Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Het recht van staking.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Het recht van staking.

7 minuten leestijd Arcering uitzetten

In de rorige artikelen is gesproken over ihetgeen op het eerste christelij-k-sociaal congres inzake het stakingsrecht is behandeld en besloten. Hier werd het recht van staking onder eenige reserve erkend.

V.

Het recht van staking, - dat o-p het eerste christelijk-sociaal congres algemeene erkenning vond, wordt niet door ieder in onze kringen aanvaard. Vooral in de laatste jaren zijn er velen, die door de ernstige conflicten, welke - de stakingen in het bedrijfsleven teweegbrachten en de ellende, welke uit die botsingen voortvloeide, er toe gebracht zijn, om dit recht te betwisten, en zich practisch en principieel tegen elk'e staking keeren. 'Oo-k zijn er onder ons, die niet zoozeer door de practij'k gedrongen, maar krachtens hun - eigen beschouwing van de sociale verhoudingen, dit strijdmiddel verwerpen, en van oordeel zijn, dat een christen het nimmer mag gebruiken. Onder hen behoort o.a. Dr Nederbragt, die in zijn bekend en in deze rubriek meermalen, besproken boek over de theorie der economie, enkele bladzijden aan dit onderwerp wijdt, en zich doet kennen als een principiëelen tegenstander. Om de bela.ngrijkheid van zijn standpunt neem ik' het voornaamste van zijn beschouwing hier over, opdat onze lezers zoo uitvoerig mogelijk van de verschillende meeningen kunnen kennis nemen, en de gelegenheid ontvangen zelf een oordeel te vormen.

In het hoofdstuk over „De arbeider en zijn positie" schrijft Dr N. het volgende (blz. 157—160):

„Eindelijk is - er nog h-et vraagstuk van de werkstaking. Uit tiet voorgaande zal het reeds duidelijk • geworden zijn, dat ik geen voorstander ben van dit strijdmiddel. De werkstaking met contractbreuk verwerp ik zelfs absoluut, zij het met een dubbele reserve. Gods Woord eischt, dat ons ja ja sn ons neen neen zal zijn; dat we een belofte en eed, eenmaal gedaan, zullen houden, zelfs tot onae schade. De eenige reserve, die hierbij in acht ge-• nomen moet worden, is dan ook slechts, dat we niet, door het houden van belofte of eed, zullen doen hetgeen zonde is voor God. Deze reserve is dubbel, omdat zij betrekking heeft: lo. op het geval, dat we ons verbonden hebben tot iets, d-it zonde is, en 2o. op liet geval, dat het houden van eed of belofte het ons onmogelijk maken zou, aan de zoi-.de te ontkomen. Een en ander moge met zeer concrete voorbeelden worden toegelicht. In de eerste plaats is een ^Touw, die zich verbonden heeft, zich voor ontucht te laten exploiteereh, niet gehouden haar belofte na te komen. In de tweede plaats heeft een vrouwelijk arbeidster, wier patroon haar tot ontucht wil verleiden, het recht, het arbeidscontract te verbreken. Een en ander stemt, naar ik meen te mogen zeggen, overeen met den geest van onze Nederlandsche wet. Het behoeft niet onderzocht te worden, in hoever er naast de gestelde gevallen andere van minder ernstigen aard zijn, die contractbreuk zouden wettigen. Het algemeene principe is, dat contractbreuk geoorloofd is; als zij de eenigo weg is om aan zonde van de daad of zonde van nalatigheid te ontkomen. Voor het overige is contractbreuk niet geoorloofd. Aangezien nu de gestelde res-erve practisch alleen in gevallen van persoonlijken aard aanwendbaar zijn zal en werkstaking een zeker aantal personen eischt, die door staking pressie willen uitoefenen, is met het vorenstaande staking met contractbreuk practisch absoluut veroordeeld, tenzij dan voor het geval, dat de kameraden in gezonde solidariteit het zouden willen opnemen voor hem, die wettiglijk het arbeidscontract moet verbreken. Hierbij zij aangeteekend, dat er geen reden is, waarom, als bij zulk een staking do patroon mocht toegeven, van hem geen loonbetaling over de stakingsdagen zou mogen worden gevorderd: de patroon is in dit geval een schuldige, die verlies, door zijn schuld door de arbeiders geleden, moet vergoeden.

Vroeger meende men, dat het weinig noodzakelijk was, te praten over staking zonder contractbreuk, omdat een zoodanige staking niets' beteekenen zou, daar de patroon zich van andere werkkrachten zou voorzien. De toestanden zijn veranderd. Tengevolge van de ver voortgeschreden organisatie van arbeiders heeft de arbeidersleiding het in handen, staking zonder contractbreuk doeltreffend te maken. Daaro-m dient'de vraag onder de-O'O-gen te worden gezien, hoe va, n christelijk standpunt over een zo-o-danige staking anoet worden gedacht. Allereerst zij te dezen aanzien opgemerkt, dat - er, van genoemd standpunt bezien, geen enkele rechtsgrond te vinden is, waarom men ]> eta!ing van loon zou mogen vorderen voor dagen, waarop men opzettelijk niet gewerkt lieeft: de eisch van loonbetaling over stakingsdagen is m. i. geheel ongewettigd. Aanvaardt men dat, dan is odk •de werkstaking, zonder contractbreuk grootendeels prijs gegeven. Wil men zoodanige werkstaking zonder loonbetaling over .stakingsdagen, dan zij daartegen nog bet volgende opgemerkt: lo. dat nimmer gestaakt mag worden door dengene, die door de overheid krachtens haar souvereiniteit eenzijdig werd belast met een bepaalde taak (hetgeen in den regel geschied zal zijn na voorafgaande beschikbaarstelling van zichzelf door den betrokkene); 2o. dat nimmer gestaakt mag worden op zoodanige wijze en onder zoodanige omstandigheden, dat het gemeenschapsleven of het leven van individuen in gevaar komt (verkeerswezen, waterleiding, ziekenverpleging, e. d.); 3o. dat staking den geest dergenen, die staken, den geest ook van de gemeenschap, althans van de massa, verbittert en vergiftigt en dat door staking van de nu in haar kracht zijnde generatie de mentaliteit der opkomende generatie schier onherstelbaar bedorven wordt; • 4o. dat de mensch het recht niet heeft, opzettehjk en slechts om eigen voordeel te behalen door middel van anderer nadeel, arbeidskracht door nietsdoen te doen verloren gaan.

Vraagt men ben slotte, of door deze vrijwel absolute verwerping van het stakingsrecht de arbeider niet w-eerloos aan de exploitatiezucht van den patroon wordt overgeleverd, dan moge op die vraag het volgende, worden geantwoord: Er is geen sterker wapen in de wereld ter behartiging van het eigenbelang dan plichtsbetrachting, toewijding, geheel-e overgave aan zijn taak, bijna zou men kunnen zeggen: bela, ngeloosbeid; de Christen moet het ook in het arbeidsleven daarmede durven wagen, wetende, dat God voor zijn lichamelijke behoeften zorgt. Voorts wijs ik er op, dat als, niet door belanghebbenden, maar door de ware lei-ders des volks, die nief, door demagogie hun eigenbelang zoeken te bevorderen, de publieke opinie bearbeid wordt ten gunste van goede verhoudingen, ook in het arbeidsleven, door de pers en op de tribune, daarvan zeer veel is te verwachten. In de derde plaats mag worden aangenomen, dat de arbeiders zelf zeer veel ten goede kunnen doen, als ze de heusche vakvereenigingen stichten, die voor het belang van het vak opkomen, maaj waarin dan vanzelf ook de

goedo verhoudingen in liet arbeidsleven verdediging vinden, al is het ook, dat ze, wat het finantieelcl betrefi, slechts de haai toekomende zeer ondergeschikte rol spelen en van het scherpe eigenbelang-karakter zijn ontdaan. En ten slotte is or de overheid, die ertegen heeft te waken, dat in het arbeidsleven geen onrecht, ook niet het onrecht der uitbuiting van deri economisch (voorheen) zwakke, plaats vinde. Het staat mij intusschen volkomen klaar voor oogen, dat, van menschelijk standpunt bezien, de hier verdedigde methode minder succes belooft dan de gewone methode, die van don economischen strijd. Ik meen evenwel, dat Gods Woord geen andere methode toelaat. Zie ik .goed, dan mag ook hier worden toegepast het woord, dat het noch door kracht, noch door geweld, maar door Gods geest geschieden zal, terwijl mede alles afdoend is het woord van Christus, dat slechts hij het leven behouden zal, die bereid is het te verliezen."

Aan deze beschouwing wil ik' zelf voorloopig niets toevoegen.

Jlet de opmerkingen, die ik zelf wil maken, wacht ik liever, totdat ik ook heb weergegeven, het standpunt, dat „Patrimonium" inneemt, en waarin de hoofdredacteur zich openbaart als een tegenvoeter van Dr N. Trouwens, dat verwondert ons niet, en het is interessant deze twee uiteenloopende meeningen van mannen, die beide uit volle overtuiging hef christelijk beginsel zijn toegedaan, tegenover elkaar te wegen. De volgende week krijgt dus de heer Smeenk een beurt.

Dit artikel werd u aangeboden door: Vrije Universiteit Amsterdam

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 25 april 1924

De Reformatie | 8 Pagina's

Het recht van staking.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 25 april 1924

De Reformatie | 8 Pagina's