Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Nog eens het stakingsrecht.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Nog eens het stakingsrecht.

8 minuten leestijd Arcering uitzetten

III.

Is er recht van werkstaking?

Op deze vraag is een bevestigend antwoord gegeven op' het eerste christelijk-sociaal congres, dat onder leiding van Dr Kuyper in 1891 te Amsterdam gehouden is. Op dal congres heeft de heer A. Wier sing a, de vroeg-ontslapen eminente strijder voor het recht en de vrijheid van het christelijk beginsel op elk terrein, een referaat gehouden over het onderwerp Patroons en A r-b e i d e r s, en in dat referaat is ook gesproken over de quaestie van de toelaatbaarheid of het recht van collectieve staking. Hij beziet deze quaestie aldys:

„Al heel gemakkelijk maken zij zich van de beant Vcording dezer vraag af, die iedere werkstaking revolutionair noeme'n, en dies de deehieming er aan zondig. Zij ontkennen eenvoudig elk recht van werkstaking. Vlalc tegenover deze groep staat een andere, die in hoogheid des harten zich stelt boven en tegen de ordinantiën Gods en di-e do werkstaking onder wellce omstandiigbeden ook, predikt en aanmoedigt, 't Is ook hier: die wel onderscheidt, leert wel. Allereerst merkSn we op, dat er ten onzent geen slavernij meer is, maar vrije arbeid. Do werkman is, ook al ontkennen we geenszins, dat hij zijn heer onderdanigheid is verschuldigd, door de genade Gods geen slaaf meer, maar een vrije. Hij A^erhüurt zijn diensten tegen een billijk loon, doch geeft niet, gelijk de slaaf, zijn persoonlijkheid prijs aan de tirannieke wiUekeur van zijn meester. De dienstknecht van nx\ staat deswege hooiger dan de dienstknecht van vroeger."

Deze bewering wordt gestaafd met bewijzen uit de Heilige Schrift.

De referent beroept zich op de mozaïsche wetgeving en op de uitspraken van den apostel Piaulus, en gaat dan aldus verder:

„Welnu, werkstaking — als daad op zichzelvo beschouwd niet verboden door de wet Gods — is somtijds het eenige middel, waardoor ds vrije arbeider ontkomen kan een een nioderne slavernij: een slavernij, welke den werkman somwijlen in n'og slechter conditie brengt dan die der oudheid; en Uit dat oogpunt bezien mag; het recht van werkstaking geenszins worden ontkend. Vooral, niet, wanneer we daarbij letten op het feit, dat de mensch niet op zichzelf staat, zich niet los mag gevo'elen noch van zijn vaderen noch van zijn zaad. En gelijk nu elk volk een roepinig heeft voor zijn nakomelingschap, om de vrijheden, die het als een heilig pand ondei-Gods voorzienig bestuur verkregen heeft, ongeschonden den kinderen over te leveren, zoo heeft ook iedere stand, ook de werkmansstand, 'de roeping, om, , 'wat hij werd door de gunste Gods, orrgedeerd te kunnen blijven ook in het geslacht, dat na hem en üit hem zal zijn. Nü zijn er twee zaken, die de werkgever in 't algemeen verplicht is zijn arbeiders te verzekeren:1". een menschelijke behandeling en 2». een menschelijk bestaan. Verzaking van een of van beide 'dier plichten kan een reden opleveren om van het recht van werkstaking gebruik te maken. VVerks'taldngen als politiek instronient moeten door ons ais verboden worden beschouwd. Dan toch treden zij geheel van haar nafcu'urlijk terrein ai en dienen niet meer om den tO'estand van den werkman te verbeteren, maar tot omverwerping van den Staat. Aan socialistische werkstakingen, die ten doel hebben de omkeering van het bestaande, doe de christenarbeidor nooit mee."

De staking is dus om tweeërlei reden geoorloofd.

De eerste is, wanneer de patroon in gebreke blijft zijn arbeiders met een menschelijke behandeling te bejegenen, en de tweede, wanneer hij hun een m e n s c h e 1 ij k bestaan onthoudt. Over deze beide voorwaarden weidt de heer W. in den-breede uit. Hij toont aan, waarin dio behandeling bestaat, en wat hij met dat b e-staan bedoelt, en komt dan tot de conclusie, dat, indien deze tweevoudige conditie niet wordt vervuld, wanneer de arbe'ider niet als een vrij mensch, als een beelddrager Gods wordt behandeld, en te weinig ontvangt om zonder zorg in zijn levensonderhoud te voorzien, staking geoorloofd is. Immers verbreekt de patroon, zelf, door zoo op te treden, de ware verhouding, die tusschen beiden moet besta, an. Hij maakt gebruik van het recht van den steAste. En als dit zoo is, mag men ook den arbeider het'recht van werkstaking in geen enkel opzicht ontzeggen.

Hierbij moet op drieërlei worden gelet.

In de eerste plaats op de verhouding, waarin de werkman op oen bepaald tijdstip staat tot den werkgever. Is het arbeidscontract afgeloopen, dan zijn de arbeiders volkomen vrij om de voortzetting van den arbeid, te verbinden aan het inwilligen van nieuwe voorwaarden. Tijdens het arbeidsoontract echter zijn ze geho'uden den arbeid voort te zetten, tenzij dan èf dat het contract gesloten is

door dwaling, door geweld of door bedrog; óf dat de patroon het contract verbreekt, waardoor deze vanzelf het recht verliest te eischen, dat de andere contracteerende partij het contract ho^idt; óf dat de behandeling van den werkgever een zoo krenkende en onteerende is, dat de werkstaking inderdaad plichtmatig wordt. In de tweede plaats, werkstaküig is alleen geoorloiold ^ds uiterste miaiatregel; men ga er daaxom nimmer toe over, dan na elk ander middel te hebben uitgeput. Een toestand te scheppieh, waarin werkstaking de plaats vervangt van overreding en tegemoetkoming, is in volslagen strijd met alle goddelijke en mensohelijke wetten. In de derde plaats, alles wat op zichzelf beschouwd geoorloofd, recht is, is daarom geen plicht. Zelfs kan plicht ons soms gebieden van ons recht geen gebruik te maken, en openbaart het dikwijls een hooger christelijk standpunt, wanneer men niet al te zeer op zijn recht staat.... De vraag der H. Schrif-t: „Waarom lijdt gij niet liever ongelijk; waarom lijdt gij niet liever schade? " maig nog steeds herhaald worden, wijl wij: mensohen zoo licht geneigd zijn ons bij de minste inbreuk op onze rechten te doen gelden. Natuurlijk past dit woord der Schrift niet in den mond eens werkgevers om daarmee zijn arbeiders te bewegen afstand te doen van den eiseh: weg!neming van rechtmatige grieven. Voor hem geldt in dit geval het Avoord: „Doe uwe dienstknechten recht en gelijk!"

Voorts bespxeekt de heer W; . de gevofgen van de werkstaking.

Deze zijn dikwijls gunstig geweest voor de arbeiders.

Door de staking is meermalen het lot der werklieden, verljeterd, en zijn onhoudbare toestanden verdwenen of verzacht. Miaar er zijn ook' schaduwzijden, en die ziet de referent allerminst voorbij.

De werkstaking dompelt dikwijls tal van arbeidersgezinnen eensklaps in de diepste ellende. Ziji komt niet alleen den werkgever, indien deze ten minste met winst werkt, op geldelijke verliezen te staan, maar brengt tevens schade toe aan heel een e scha, re kleine winkeliers en andere neringdoenden. Zij knakt somtijds den bloei eener handelsplaats, wijl het fcapitaial schUw is en, eens bevreesd gemaakt, niet spoedig teruigkeert, maiar eene andere arbeidsmarkt opzoekt. Zij brengt de openbare veiligheid en rust in g; root gevaar. Of spreekt het niet vanzelf, dat de hartstO'Chten geprikkeld worden, wanneer een menigte ledigloopende • arbeiders dagen, weken misschien, elkander ont moeten in een zelfde ontevreden stemming? En zien we soms niet, dat in dien toestand het kleinste voorval aanleiding kan gteven om de openbare orde, eene 'fier grootste zegeninigen der maatschappijl, te verstoren; aanleiding kan worden, d'at men zich gaat vergrijpen aan des naasten leven en goed? Dit is wel een van de gevaarlijkste zijden der werkstakingen.' Daarbij komt nog, dat ze licht leiden tot onrechtvaardige handelinigen van de zijide der stakers:1°. door hen, die aan de staking geen deel willen nemen, daai'toe met geweld te willen dwingen; 2". door te willen beletten, dat de patroon andere werklieden in hunne plaats aan den arbeid zet. Bovenal, indien Da Costa niet ten onrechte gezongen heeft: Toenaadring eischt Gods orde en dezer tijden nood", dan kan niemand het oog sluiten voor het feit, dat werkstakiugen ons die toenadering niet - brengen, maar er ons steeds verder van afvoeren. Zij verminderen in het algemeen den „klassenhaat" niet, doch geven daaraan opnieuw voedsel en effenen alzoo het terrein voor het socialisme. Zelfs wanneer de werlcstaking voor den arbeidei' een gunstigen afloop heeft, zal zij hoogst zelden volledige voldoening geven aan alle eischen en gaat de werkman, omdat hij niet alles verkregen heeft, al mokkend en morrend weer aan den arbeid.

Deze waarschuwing geldt ook voor onzen tijd. De heer W i e r s i n g a heeft met grooten ernst gewezen op' de gevaren, die sinds 1891 in sterke mate vermeerderd en verergerd zijn, en deze mogen vooral nu niet onderschat. Daaiom is ook' zijn pleit voor het herstellen van het organisch verband van den arbeid; zijn beroepi op de christelijke organisaties en de samenwerking tusschen patroons en arbeiders in .onze dagen vian groote beteekenis, en ook wij zijn geroepen om alles te doen, wat in ons vermogen is om een werkstaking te voorkomen, en in de gevallen, waarin - zij onvermijdelijk is, haar verkeerde gevolgen zooveel mogelijk ongedaan te maken. Doch dit alles komt later nog ter spra3? 'e. Het vpas nu mijn doel te herinneren aan hetgeen reeds in 1891 over deze quaestie gezegd is, en het blijkt mij telkens, dat zulk een lierinnering niet tot de overtollige goede werken jjehoort. Velen onzer kennen de handelingen van het eerste christelijk-sociaal congres niet, en het is broodnoodig, dat wij op-de basis van wat toen aanvaard is, verder bouwen.


1) Dit en de volgende citaten zijn te vinden in het procesverbaal, blz. 237-—243.

Dit artikel werd u aangeboden door: Vrije Universiteit Amsterdam

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 11 april 1924

De Reformatie | 8 Pagina's

Nog eens het stakingsrecht.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 11 april 1924

De Reformatie | 8 Pagina's