze schuld, maar - ook machtig is, om ons door zijn ondoorgrondelijlke barmhartigheden te verlossen, zijn aangezicht toch over de Kerken onzer m.artelaren verheffe, en weer in goeden kerkedienst gemeenschap der heiligen aan allen in deze landen doe vinden, die door 's Heeren genade gebi'aeht zijn tot de zuivere belijdenisse van de waarheid, die daar is naar den Wciorde Gods.

In zijne hand hunne zaak stelloride, vermanen ze dan ook de Ke'rken dezer landen met ernste, om oj) te staan uit den slaapi, waarin ze dusver verzonken lagen, en weer als geroepene Kerken des Heeren, het schepsel voor niets te achten, Gode alleen alle eere te geven, on te staan naar die bereidvaardige iOmderwerping aan het Woord des Heeren, die door geen geboden of ordo'nnantië.n van menschen ooit krachteloos te maken, vrucht is van de inwerkinge des Heiligen Geestos, en daarom liefelijk vo-or God.

Daartoe verwekke en bevestige ons die Opperste Herder onzer zielen, het verheerlijkt Hoofd en de eenige Koning zijner Kerk, wien als den eeusvjgeu Zoon, met den Vader en den Heiligen Geest, toekomt de eere, de prijs en de dankzegigjnge! Amen.

Vooral de aanneming dezer slotresolutie drong een plechtig karakter; ze werd door alle aanwezigen met een overluid Amen bevestigd.

En zoo waren hier dan, zonder dat één der deelnemers er tegen geprotesteerd had, de lijnen uitgestippeld, die bij komende conflicten den gang van zaken zouden beheerschen.

Zie voorts: Acta der Conferentie van Gecommitteerde Kerk'eraadsleden 1883. Ook: G. C. Gijben, De zestien Amsterdamsche Resolutiën aan de Belijdenis en aan de Historie getoetst.

Dit artikel werd u aangeboden door: Vrije Universiteit Amsterdam

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 28 maart 1924

De Reformatie | 8 Pagina's

KUYPER-BIBLIOGRAFIE.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 28 maart 1924

De Reformatie | 8 Pagina's