Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Jan Ligthart, Verspreide Opstellen.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Jan Ligthart, Verspreide Opstellen.

7 minuten leestijd Arcering uitzetten

We onderbreken voor ditmaal den gang van de artikelen-serie over „Christelijk Beginsel en Moderne Letterkunde", ten einde plaats te maten voor de bespreking van een paar boeken, die al eerder behandeld hadden moeten worden, de twee deeltjes „Verspreide Opstellen" van Jan Ligthart, die in tweeden druk verscheen.

Het bekende „Ligthart-comité", dat bewerking en uitgave beoogt van de nagelaten geschriften van den gevierden paedagoog, heeft in samenwerking met Wolters' Uitgeversmaatscha, p^[Dij een volksuitgave bezorgd van de bloemlezing uit Ligthart's artikelen, die in „School en Leven" en , ; Het Nieuws van den Dag" verschenen. De bedoeling was in nog wijder kring, dan men met de eerste editie bereikt had, dit werk van Jan Ligthart belangstelling te doen vinden.

Aan sommigen onzer lezers zullen deze bundeltjes bekend zijn. Eenige jaren geleden, toen de Ligthart-lectuur aan de orde van den dag was, zijn ook deze opstellen veel gelezen, naast de studie over „De kleine Johannes", de autobiografische mededeelingen „Jeugdherinneringen", „Over Opvoeding" e.d. Het is dan ook niet m'n iDedoeling een opsomming te geven van den inhoud der keurig uitgegeven deeltjes, want die is, voorzoover ik kon nagaan, niet zoo heel veel veranderd. En bovendien, titels zeggen zoo weinig. Ik wil liever trachten het beeld van den auteur te doen zien, zooals het uit enkele van de mooiste artikelen spreekt.

Daartoe kies ik de stukken „De Moeder" en , „Waarheid in de opvoeding".

Wanneer Ina Bouder—Bakker in haar onvolprezten brochure „De moderne vrouw en haar tekort" het wezen teekent van het moederschap, is het de vrouwelijke psyche, die haar analyse zoo bijzonder mooi doet zijn. Maar als Jan Ligthart een ontleding geeft,

die in fijnheid daarvoor niet onderdoet, heeft dat niet zulk een natuurlijken grond. En Juist daarom ligt in dit stuk materiaal om zi'n zielebeeld te leeren kennen, rijker, dan menig uitvoerig ander betoog geven kan.

De vergelijking met Boudier—Bakker dringt zich te eerder op, waar zoo verrassende overeenstemming is tusschen wat ziij zegt en wat Ligthart, lang te voren, schreef. Ook hij wijst op de levenstaak der moeder, als een grootsche, een heerlijke.

„Er zijn er, die liever concerten aanhooren, dan 't gebabbel hunner kinderen, liever een mooi boek lezen, dan «een kinderhart. Er zijn er, die aanstonds Imoe worden, als haar kind veel te vertellen heeft, maar gansohe middagen kunnen luisteren naar de verhalen van vriendinnen. Er zijn er, die de moedertaak eigenlijk niet voldoende vinden om een vrouwenleven te vullen en niet naast, maar boven de verzorging der kinderen hun meesten en besten tijd geven aan geld verdienen, kunst of wetenschappelijk werk."

Dezulken verstaan niets van haar taak, want ze weten niet, „wat haar Juist zoo'n stillen, duurzamen, krachtigen invloed geeft, het moederlijke". „Zich aan de kinderen te geven en blijde toe te laten, dat de kinderen zich aan haar geven, " dat is het wezen van het moederschap. Reeds in de verzorging van den zuigeling legt de echte moeder haar gansche persoonlijkheid, en die Invloed blijft, ook als de kinderen grooter worden. „Een moeder in de huiskamer te midden van een kring kinderen van verschillenden leeftijd, is een compleet landsbestuur: vereenigde wetgevende en uitvoerende macht". Moeder op haar plaatsje brengt licht en wai-mte in de huiskameratmosfeer. „Daarbij groeien de kinderen verstandelijk, maar vooral zedelijk." En dan preekt ze niet en verbiedt weinig; ze geeft het voorbeeld van welwillendheid en werkzaamheid.

Met warmte bepleit Ligthart de beteekenis van deze plaats in het gezin, zich keerend tegen degenen, die praten willen van eentonigheid, minderwaardigheid, verveling.

't Mooiste stuk is misschien nog dat, waar hij de verhouding beschrijft van de moeder tot haar half-en heel-volwassen kinderen. Die weten meier dan zij: zijn knap in wis-en natuurkunde, hebben een oordeel over sociale, prohleemen en over de wereldliteratuur — ze zijn moeder in alle opzichten de baas.

Maar zie nu eens, - als , „die zelfstandigheden" in moeilijkheid komen, in zeer reëele moeilijkheid.

„Dan draaien ze om moeder heen, dan zijn ze onrustig, dan verliezen ze die sterk gevoelde zekerheid. Bij moeder schreien ze hun nooden uit, bij haar zoeken ze troost en voorlichting, al hun zelfstandigheid lost op, waar die met een verantwoordelijkheid gepaard gaat, die het onervaren hart niet dragen kan .... In het oordeelen en veroordeelen zijn ze moeder verreweg de meerdere, maar als het op leven aankomt.... dan moet moeder er bij •komen, de oninisbare, en uit den nood helpen... Aoh, wat hebben juist die ouderen moeder nog dringend noodig!"

Zóó is de moeder. Haar wezen is wijder. En waar zij zóó is, behoeft zij zich nooit bekommerd te maken over paedagogiek. Zij brengt paedagogiek voort, zoo maar als levensrealiteit stroomt die van haar uit, als de heerlijke vrucht van de Juiste vervulling van haar moedertaak.

Ziehier, ia deze teekening, h e t beeld van Ligthart, de fijngevoelige, de voor-alles natuurlijke paedagoog. Wie als man, zóó 'de dingen weet te zien, zoo de essentie weet te verstaan van de opvoeding van het kind in haar beste, wijl meest intieme zijde, moet zijn een opvoeder par droit de naissance.

Wat dan deze geboren paedagoog als de hoofdzaak ziet van allen omgang met kinderen is: waarheid. Diat komt telkens uit in z'n werk: „Over Opvoeding", in de verschillende artikelen van .deze bundels; 't is het onderwerp van het tweede stuk, waarop we de aandacht willen vestigen, juist omdat het deze stof behandelt — "t is karaktertrek van den auteur zelf. In den gang van dit artikel, da, t eerst beschouwing geeft over de gedragingen van ouderen tegenover de kinderen, daarna over het oordeeleai van kinderen over de personen, met wie ze in aanraking komen, eindelijk over de kindervragen en onz'e antwoorden, komen alle mogelijke verhoudingen aan de orde, die de practijk der opvoeding kent en in de vele voorbeelden, die het betoog versterken, de pittige, dikwijls verrassende 'opmerkingen, die daaraan worden vastgeknoopt ligt een schat van piaedagogisch materiaal. De auteur levert het afdoend bewijs, dat waarheid in de opvoeding deze drie groote voordeelen heeft: dat de kinderen bij de ouders blijven, dat dezen hen leeren kennen, zooals ze zijn, dat het rij'per en milder ooi'deel van ouderen invloed oefenen zal op het hunne.

In deze drie resultaten is het ideaal geteekend, dat Ligthart van de opvoeding zich stelt en in dat ideaal ligt tegelijk de karakteristiek van z'n persoonlijkheid, zooals die door Prof. Casimir in een woord vooraf wordt geschetst. Daarom meende ik deze stukken te mogen aanmerken als de kern van de beide bundels.

Vele van de overige stukken („Zielsontwaken", „Vertrouwen", „Een lieflijke naam", „Volhard", „Wek godsdienst in het kinderhart") zijn zeker de lezing waard, bevatten ook veel, dat mooi is , uit . didactisch oogpunt en paedagogisoh bruikbare gegevens verschaf t, maar gemist wordt de eenige grondslag, waarop' na, aï ons oordeel alle zedelijke verheffing, ook van 't kind, moet worden gebouwd, de positief christelijke levensbeschouwing. Het goede, eerlijke, ware, liefdevolle, dat Ligthart ter zake van de opvoeding bepleit, is voor hem vrucht van geperfectioneerde menschelijkheid, niet de eiscih van beginsel. Daarom blijven we, bij, alle waardeering voor den rijkdom aan paedagogisch inzicht, bij volle erkenning van de zeldzame gaven van gemoed en verstand, die Ligthart hebben gesierd, tegenover zijn levens-en wereldbeschouwing gereserveerd.

Wat intusschen niet zegt, dat we de lectuur van deze bundels niet zouden aanbevelen. Ze zijn integendeel de lezing over-waard, niet het minst om de genoemde stukken.

Correspondentie. Men gelieve correspondentie, die op de administratie van ons blad betrekking heeft, niet te richten tot mij, maar tot de Uitgevers Oosterbaan & Le Cointre te Goes. Wat mij werd gezonden, heb ik doorgestuurd; dupliceering is dus onnoodig.

C. T.

Dit artikel werd u aangeboden door: Vrije Universiteit Amsterdam

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 17 oktober 1924

De Reformatie | 8 Pagina's

Jan Ligthart, Verspreide Opstellen.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 17 oktober 1924

De Reformatie | 8 Pagina's