Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

GEESTELIJKE ADVIEZEN.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

GEESTELIJKE ADVIEZEN.

7 minuten leestijd Arcering uitzetten

Een onzer lezers schrijft me, dat er in den (gereformeerden) kring waarin hij leeft, nog al verschil van gevoelen is over • wat men te denken heeft aangaande den eeuwigen staat van kinderen van geloovige ouders, die in hun vroegste jeugd werden weggenomen, en, die in verband met hun leeftijd, geenerlei blijk gaven van hun innerlijke verhouding tot God, tot Zijn Woord en Zijn dienst. Sommigen zijn van oordeel, dat er aangaande het al-of niet-behouden-zijn van zulke kinderen niets te zeggen of te vermoeden valt. Anderen achten, dat het Verbond Gods ongetwijfeld eenigen grond van hope geeft op' hun behoudenis. N6g anderen, dat we op grond van het Verbond en de beloften Gods ons verzekerd mogen houden van hun zaligheid.

Onze broeder vraagt nu, wat hierin het geloof en de belijdenis onzer Gereformeerde Kerken is.

Als niet de motiveering van z'n vraag, méér nog dan de vraag zelve, bewees hoeveel onhelderheid er op dit punt nog altoos bij tal van gereformeerde belijders bestaat, zou ik den schrijver allicht niet hier, maar in een particulieren brief van bescheid hebben gediend.

Nu is er reden het per „open brief" te doen.

En dan begin ik met hem te verwijzen naar Art. 17 van hfdst. 1 der Dordtsche Leerregelen.

Daar belijden onze Kerken het' volgende: Nademaal wij van den wille Gods uit Zijn 'Woord' moeten oordeelen, hetwelk getuigt, dat de kinderen der geloovigen heilig zijn, niet van nature, maiar uit kracht van het genadeverbond, in hetwelk zij met hunne ouderen begrepen 2'ijn, zoo moeten de godzalige ouders niet twijfelen aan de verkiezing en de zaligheid hunner kinderen, welk© God in hunne kindschheid uit dit leven wegneemt (Gen. 17:7; Hand. 2:39; 1 Oor. 7:14)".

Deze belijdenis is, dunkt me, klaar en duidelijk genoeg, om , aan alle onzekerheid over het gevoelen der Gereformeerde Kerken in dit stuk een einde te maken. Doch die behoeft zelfs geen oogenblik te bestaan voor wie verzuimde — een verzuim, dat even schuldig en schadelijk is als, helaas, gegewoon — de Dordsche Leerregelen te raadplegen. Heidelbergsche Catechismus en Nederlandsche Geloofsbelijdenis spreken hier ©ven duidehjk.

Als de Heidelberger eerst in Zondag 25 de Sacramenten in 't algemeen — niet alleen het H. Avondmaal dus, maar óók den H. Doop — beschreven heeft als „waarteekenen en zegelen, van God ingezet, opdat Hij ons door 't gebruik daarvan de belofte des Evangelies te beter te verstaan geve en verzegele: namelijk, dat Hij ons yanwege het eenige slachtoÖer van Christus, aan het kruis volbracht, vergeving der zonde en het eeuwige leven uit genade schenkt"; en dan, in Zondag 26 en 27, heeft uiteengezet op wat w ij z e de Doop die gemeenschap aan de offerande van Christus, meer bepaald: de afwassching der zonden-door het bloed en den Geest van Christus, verzegelt — stelt hij de vraag (vr. 74) of men met die n Doop, die den geloovige de reiniging van zonden verzegelt, ook de jonge kinderen doopen zal. En daarop antwoordt hij dan niet alleen bevestigend; maar hij voert voor da, t antwoord ook de gronden aan door te zeggen, dat „zij alzoowel (d.w.z. evengoed en in geen enkel opzicht minder) als de volwassenen (d.i. de volwassen geloovigen) in het Verbond Gods en in Zijne gemeente begrepen zijn, en dat hun door Christus' bloed de verlossing van de; zonde en de Heilig© Geest, die het geloof werkt, niet weinigen dan den volwaissenen toegezegd wordt".

En al even ondubbelzinnig zet de Nederl. Geloofsbelijdenis de jonge kinderen der geloovigen, ten aanzien van het Verbond en de weldaden, die de H. Doop verzegelt, met de v^olwassen geloovigen op één 'lijn.

Na van de verzegelende kracht der Sacramenten in 't algemeen, in Art. 33, in nóg krasser, bewoordingen dan de Heidelberger gesproken te hebljen (ze „stellen aan Onze zinnen voor" wat de Heer© .„inwendig doet in onze harten, bondig en vastmakende in ons de zaligheid, die Hij ons mededeelt. Want het zijn zichtbare waairteekenen en • zegelen van eene inwendige en onzienlijke zaak, door middel waarvan God in ons werkt door d© kracht ides Heiligen Geestes. Zoo zijn dan de teekenen niet ijdel noch ledig, om ons te bedriegen") — zegt ze van den H. Doop, dat God ons daa.rmee te verstaan geeft, „dat gelijk het water de vuiligheid des lichaams afwascht, hetwelk op het lichaam desgenen, die den Doop ontvangt, gezien wordt en hem besprengt, dat alzoo het bloed van Christus hetzelfde van binnen in de zielen doet door den Heiligen Geest, ze besprengende en zuiverende van hare zonden, en ons wederbarende uit kinderen des toorns tot kinderen Gods".

En van dézen Doop , belijdt ze dan voorts, dat ook de kinderen der geloovigen die moeten ontvangen. „En voorwaar", heet het dan, „Christus heeft Zijn bloed niet minder vergoten om de kinderkens der geloovigen tè wassohen, dan Hij gedaan heeft voor de volwassenen. En daarom behooren zij het teeken te ontvangen en het Sacrament vaai hetgeen Christus voor hen gedaan heeft."

Al onze belijdenis-schriften geven dus een eenparig en duidelijk geluid.

Want Catechismus en Geloofsbelijdenis zeggen wel niet met zooveel woorden — er was ook geen aanleiding toe — wat de Dordsche Leerregelen zeggen, dat geloovige ouders niet mogen twijfelen aan de zaligheid hurmer vroeg-gestorven kinderen, maar ieder .zal moeten toestemmen, dat dit de logische en noodzakelijke gevolgtrekking is uit wat ze aangaande de verzegelende kracht van den Doop, voor de jonge kinderen, zoowel als voor de volwassen geloovigen, belijden. Die verzegelende kracht toe te kennen aan den Doop van een 'jong kind van geloovige ouders, en dan, als. dat kind in zijn eerste jeugd komt te sterven, zonder dat het zich als een onheilige deed kennen, een vraagteeken achter zijn behoudenis te zetten, is niets minder dan een spel 'drijven met het Verbond Gods en met zijn verzegeling door den Doop.

En aan dat spel staian — schoon onbewust — schuldig, ouders, die den éénen dag met hun kind. ten Doop gaan, en den volgenden, neemt God bet weg, den troost van het Verbond iGods afwijzen en aan de zaligheid van hun kind weigeren te gelooven.

Want, laat men nu in ons heerlijk Doopsformulier eens lezen, eerst de uiteenzetting van de beteekenis van den Doop naar Gods Woord, en dan de belijdenis, die op grond daarvan, in de eerste vraag, van de ouders gevergd wordt — en men zal toestemmen, dat, wie opi. dit Formulier „amen" gezegd, en deze vraag bevestigend beantwoord heeft, om, komt zijn kind te sterven, daai over zijn behoudenis de schonders opPte trekken, in zijn twijfel niets minder doet dan terugnemen wat hij voor God en de gemeente aan de doopvont beleed.

Zeer begrijpelijk, dat onze vrager niet kan verstaan, hoe voor zulke ouders, de Doopi — beteï gezegd: het Verbond en de beloften Gods, die door den Doop verzegeld worden — ooit een pleitgrond kan zijn voor de kinderen, die God het leven

Het is wel in-droevig, dat „zoorijkeen stuk onzer belijdenis" — rijk niet alleen aan troost voor geloovige O'uders bij het grafje van een vroeggestorven kindek© — dat is ten slotte nog het minst© — maar van zoo rijke en van zoo fundamenteel© T)eteekenis voor de opvoeding onzer kinderen en voor heel het kerkelijk en christelijk leven, voor veleft nog zoo weinig realiteit bezit.

Er ware hierover nog o zooveel te zeggen. Doich' het is reeds zoo dikwijls gezegd, en beter dan ik het kan. Men leze o.a. „E Voto" er maar ©ens op na. De vraag v/Sia m'n inzender meen ik ihet het bovenstaande beantwoord te hebben.

Dit artikel werd u aangeboden door: Vrije Universiteit Amsterdam

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 31 oktober 1924

De Reformatie | 8 Pagina's

GEESTELIJKE ADVIEZEN.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 31 oktober 1924

De Reformatie | 8 Pagina's